Kennis vastgelegd op
Originele bron: None
NL, wetsvoorstel: Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)
Eerste Kamer der Staten-Generaal I
Vergaderjaar 2023-2024
36 378 Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)
A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
4 juni 2024
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van OranjeNassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, mede ter implementatie van
richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende
gemeenschappelijke regels voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU,
verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019
betreffende de interne markt voor elektriciteit en verordening (EU) 2019/942 van het Europees
Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese
Unie voor de samenwerking tussen energieregulators, en met inachtneming van het belang van
het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de
elektriciteits- en gasvoorziening te komen tot een hernieuwd regelgevend kader met
betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit en gas;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 begripsbepalingen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
aangeslotene: ieder die van een systeembeheerder de beschikking heeft gekregen over een
aansluiting;
aansluiting: deel van een transmissie- of distributiesysteem dat bestaat uit één of meer
leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen, tussen:
onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken;
systeemkoppelingen;
transmissiesysteem voor elektriciteit op zee en de installatie van een eindafnemer;
aansluitovereenkomst: overeenkomst op basis van een aanbod als bedoeld in de artikelen
3.41, eerste lid, 3.86, eerste lid, of 3.105, tweede lid, onderdeel a;
Acer: Agentschap als bedoeld in artikel 1 van verordening 2019/942;
2
actieve afnemer: een eindafnemer, of een groep gezamenlijk optredende eindafnemers, die
binnen een eigen of gezamenlijke installatie zelfopgewekte of gedeelde elektriciteit verbruikt
of opslaat, die zelfopgewekte elektriciteit verkoopt of deelt, die gedeelde elektriciteit verbruikt
of opslaat, of die gebruik maakt van flexibiliteits- of energie-efficiëntiediensten, mits die
activiteiten niet zijn belangrijkste commerciële activiteit vormen;
aggregatieovereenkomst: terugleveringsovereenkomst, terugleveringsovereenkomst inzake
peer-to-peer-handel, vraagresponsovereenkomst, of andere overeenkomst inzake aggregeren;
aggregeren: combineren van vraagrespons of ingevoede elektriciteit van verschillende
actieve afnemers met het oog op wederverkoop;
allocatiepunt: administratief punt waar invoeding, onttrekking of verbruik van elektriciteit
of gas wordt toegerekend aan een marktdeelnemer;
Autoriteit Consument en Markt: Autoriteit Consument en Markt, bedoeld in artikel 2, eerste
lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;
balanceringsportfolio: groepering van de invoedingen en onttrekkingen en
handelsberichten voor verkoop en inkoop, van een balanceringsverantwoordelijke voor gas;
balanceringsverantwoordelijke: balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit of gas;
balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit: natuurlijk persoon of rechtspersoon die
verantwoordelijk is voor de onbalans die hij, of degene die hij vertegenwoordigt, veroorzaakt
in het transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit en die overeenkomstig de methoden
of voorwaarden voor elektriciteit, bedoeld in artikel 3.119, door de
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit als balanceringsverantwoordelijke is
toegelaten;
balanceringsverantwoordelijke voor gas: natuurlijk persoon of rechtspersoon die
verantwoordelijk is voor de onbalans die hij, of degene die hij vertegenwoordigt, veroorzaakt
in het transmissie- of distributiesysteem voor gas en die overeenkomstig de methoden of
voorwaarden voor gas, bedoeld in artikel 3.119, door de transmissiesysteembeheerder voor gas
als balanceringsverantwoordelijke is toegelaten;
beheerder van een gesloten systeem: rechtspersoon die op grond van artikel 3.6 is
aangewezen;
bindende EU-rechtshandelingen: door de instellingen van de Europese Unie vastgestelde
richtlijnen, verordeningen, besluiten zonder vermelding van adressaten en besluiten met
vermelding van adressaten, voor zover mede tot Nederland gericht;
bindende gedragslijn: enkele last tot het verrichten van bepaalde handelingen als bedoeld in
artikel 5:2, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht ter bevordering van de naleving
van wettelijke voorschriften en die niet wegens een overtreding wordt opgelegd;
biomassa: biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van
biologische oorsprong uit de landbouw, met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen, de
bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, met inbegrip van de visserij en de aquacultuur,
alsmede de biologisch afbreekbare fractie van afval, met inbegrip van industrieel en
huishoudelijk afval van biologische oorsprong;
buitenlandse transmissiesysteembeheerder: entiteit in een andere lidstaat die op grond van
nationale wettelijke regels is belast met het beheer van een transmissiesysteem als bedoeld in
artikel 2, onderdeel 35, van richtlijn 2019/944 of artikel 2, onderdeel 4, van richtlijn 2009/73;
CO2-terminal: faciliteit voor de ontvangst en overslag van koolstofdioxide, met inbegrip
van de invoeding van koolstofdioxide in of het onttrekken van koolstofdioxide aan de
infrastructuur voor het transport van koolstofdioxide, hervergassing van vloeibare
koolstofdioxide of het vloeibaar maken van gasvormig koolstofdioxide, ondersteunende
diensten en tijdelijke opslag die nodig zijn voor het proces van ontvangst en overslag of de
toegang tot of de goede werking van de CO2-terminal of de infrastructuur voor het transport
van koolstofdioxide;
3
communicatiefunctionaliteit: functionaliteit voor het verzenden en ontvangen van gegevens
voor informatie-, monitoring- en controledoeleinden door middel van een vorm van
elektronische communicatie;
congestie: congestie voor elektriciteit of voor gas;
congestie voor elektriciteit: congestie als bedoeld in artikel 2, onderdeel 4, van verordening
2019/943;
congestie voor gas: situatie waarin de maximale transportcapaciteit van een deel van een
transmissie- of distributiesysteem voor gas niet voldoende is om te voorzien in de behoefte aan
transport;
congestiebeheer: stelsel van procedures dat voorkomt dat zich congestie voordoet en de
maatregelen die bewerkstelligen dat congestie wordt opgeheven;
congestiebeheers- of systeembeheersdienst: dienst inzake de verandering van de belasting
van het transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit die wordt ingezet ten behoeve van
congestiebeheer of een efficiënter beheer of efficiëntere ontwikkeling van het transmissie- of
distributiesysteem voor elektriciteit;
connectiepunt: fysiek punt dat een aangrenzend buitenlands transmissiesysteem voor gas,
een interconnectorsysteem voor gas of een productienet voor gas verbindt met een Nederlands
transmissiesysteem voor gas;
delen van energie: zelfverbruik door één of meer actieve afnemers van hernieuwbare
energie;
actieve afnemers geheel of gedeeltelijk gezamenlijk bezitten, leasen of huren; of
directe lijn: directe lijn als bedoeld in artikel 3.9, eerste lid;
distributiesysteem: distributiesysteem voor elektriciteit of voor gas;
distributiesysteembeheerder: distributiesysteembeheerder voor elektriciteit of voor gas;
distributiesysteembeheerder voor elektriciteit: rechtspersoon die op grond van artikel 3.2,
eerste lid, onderdeel e, is aangewezen;
distributiesysteembeheerder voor gas: rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid,
onderdeel f, is aangewezen;
distributiesysteem voor elektriciteit: stelsel van leidingen en daarmee verbonden
hulpmiddelen ten behoeve van transport van elektriciteit op een spanningsniveau lager dan
110 kilovolt met het oog op de belevering aan eindafnemers of handelaren, de levering zelf
niet inbegrepen;
distributiesysteem voor gas: stelsel van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten
behoeve van lokaal of regionaal transport van gas met het oog op de belevering aan
eindafnemers of handelaren, de levering zelf niet inbegrepen, niet zijnde een gasproductienet;
eindafnemer: aangeslotene die elektriciteit of gas koopt of wil kopen voor eigen gebruik;
energiehandelsmarkt: markt voor het verhandelen van elektriciteit of gas, capaciteit,
balanceringsdiensten, of ondersteunende diensten, in alle tijdsbestekken, waaronder termijn,
day-ahead en intraday, daaronder begrepen een over-the-counter-markt of elektriciteits- of
gasbeurs;
elektriciteitsopslagfaciliteit: faciliteit waarmee elektriciteit wordt opgeslagen;
elektriciteit uit hernieuwbare bronnen: elektriciteit die is geproduceerd met hernieuwbare
bronnen of met energie uit hernieuwbare bronnen, met uitzondering van elektriciteit die
afkomstig is van accumulatiesystemen;
elektriciteitsprogramma: groepering van de handelsprogramma’s en indien dat krachtens de
methoden of voorwaarden, bedoeld in artikel 3.119, is voorgeschreven, de groepering van
invoedingen en onttrekkingen per allocatiepunt, van een balanceringsverantwoordelijke voor
elektriciteit;
4
energiegemeenschap: juridische entiteit die ten behoeve van haar leden, vennoten of
aandeelhouders activiteiten op de energiemarkt verricht en als hoofddoel heeft het bieden van
milieuvoordelen of economische of sociale voordelen aan haar leden, vennoten of
aandeelhouders of aan de plaatselijke gebieden waar ze werkzaam is, en niet is gericht op het
maken van winst;
energie uit hernieuwbare bronnen: energie die is geproduceerd uit hernieuwbare bronnen of
energie die is geproduceerd met gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen;
garantie van oorsprong: gegevens op een rekening voor garanties van oorsprong die
betrekking hebben op:
hoeveelheid energie uit hernieuwbare bronnen heeft geproduceerd; of
producent een hoeveelheid elektriciteit uit een andere energiebron dan hernieuwbare bronnen
heeft geproduceerd;
gas:
toestand verkeert en voor ten minste voor 75% bestaat uit methaan; of
gasjaar: periode vanaf 1 oktober in enig jaar tot en met 30 september van het
daaropvolgende kalenderjaar;
gasopslagsysteem: systeem voor de opslag van gas, met inbegrip van het gedeelte van een
LNG-systeem dat voor opslag wordt gebruikt, maar met uitzondering van het gedeelte dat
wordt gebruikt voor gasproductie en met uitzondering van een systeem voor de opslag van gas
dat uitsluitend ten dienste staat van een transmissiesysteembeheerder voor gas bij de
uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen;
gasopslagbeheerder: rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel i, is
aangewezen;
gasproductienet: stelsel van één of meer leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen die
onderdeel uitmaken van een olie- of gaswinningsproject of die worden gebruikt voor het
transport van gas rechtstreeks van een gaswinningsproject naar een gasverwerkingsinstallatie,
een gasopslagsysteem of een aansluiting op een transmissiesysteem voor gas;
gas uit hernieuwbare bronnen: stof die bij een temperatuur van 15 °C en bij een druk van
1,01325 bar in gasvormige toestand verkeert en voor ten minste voor 75% bestaat uit methaan
en die is geproduceerd met hernieuwbare bronnen of met energie uit hernieuwbare bronnen;
gegevensuitwisselingsentiteit: rechtspersoon als bedoeld in artikel 4.15, eerste lid;
gesloten systeem: systeem als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid;
grote aansluiting: aansluiting met een doorlaatwaarde groter dan 3 x 80 Ampère voor
elektriciteit of 40 m3(n) per uur voor gas;
handelaar: natuurlijk persoon of rechtspersoon die elektriciteit of gas koopt voor
wederverkoop;
hernieuwbare bronnen: wind, zon, omgevingslucht, oppervlaktewater, rioolwater,
aardwarmte, zee, waterkracht, biomassa, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas;
huishoudelijk eindafnemer: eindafnemer die elektriciteit of gas koopt of wil kopen voor
eigen huishoudelijk gebruik;
infrastructuurbedrijf: groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek die onderdeel uitmaakt van de infrastructuurgroep, met uitzondering van
één of meer transmissie- of distributiesysteembeheerders;
infrastructuurgroep: groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek waarvan één of meer transmissie- of distributiesysteembeheerders onderdeel
uitmaken;
inkomstenbesluit: besluit op grond van artikel 3.109;
5
installatie: leidingen en daarmee duurzaam verbonden elektrotechnisch of gastechnisch
materieel dat of apparatuur die:
gas of de opslag van elektriciteit;
achter het overdrachtspunt of de voorzieningen die de directe lijn beveiligen;
installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling: installatie voor de opwekking van
elektriciteit door middel van warmtekrachtkoppeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel 34,
van richtlijn 2012/27;
interconnector: interconnector voor elektriciteit of voor gas die deel uitmaakt van het
systeem van een transmissiesysteembeheerder of een transmissiesysteembeheerder voor
elektriciteit op zee;
interconnector voor elektriciteit: transmissieleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen
die deel uitmaakt van het systeem van een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit, die
de grens tussen Nederland en een lidstaat, een land dat onderdeel uitmaakt van de Europese
economische ruimte, of een derde land, overschrijdt of overspant, en een Nederlands
transmissiesysteem voor elektriciteit of een transmissiesysteem voor elektriciteit op zee met
een transportsysteem voor elektriciteit van die lidstaat of dat land koppelt;
interconnector voor gas: transmissieleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen die deel
uitmaakt van het systeem van een transmissiesysteembeheerder voor gas, die de grens tussen
Nederland en een lidstaat, een land dat onderdeel uitmaakt van de Europese economische
ruimte, of een derde land, overschrijdt of overspant, en een Nederlands transmissiesysteem
voor gas met een transportsysteem voor gas van die lidstaat of dat land koppelt;
interconnectorsysteembeheerder: interconnectorsysteembeheerder voor elektriciteit of gas;
interconnectorsysteembeheerder voor elektriciteit: rechtspersoon die op grond van artikel
3.2, eerste lid, onderdeel b, is aangewezen;
'interconnectorsysteembeheerder voor gas: rechtspersoon die op grond van artikel 3.2,
eerste lid, onderdeel d, is aangewezen;
interconnectorsysteem: interconnectorsysteem voor elektriciteit of voor gas;
interconnectorsysteem voor elektriciteit: transmissieleiding en daarmee verbonden
hulpmiddelen die geen deel uitmaken van een systeem van een transmissiesysteem voor
elektriciteit of een transmissiesysteem voor elektriciteit op zee en die de grens tussen
Nederland en een lidstaat, een land dat onderdeel uitmaakt van de Europese economische
ruimte, of een derde land, overschrijdt of overspant, en een Nederlands transmissiesysteem
voor elektriciteit met een transportsysteem voor elektriciteit van die lidstaat of dat land
koppelt;
interconnectorsysteem voor gas: transmissieleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen
die geen deel uitmaken van een systeem van een transmissiesysteem voor gas en die de grens
tussen Nederland en een lidstaat, een land dat onderdeel uitmaakt van de Europese
economische ruimte, of een derde land, overschrijdt of overspant, en een Nederlands
transmissiesysteem voor gas met een transportsysteem voor gas van die lidstaat of dat land
koppelt;
invoeder: aangeslotene die elektriciteit of gas invoedt op het systeem;
kleine aansluiting: aansluiting met een doorlaatwaarde kleiner dan of gelijk aan 3 x 80
Ampère voor elektriciteit of 40 m3(n) per uur voor gas;
kleine onderneming: eindafnemer of actieve afnemer die een onderneming is met minder
dan vijftig werknemers en een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van ten hoogste € 10
miljoen;
kwetsbare afnemer: kwetsbare afnemer als bedoeld in artikel 28 van richtlijn 2019/944;
6
leverancier: natuurlijk persoon of rechtspersoon die elektriciteit of gas levert aan een
eindafnemer of die ten behoeve van een eindafnemer faciliteert in peer-to-peer-handel;
leveringsovereenkomst: overeenkomst voor de levering van elektriciteit of gas aan een
eindafnemer;
leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel: overeenkomst op grond waarvan ten
behoeve van een eindafnemer peer-to-peer-handel kan plaatsvinden;
LNG-beheerder: rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste lid, onderdeel h, is
aangewezen;
LNG-systeem: systeem dat gebruikt wordt voor het vloeibaar maken van gas, voor de invoer
of de verlading, en voor de hervergassing van vloeibaar gas, met inbegrip van ondersteunende
diensten en tijdelijke opslag die nodig zijn voor het proces van hervergassing en de
daaropvolgende invoeding op het systeem, en met uitzondering van een LNG-systeem dat
uitsluitend ten dienste staat van een transmissiesysteembeheerder voor gas bij de uitvoering
van zijn wettelijke taken of verplichtingen;
marktdeelnemer: natuurlijk persoon of rechtspersoon die elektriciteit of gas koopt of
verkoopt zonder tussenkomst van een andere marktdeelnemer, die produceert, die aggregeert,
die levert, die faciliteert in peer-to-peer-handel, of die vraagresponsdiensten of
energieopslagdiensten voor elektriciteit verleent, met uitzondering van een natuurlijk persoon
of rechtspersoon voor zover die elektriciteit deelt;
meetinrichting: instrument of samenstel van instrumenten met een meetfunctie dat ten
minste de invoeding, onttrekking of het verbruik van elektriciteit of gas meet, met
uitzondering van hulpmiddelen die de meetfunctie ondersteunen en die onderdeel zijn van een
aansluiting;
meetverantwoordelijke partij: natuurlijk persoon of rechtspersoon die is erkend op grond
van artikel 2.50, vierde lid;
methodebesluit: besluit op grond van artikel 3.108;
micro-onderneming: eindafnemer of actieve afnemer die een onderneming is met minder
dan tien werknemers en een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal van ten hoogste € 2
miljoen;
middelgrote onderneming: eindafnemer die een onderneming is met minder dan 250
werknemers en een jaaromzet van ten hoogste € 50 miljoen of een jaarlijks balanstotaal van
ten hoogste € 43 miljoen;
netgebruiker: netgebruiker als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel 11, van
verordening 715/2009;
niet-frequentiegerelateerde ondersteunende dienst: dienst die gebruikt wordt door een
transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit voor spanningsregeling in
stationaire toestand, snelle blindstroominjecties, inertie voor plaatselijke systeemstabiliteit,
kortsluitstroom, blackstartmogelijkheden en inzetbaarheid in eilandbedrijf;
omschakelen: een aangeslotene voorzien van een aansluiting met een doorlaatwaarde groter
dan 40 m3(n) per uur, waarmee hoogcalorisch gas kan worden onttrokken aan het
transmissiesysteem voor gas en met een voor die aansluiting geschikte druk en voldoende
capaciteit, waarbij die aansluiting in de plaats treedt van de aansluiting waarmee laagcalorisch
gas aan het transmissiesysteem voor gas wordt onttrokken;
onderneming: entiteit, ongeacht rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische
activiteit verricht, in de zin van artikel 101, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie;
ondersteunende dienst voor elektriciteit: dienst die nodig is voor de exploitatie van een
transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit, met inbegrip van balanceringsdiensten en
niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten, maar uitgezonderd congestiebeheers- of
systeembeheersdiensten;
7
ondersteunende dienst voor gas: dienst die nodig is voor de toegang tot of de werking van
een transmissie- of distributiesysteem voor gas, een LNG-systeem of een gasopslagsysteem,
met inbegrip van het opvangen van fluctuaties in systeembelasting, menging en injecteren van
inerte gassen, maar uitgezonderd onderdelen van het systeem die uitsluitend ten dienste staan
van transmissiesysteembeheerders bij de uitvoering van hun taken of verplichtingen;
Onze Minister: Onze Minister voor Klimaat en Energie;
opslaan van elektriciteit: uitstellen van uiteindelijk gebruik van elektriciteit tot een later
moment dan het moment waarop de elektriciteit is geproduceerd, of omzetten van elektrische
energie in een vorm van energie die wordt opgeslagen om het daarna weer om te zetten in
elektrische energie of die andere vorm van energie in het systeem te gebruiken;
overdrachtspunt: fysiek punt dat de overgang markeert tussen een transmissie- of
distributiesysteem en een installatie, een transmissie- of distributiesysteem en een directe lijn
of tussen twee systemen;
peer-to-peer-handel: levering van hernieuwbare elektriciteit die is geproduceerd door een
actieve afnemer aan een eindafnemer, onder vooraf bepaalde voorwaarden voor de
automatische uitvoering en afwikkeling van die levering, rechtstreeks of via de
marktdeelnemer die de automatische uitvoering en afwikkeling realiseert;
primair allocatiepunt: eerste aan een aansluiting toegekend allocatiepunt;
producent: natuurlijk persoon of rechtspersoon die elektriciteit of gas produceert;
register: gestructureerd geheel van gegevens die volgens bepaalde criteria toegankelijk zijn,
ongeacht of dit geheel gecentraliseerd of gedecentraliseerd is, dan wel op functionele of
geografische gronden is verspreid;
registerbeheerder: partij die op grond van de artikelen 4.5, 4.6 of 4.7 of krachtens artikel
4.12 een register bijhoudt;
rekening voor garanties van oorsprong: staat waarop een tegoed van garanties van
oorsprong kan worden geboekt in het elektronische systeem voor het uitgeven, overdragen en
innemen van garanties van oorsprong;
richtlijn 2009/73: Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli
2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor gas en tot intrekking
van Richtlijn 2003/55/EG (PbEU 2009, L 211);
richtlijn 2012/27: Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25
oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en
2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PbEU
2012, L 315);
richtlijn 2019/944: Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5
juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot
wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (PbEU 2019, L 158);
systeem: transmissiesysteem, distributiesysteem, interconnectorsysteem, gasopslagsysteem
of LNG-systeem;
systeembeheerder: beheerder van een systeem;
systeemkoppeling: deel van een transmissie- of distributiesysteem dat bestaat uit één of
meer leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen:
1°. een transmissiesysteem;
2°. een transmissiesysteem voor elektriciteit op zee;
3°. een distributiesysteem, niet zijnde een gesloten systeem;
4°. een interconnectorsysteem;
tarievenbesluit: besluit op grond van artikel 3.110;
terugleveren: verkopen van elektriciteit door een actieve afnemer aan een marktdeelnemer
die aggregeert;
8
terugleveringsovereenkomst: overeenkomst op grond waarvan een actieve afnemer zelf
geproduceerde elektriciteit verkoopt aan een marktdeelnemer die aggregeert;
terugleveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel: overeenkomst op grond waarvan
ten behoeve van een actieve afnemer peer-to-peer-handel kan plaatsvinden;
tijdelijke taken: taken als bedoeld in artikel 3.73;
transmissiesysteem: transmissiesysteem voor elektriciteit, transmissiesysteem voor
elektriciteit op zee of transmissiesysteem voor gas;
transmissiesysteembeheerder: transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit of voor gas;
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit: rechtspersoon die op grond van artikel 3.2,
eerste lid, onderdeel a, is aangewezen;
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee: rechtspersoon die op grond van
artikel 3.2, eerste lid, onderdeel g, is aangewezen;
transmissiesysteembeheerder voor gas: rechtspersoon die op grond van artikel 3.2, eerste
lid, onderdeel c, is aangewezen;
transmissiesysteem voor elektriciteit: stelsel van leidingen en daarmee verbonden
hulpmiddelen ten behoeve van het transport van elektriciteit op een spanningsniveau gelijk aan
of groter dan 110 kilovolt met het oog op de belevering aan eindafnemers of handelaren, de
levering zelf niet inbegrepen, daaronder begrepen interconnectoren;
transmissiesysteem voor elektriciteit op zee: stelsel van leidingen en daarmee verbonden
hulpmiddelen ten behoeve van het transport van elektriciteit op een spanningsniveau gelijk aan
of groter dan 110 kilovolt met het oog op de belevering aan eindafnemers of handelaren, de
levering zelf niet inbegrepen, daaronder begrepen interconnectoren, die primair één of meer
windparken op zee verbinden met een transmissiesysteem voor elektriciteit of met dat systeem
en een transportsysteem voor elektriciteit van een ander land;
transmissiesysteem voor gas: stelsel van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten
behoeve van het transport van gas vooral onder hoge druk met het oog op de belevering aan
eindafnemers of handelaren, de levering zelf niet inbegrepen, niet zijnde een gasproductienet
of hogedrukleidingen die in de eerste plaats voor lokale distributie worden gebruikt, daaronder
begrepen interconnectoren;
transportovereenkomst: overeenkomst op basis van een aanbod als bedoeld in de artikelen
3.46, eerste lid, 3.47, eerste lid, 3.86, tweede lid of 3.105, tweede lid, onderdeel b;
vergunninghouder: houder van een vergunning als bedoeld in artikel 2.18, derde lid;
verordening 1227/2011: Verordening (EU) 1227/2011 van het Europees Parlement en de
Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt
voor energie en tot intrekking van Verordening (EG) 1228/2003 (PbEU 2001, L 326);
verordening 2017/1938: Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de
Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de
gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening (EU) 994/2010 (PbEU 2017,
L 280);
verordening 2018/1999: Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de
Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie,
tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening
(EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn
2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU
en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013
(PbEU 2018, L328);
verordening 2019/941: Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de
Raad van 5 juni 2019 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector en tot intrekking
van Richtlijn 2005/89/EG (PbEU 2019, L 158);
9
verordening 2019/942: Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de
Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de
samenwerking tussen energieregulators (PbEU 2019, L 158);
verordening 2019/943: Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de
Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (PbEU 2019, L 158);
verordening 2022/869: Verordening (EU) 2022/869 van het Europees Parlement en de
Raad van 30 mei 2022 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur
en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2009, (EU) 2019/942 en (EU) 2019/943, en
Richtlijnen 2009/73 (EG) en (EU) 2019/944, en tot intrekking van Verordening (EU) nr.
347/2013 (PbEU 2022, L 152);
verordening 715/2009: Verordening (EG) 715/2009 van het Europees Parlement en de
Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot
aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) 1775/2005 (PbEU 2009, L
211);
volledig geïntegreerde netwerkcomponent: geïntegreerd onderdeel van het distributie- of
transmissiesysteem dat door een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit
uitsluitend wordt gebruikt voor het waarborgen van een veilig en betrouwbaar beheer van het
distributie- of transmissiesysteem, en niet voor balancerings- of congestiebeheer;
vraagrespons: verandering van het verbruik of de invoeding van elektriciteit bij
eindafnemers ten opzichte van hun normale verbruiks- of terugleverpatronen, in reactie op
marktsignalen of systeembehoeften, met als doel de vraagvermindering, of -verhoging te
verkopen op een energiehandelsmarkt;
vraagresponsovereenkomst: overeenkomst op grond waarvan een marktdeelnemer ten
behoeve van een eindafnemer vraagrespons kan toepassen;
waterstofgas: gasmengsel dat ten minste voor 98 procent bestaat uit waterstof en bij een
temperatuur van 15 °C en bij een druk van 1,01325 bar in gasvormige toestand verkeert;
waterstofopslagfaciliteit: een faciliteit voor de ondergrondse opslag van waterstofgas dan
wel het gedeelte van een waterstofterminal dat voor opslag wordt gebruikt;
waterstofterminal: faciliteit die wordt gebruikt voor het omzetten van vloeibare waterstof of
vloeibare derivaten van waterstof in waterstofgas, dan wel het omzetten van waterstofgas in
vloeibare waterstof, met inbegrip van ondersteunende diensten en tijdelijke opslag
noodzakelijk voor het omzetten en invoeden in, dan wel onttrekken aan de infrastructuur voor
het transport van waterstof;
wettelijke taken of verplichtingen: taken of verplichtingen die bij of krachtens deze wet aan
een systeembeheerder zijn opgedragen;
windpark: installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van wind;
zeggenschap: rechten, overeenkomsten of andere middelen die, afzonderlijk of tezamen,
met inachtneming van alle feitelijke of juridische omstandigheden, het mogelijk maken een
beslissende invloed uit te oefenen op de activiteiten van een onderneming, met name:
1°. eigendoms- of gebruiksrechten op alle vermogensbestanddelen van een onderneming of
delen daarvan;
2° rechten of overeenkomsten die een beslissende invloed verschaffen op de samenstelling,
het stemgedrag of de besluiten van de organen van een onderneming;
zoneoverschrijdende capaciteit: zoneoverschrijdende capaciteit als bedoeld in artikel 2,
onderdeel 70, van verordening 2019/943.
Artikel 1.2 andere gasvormige stoffen
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen deze wet en de daarop rustende bepalingen
geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard op andere gasvormige stoffen dan gas.
10
Artikel 1.3 aansluitingen
- Een onderneming die zich in hoofdzaak bezighoudt met het vervoer van personen of
goederen per trein wordt voor de toepassing van deze wet aangemerkt als een eindafnemer met
een grote aansluiting, ook indien zij feitelijk geen aansluiting heeft.
- Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt als eindafnemer
met een grote aansluiting voor elektriciteit beschouwd een organisatorische eenheid die zich in
hoofdzaak bezig houdt met een bij ministeriële regeling vast te stellen activiteit, mits:
verscheidene aansluitingen; en
meer bedraagt dan 2 MVA.
- Voor een organisatorische eenheid als bedoeld in het tweede lid, wordt als aansluiting
mede aangemerkt de verbinding bestaande uit één of meer leidingen en daarmee verbonden
hulpmiddelen, tussen een transmissie- of distributiesysteem en een zaak die geen onroerende
zaak is als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende
zaken.
Artikel 1.4 gezamenlijke aansluitingen
- Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden meerdere
onroerende zaken als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, van de Wet waardering onroerende
zaken, beschouwd als één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering
onroerende zaken, indien:
1°. een woonfunctie bestemd voor bewoners die zijn ingeschreven bij een instelling als
bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een universiteit of
hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek of die zich voorbereiden op een promotie als bedoeld in artikel
7.18 van laatstgenoemde wet;
2°. een woonoppervlak van maximaal 50 vierkante meter per wooneenheid; en
3°. gemeenschappelijke ruimtes die een meeromvattende functie hebben dan de reguliere
functie van gemeenschappelijke ruimten in een appartementencomplex; en
systeembeheerder.
- De keuze, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan slechts worden ingetrokken ingeval
van ingrijpende renovatie van het bouwwerk.
- Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden twee of meer op
land gelegen installaties voor productie, opslag, conversie of verbruik van elektriciteit
beschouwd als één installatie en één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a
tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, indien:
transportovereenkomst hebben gesloten met de transmissie- of distributiesysteembeheerder
voor elektriciteit; en
maatregel van bestuur vastgesteld minimum;
bestuur vastgesteld maximum.
11
- De eigenaren van de installaties melden de ingebruikname van een gezamenlijke
aansluiting als bedoeld in het derde lid zo spoedig mogelijk aan de Autoriteit Consument en
Markt.
- Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden verschillende op
land gelegen windparken of installaties voor productie van elektriciteit met behulp van zonneenergie die behoren tot eenzelfde groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek, beschouwd als één installatie en één onroerende zaak als bedoeld in
artikel 16, onderdelen a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken, indien:
- de installaties zich in elkaars onmiddellijke nabijheid bevinden; en
- deze installaties onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben.
- Het vijfde lid is niet van toepassing indien de transmissie- of distributiesysteembeheerder
voor elektriciteit aan de producent een aanbod voor het aanleggen van meerdere aansluitingen
heeft gedaan en dit leidt tot lagere kosten voor de transmissie- of distributiesysteembeheerder
voor elektriciteit.
Artikel 1.5 organisaties en vertegenwoordiging bij gezamenlijk optredende eindafnemers
- Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt een organisatie die
geen onderneming is, beschouwd als een:
dan tien werknemers heeft, een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal heeft van ten hoogste €
2 miljoen;
dan vijftig werknemers heeft, een jaaromzet of een jaarlijks balanstotaal heeft van ten hoogste
€ 10 miljoen.
- De vertegenwoordiger van een groep gezamenlijk optredende eindafnemers beschikt
over toestemming tot vertegenwoordiging van de betrokken eindafnemers.
Artikel 1.6 exclusieve economische zone
- Deze wet en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing binnen de
exclusieve economische zone van Nederland zoals vastgesteld bij of krachtens de Rijkswet
instelling exclusieve economische zone, op de daar aanwezige systemen, installaties die zijn
aangesloten op die systemen en de marktdeelnemers, balanceringsverantwoordelijken of
eindafnemers die gebruik maken van die systemen.
- In afwijking van het eerste lid is deze wet en de daarop berustende bepalingen van
toepassing op interconnectorsystemen voor gas met derde landen vanaf het connectiepunt met
het Nederlands transmissiesysteem voor gas tot en met de territoriale zee.
Artikel 1.7 energiearmoede tegengaan
- Bij de toepassing van de regels gesteld bij of krachtens deze wet is het uitgangspunt dat
energiearmoede wordt tegengegaan.
- Bij algemene maatregel van bestuur geeft Onze Minister een definitie van
energiearmoede.
- Jaarlijks wordt gelijktijdig met de klimaat- en energieverkenning als bedoeld in artikel 6
van de Klimaatwet door een of meer bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen
adviesinstanties een verkenning uitgebracht van de mate van energiearmoede in de
samenleving, wie het betreft en wat de ontwikkelingen zijn met betrekking tot het
terugdringen van energiearmoede.
12
HOOFDSTUK 2 ENERGIEMARKTEN
AFDELING 2.1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2.1 rechten en plichten ten aanzien van leveren en aggregeren
- Een aangeslotene sluit voor het afnemen van elektriciteit of gas van een transmissie- of
distributiesysteem met het oog op het verbruik daarvan een leveringsovereenkomst of een
leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer handel.
- Een eindafnemer is vrij een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake
peer-to-peer-handel te sluiten met een leverancier van zijn keuze.
- Een actieve afnemer is vrij een aggregatieovereenkomst te sluiten met een
marktdeelnemer van zijn keuze.
Artikel 2.2 meer marktdeelnemers op één aansluiting
- Een eindafnemer van elektriciteit of actieve afnemer die op zijn aansluiting met meer dan
één marktdeelnemer een overeenkomst sluit inzake levering, teruglevering of facilitering in
peer-to-peer-handel, draagt er zorg voor dat:
waarvan de communicatiefunctionaliteit wordt gebruikt;
allocatiepunten zijn toegekend, opdat elke gecontracteerde marktdeelnemer actief kan zijn op
een eigen allocatiepunt; en
worden vastgesteld op basis van meetgegevens die tot stand komen met behulp van
meetinrichtingen die voldoen aan het bepaalde krachtens artikel 2.46, derde lid.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over de voorwaarden waaronder een eindafnemer of actieve afnemer op zijn aansluiting met
meer dan één marktdeelnemer een overeenkomst kan sluiten.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in afwijking
van het eerste lid, onderdeel c, het verbruik kan worden toegerekend op basis van afspraken
tussen marktdeelnemers, indien deze afspraken voldoen aan de bij die maatregel vast te stellen
voorwaarden.
Artikel 2.3 algemene bepaling marktdeelnemers
- Het is een marktdeelnemer verboden een eindafnemer of actieve afnemer:
- ervan te weerhouden elektriciteit te produceren met het oog op eigen verbruik, opslag,
verkoop of levering aan derden, of actief te zijn op het gebied van flexibiliteit of energieefficiëntie,
derde lid toekomt;
overeenkomsten te sluiten als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid; of
een recht als bedoeld in onderdeel c uitoefent.
- Bepalingen in overeenkomsten met eindafnemers of actieve afnemers die strijdig zijn
met één of meerdere van de in het eerste lid genoemde verboden zijn vernietigbaar.
13
Artikel 2.4 voorwaarden energiegemeenschap
- Een energiegemeenschap neemt in haar statuten, of, in geval van een
personenvennootschap, in een overeenkomst, ten minste op dat:
verlaten; en
aandeelhouders die natuurlijk personen, micro-ondernemingen, kleine ondernemingen,
gemeenten, waterschappen, provincies of gemeenschappelijke regelingen zijn.
- Een energiegemeenschap die hernieuwbare energieprojecten ontwikkelt, kan:
- in aanvulling op het eerste lid, in de statuten of de overeenkomst opnemen dat de leden,
vennoten of aandeelhouders van de energiegemeenschap enkel natuurlijk personen,
gemeenten, waterschappen, provincies, gemeenschappelijke regelingen of microondernemingen, kleine ondernemingen of middelgrote ondernemingen zijn;
energiegemeenschap bij die leden, vennoten of aandeelhouders van de rechtspersoon leggen,
die in de nabije omgeving van de hernieuwbare-energieprojecten zijn gevestigd; en
gelijk stemrecht hebben.
AFDELING 2.2 LEVEREN, FACILITEREN IN PEER-TO PEER-HANDEL EN ENERGIE
DELEN
Paragraaf 2.2.1 Algemene voorschriften over contractuele verhouding tussen eindafnemers en
leveranciers
Artikel 2.5 voorwaarden voor leveranciers
- Een leverancier die elektriciteit of gas levert aan een eindafnemer levert tegen
transparante en redelijke prijzen alsmede onder transparante en redelijke voorwaarden.
- Een prijs is niet redelijk indien die prijs:
- onevenredig hoog is gezien de kosten van de leverancier, en
- niet concurrerend is.
- Een leverancier die elektriciteit of gas levert aan een eindafnemer presenteert zijn prijzen
en voorwaarden op een dusdanige wijze dat eindafnemers in staat zijn prijzen en voorwaarden
van verschillende leveranciers te vergelijken.
- Een leverancier die ten behoeve van een eindafnemer faciliteert in peer-to-peer-handel
handelt tegen transparante kosten alsmede onder transparante en redelijke voorwaarden.
- Een leverancier die faciliteert in peer-to-peer-handel draagt er zorg voor dat de
hoeveelheid elektriciteit die op grond van door hem gesloten leveringsovereenkomsten inzake
peer-to-peer-handel wordt geleverd aan eindafnemers over de periode van een jaar niet groter
is dan de hoeveelheid elektriciteit die op grond van door hem gesloten
terugleveringsovereenkomsten inzake peer-to-peer-handel in dat jaar wordt teruggeleverd door
actieve afnemers.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over de voorwaarden aan leveranciers in het eerste tot en met vijfde lid.
Artikel 2.6 leveringsovereenkomst en leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel
14
- Een leverancier levert een eindafnemer elektriciteit of gas op basis van een
leveringsovereenkomst.
- Een leverancier faciliteert in peer-to-peer-handel ten behoeve van een eindafnemer op
basis van een leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel.
- Een leverancier draagt er zorg voor dat de overeenkomst met een eindafnemer:
- transparant en volledig is;
- is gesteld in begrijpelijke taal; en
- voor het sluiten ervan wordt verstrekt aan de eindafnemer.
- Een leverancier verstrekt een eindafnemer voorafgaand aan het sluiten van de
overeenkomst een samenvatting van de belangrijkste voorwaarden uit de overeenkomst in
begrijpelijke taal.
- Een leverancier registreert bij het sluiten van de overeenkomst of deze gesloten is met
een huishoudelijk eindafnemer of een micro-onderneming.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
- de inhoud van de overeenkomsten;
- het wijzigen en opzeggen van de overeenkomsten;
- de registratieplicht, bedoeld in het vijfde lid;
- de informatie die de leverancier een eindafnemer verstrekt over de energiebronnen bij
levering van elektriciteit of gas uit hernieuwbare bronnen en de wijze waarop deze wordt
verstrekt;
niet kosteloos verstrekt en de wijze waarop deze wordt verstrekt.
Artikel 2.7 factureren en informeren
- Een leverancier verstrekt zijn eindafnemers periodiek en kosteloos facturen,
factureringsinformatie en informatie over energiebronnen, waarin de gegevens inzake de
geleverde elektriciteit of het geleverde gas op transparante en begrijpelijke wijze is
weergegeven.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- de inhoud en inrichting van facturen, factureringsinformatie en informatie over
energiebronnen;
gas;
factureringsinformatie en informatie over energiebronnen verstrekt.
- De informatie over energiebronnen ten aanzien van elektriciteit wordt onderbouwd door
middel van garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57, eerste, tweede of vierde lid.
- De informatie over energiebronnen ten aanzien van gas uit hernieuwbare bronnen wordt
onderbouwd door middel van garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57, derde lid.
Artikel 2.8 klachtenprocedure
- Een leverancier voorziet in een transparante, kosteloze en eenvoudige interne procedure
voor de behandeling van klachten van zijn eindafnemers.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld, die kunnen verschillen per type
eindafnemer, over:
15
Artikel 2.9 dynamische elektriciteitsprijs
- Een leverancier, niet zijnde een leverancier die faciliteert in peer-to-peer-handel, met
meer dan 200.000 eindafnemers, biedt eindafnemers die beschikken over een meetinrichting
waarvan communicatiefunctionaliteit wordt gebruikt desgevraagd een leveringsovereenkomst
aan, waarin de prijsvariatie op de spotmarkten wordt weerspiegeld en waarbij de intervallen
gelijk of groter zijn aan de marktvereffeningsperiode van die markten.
- De leverancier verstrekt een eindafnemer voorafgaand aan het sluiten van een
leveringsovereenkomst als bedoeld in het eerste lid, informatie over de mogelijkheden, kosten
en risico's van deze overeenkomsten.
Paragraaf 2.2.2 Aanvullende voorschriften over contractuele verhouding tussen huishoudelijk
eindafnemers of micro-ondernemingen en leveranciers
Artikel 2.10 vernietigbaarheid
Een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel met een
huishoudelijk eindafnemer of een micro-onderneming, die niet voldoet aan het bepaalde bij of
krachtens artikel 2.6, derde, vierde en zesde lid, is vernietigbaar.
Artikel 2.11 toepasselijk recht
- Het Nederlands recht is van toepassing op een overeenkomst tussen een leverancier en
een huishoudelijk eindafnemer of een micro-onderneming.
- De Nederlandse rechter is bij uitsluiting bevoegd kennis te nemen van geschillen over
een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel.
- Een beding in een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake peer-to-peerhandel dat in strijd is met het eerste of tweede lid, is nietig.
Artikel 2.12 overeenkomsten met micro-ondernemingen
- Afdeling 3a van titel 3 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige
toepassing op een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake peer-to-peerhandel tussen een leverancier en een micro-onderneming.
- De artikelen 236 en 237 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek zijn mede van
toepassing op voorwaarden in een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake
peer-to-peer-handel tussen een leverancier en een micro-ondernemer.
Paragraaf 2.2.3 Voorschriften beëindigen van leveringsovereenkomsten en
leveringsovereenkomsten inzake peer-to-peer-handel
Artikel 2.13 eindafrekening
Als een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel
eindigt, verstrekt de leverancier de eindafnemer binnen een bij ministeriële regeling te bepalen
termijn een eindafrekening.
Artikel 2.14 overstappen
16
- Als een eindafnemer overstapt naar een andere leverancier, zorgt de nieuwe leverancier
ervoor dat de handelingen die noodzakelijk zijn voor deze overstap worden verricht.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze waarop en de termijn
waarbinnen de leverancier de overstap realiseert.
Artikel 2.15 opzegvergoeding huishoudelijk eindafnemer en micro-onderneming
- Een leverancier kan een huishoudelijk eindafnemer of een micro-onderneming voor de
opzegging van een leveringsovereenkomst of leveringsovereenkomst inzake peer-to-peerhandel door die eindafnemer alleen een opzegvergoeding in rekening brengen, indien het een
tussentijdse opzegging betreft van een overeenkomst voor bepaalde duur en een vooraf of
tijdens de overeenkomst vast overeengekomen prijs of vast overeengekomen kosten, en de
opzegvergoeding in de overeenkomst is opgenomen.
- Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de voorwaarden en de hoogte
van de opzegvergoeding.
Artikel 2.16 overstappen huishoudelijk eindafnemer en micro-onderneming
Een leverancier brengt met betrekking tot een overstap van een huishoudelijk eindafnemer
of een micro-onderneming, buiten de eventueel op grond van artikel 2.15 in rekening te
brengen kosten geen andere kosten in rekening.
Paragraaf 2.2.4 Vergunning leveranciers voor levering aan of facilitering in peer-to-peerhandel ten behoeve van eindafnemers met een kleine aansluiting
Artikel 2.17 vergunningsplicht leverancier
- Het is verboden zonder vergunning als bedoeld in artikel 2.18, derde lid, elektriciteit of
gas te leveren aan een eindafnemer met een kleine aansluiting of te faciliteren in peer-to-peerhandel ten behoeve van een eindafnemer met een kleine aansluiting.
- In afwijking van het eerste lid:
- mag een energiegemeenschap die elektriciteit of gas produceert deze leveren zonder
vergunning, indien:
1°. de energiegemeenschap over de periode van een jaar niet meer elektriciteit of gas levert
dan ze op jaarbasis invoedt op het systeem;
2°. wordt geleverd aan eindafnemers met een kleine aansluiting die leden of
aandeelhouders van de energiegemeenschap zijn; en
3°. de energiegemeenschap niet meer leden of afzonderlijke aandeelhouders heeft dan een
bij ministeriële regeling vast te stellen aantal;
zonder vergunning leveren, indien hij over de periode van een jaar niet meer elektriciteit levert
dan hij zelf invoedt op het systeem;
indien er sprake is van een overeenkomst met een groep eindafnemers, waarbij:
1°. de meerderheid van de in de groep participerende eindafnemers rechtspersoon is of
handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf;
2°. de in de groep participerende eindafnemers onderling technische, organisatorische of
functionele bindingen hebben;
3°. de vertegenwoordiger beschikt over toestemming tot vertegenwoordiging van de bij de
overeenkomst betrokken eindafnemers; en
17
4°. de eindafnemers met een kleine aansluiting voorafgaand aan het sluiten van de
leveringsovereenkomst door de vertegenwoordiger, bedoeld onder 3°, zijn gewezen op de
gevolgen voor hun rechtspositie en zij uitdrukkelijk met die gevolgen hebben ingestemd;
eindafnemer met een kleine aansluiting indien die eindafnemer een dochtermaatschappij in de
zin van artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is van die producent;
een kleine aansluiting die zijn aangesloten op een gesloten systeem;
leveren aan of zonder vergunning faciliteren in peer-to-peer-handel ten behoeve van ten
hoogste 500 eindafnemers met een kleine aansluiting die gevestigd zijn in gebieden aan de
Nederlandse landsgrens.
Artikel 2.18 aanvragen en verlenen vergunning
- Een leverancier die krachtens artikel 2.17 vergunningplichtig is, beschikt over de
benodigde organisatorische, financiële en technische kwaliteiten alsmede over voldoende
deskundigheid en is tevens aangesloten bij een instantie voor buitengerechtelijke
geschilbeslechting.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de
vereisten, bedoeld in het eerste lid.
- De Autoriteit Consument en Markt verleent een leverancier op aanvraag een vergunning
als hij voldoet aan de eisen, gesteld bij of krachtens het eerste en tweede lid.
- De Autoriteit Consument en Markt kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een
vergunning.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
- de voorwaarden waaraan een aanvraag moet voldoen;
- de procedure voor de aanvraag van een vergunning;
- de informatie die de vergunninghouder na het verlenen van de vergunning al dan niet
periodiek moet verstrekken.
- De leverancier namens wie of voor wie personen of instanties overeenkomsten afsluiten
draagt er zorg voor dat deze personen of instanties beschikken over de kwaliteiten en
deskundigheid die voor de leverancier gelden. Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien
van deze personen of instanties tevens aanvullende regels gesteld worden in verband met
specifieke kenmerken van het namens of voor de leverancier afsluiten van overeenkomsten.
Artikel 2.19 wijzigen en intrekken vergunning
- De Autoriteit Consument en Markt kan een vergunning wijzigen of intrekken indien:
- de vergunninghouder niet voldoet aan één of meer bij of krachtens deze wet of de
artikelen 193b tot en met 193j van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek opgelegde
verplichtingen;
beperkingen niet nakomt;
verstrekt en de verstrekking van juiste en volledige gegevens tot een andere beschikking op de
aanvraag zou hebben geleid; of
vergunde activiteit of in de vergunning opgenomen voorschriften na te komen.
18
- In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en c tot en met e, kan de Autoriteit
Consument en Markt ter bescherming van eindafnemers met een kleine aansluiting de
vergunninghouder bij beschikking een verbod opleggen om aan eindafnemers met een kleine
aansluiting een leveringsovereenkomst aan te bieden gedurende een bij die beschikking aan te
geven termijn.
Artikel 2.20 weigering of intrekking vergunning op grond van Wet Bibob
- Een vergunning kan worden geweigerd of ingetrokken in het geval en onder de
voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het
openbaar bestuur.
- Voordat toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, kan het Bureau bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet
bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in
artikel 9 van die wet worden gevraagd.
Artikel 2.21 overdragen vergunning
- Een vergunning kan met inachtneming van de vereisten, gesteld bij of krachtens artikel
2.18, eerste of tweede lid, slechts worden overgedragen met toestemming van de Autoriteit
Consument en Markt.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de
voorwaarden voor en de procedure bij het overdragen van een vergunning als bedoeld in het
eerste lid.
- De Autoriteit Consument en Markt kan de toestemming weigeren of intrekken in het
geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
- Indien een vergunning wordt overgedragen, neemt de overnemende vergunninghouder
alle leveringsovereenkomsten en leveringsovereenkomsten inzake peer-to-peerhandel over die
de overdragende vergunninghouder met eindafnemers met een kleine aansluiting heeft
gesloten. In afwijking van het eerste lid van artikel 159 van boek 6 van het Burgerlijk
Wetboek is medewerking van de eindafnemer niet vereist.
Artikel 2.22 leveringsplicht
Een vergunninghouder, niet zijnde een vergunninghouder die enkel faciliteert in peer-topeer-handel, doet een aanbod tot levering van elektriciteit of gas aan iedere eindafnemer met
een kleine aansluiting, die daarom verzoekt.
Artikel 2.23 modelcontracten
- Een vergunninghouder, niet zijnde een vergunninghouder die enkel faciliteert in peer-topeer-handel, is verplicht om aan eindafnemers met een kleine aansluiting naast eventuele
andere vrije contractvormen, levering volgens de modelcontracten, bedoeld in het tweede lid,
aan te bieden.
- De Autoriteit Consument en Markt stelt ter bescherming van de belangen van
eindafnemers met een kleine aansluiting een modelcontract vast:
- voor een bepaalde tijd van tenminste twaalf maanden met vaste tarieven; en
- voor een onbepaalde tijd met variabele tarieven.
- Het modelcontract bedoeld in tweede lid, onderdeel a, ziet ook op invoeding van
elektriciteit als bedoeld in artikel 2.31.
19
Artikel 2.24 meldplicht in het kader van leveringszekerheid
De vergunninghouder doet, indien hij voorziet of behoort te voorzien dat hij niet langer in
staat zal zijn om zijn plicht tot levering van elektriciteit of gas aan zijn eindafnemers met een
kleine aansluiting na te komen, daarvan onverwijld mededeling aan de
transmissiesysteembeheerder en aan de Autoriteit Consument en Markt.
Artikel 2.25 maatregelen in het kader van leveringszekerheid
- Ingeval van intrekking van een vergunning of faillissement van een vergunninghouder
kunnen leveringsovereenkomsten of leveringsovereenkomsten inzake peer-to-peerhandel die
de vergunninghouder heeft gesloten met eindafnemers met een kleine aansluiting binnen een
bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn worden overgedragen aan een andere
vergunninghouder. In afwijking van het eerste lid van artikel 159 van boek 6 van het
Burgerlijk Wetboek is medewerking van de eindafnemer niet vereist. Een eindafnemer met
een kleine aansluiting is gedurende een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn
niet bevoegd zijn geldende overeenkomst met de vergunninghouder wiens vergunning wordt
ingetrokken dan wel die in faillissement verkeert, op te zeggen.
- De Autoriteit Consument en Markt wijst na een bij algemene maatregel van bestuur te
bepalen termijn een of meer vergunninghouders aan die de levering van elektriciteit of gas
overeenkomstig het derde en vierde lid voortzetten aan de eindafnemers met een kleine
aansluiting die nog een overeenkomst hebben met de vergunninghouder wiens vergunning
wordt ingetrokken dan wel die in faillissement verkeert, volgens een bij algemene maatregel
van bestuur te bepalen wijze van verdeling van de eindafnemers over de aangewezen
vergunninghouders.
- Vanaf het moment dat het besluit van de Autoriteit Consument en Markt, bedoeld in het
tweede lid, in werking treedt worden de overeenkomsten, bedoeld in het eerste lid, die niet aan
een andere vergunninghouder zijn overgedragen geacht te zijn beëindigd, en is de aangewezen
vergunninghouder jegens een hem toebedeelde eindafnemer gehouden tot levering van
elektriciteit of gas en is de eindafnemer voor die levering een vergoeding verschuldigd.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
- de termijn waarbinnen en de voorwaarden waaronder de verplichtingen, bedoeld in het
derde lid, worden uitgevoerd of de verstrekking door de vergunninghouder, bedoeld in het
eerste lid, of de curator in diens faillissement, van bepaalde gegevens over de eindafnemers,
die voor de uitvoering noodzakelijk zijn, aan aan te wijzen partijen;
verzekeren.
Artikel 2.26 voorkomen beëindiging levering
- Een vergunninghouder neemt preventieve maatregelen om het beëindigen van levering
aan of de facilitering in peer-to-peer-handel ten behoeve van een eindafnemer met een kleine
aansluiting wegens wanbetaling zoveel mogelijk te voorkomen.
- Een leverancier beëindigt de levering aan of de facilitering in peer-to-peer-handel ten
behoeve van een eindafnemer met een kleine aansluiting niet, behoudens in bij ministeriële
regeling te bepalen gevallen of onder bij die regeling te bepalen voorwaarden. De regeling
voorziet in waarborgen voor de bescherming van kwetsbare afnemers.
- Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over:
20
voorkomen, waaronder de verstrekking van bepaalde gegevens over de eindafnemer aan aan te
wijzen instanties;
peer-to-peer-handel ten behoeve van eindafnemers met een kleine aansluiting.
Paragraaf 2.2.5 Leveranciersmodel
Artikel 2.27 innen tarieven
- Een leverancier die actief is op een primair allocatiepunt behorend bij een kleine
aansluiting, factureert en int de voor deze aansluiting aan een distributiesysteembeheerder
periodiek verschuldigde tarieven. De leverancier brengt hiervoor geen kosten in rekening aan
de distributiesysteembeheerder.
- De betaling door een aangeslotene aan de leverancier van overeenkomstig het eerste lid
gefactureerde bedragen, geldt als bevrijdende betaling.
- Rechtsvorderingen tot betaling van de door de leverancier overeenkomstig het eerste lid
gefactureerde bedragen verjaren door verloop van twee jaren. Indien de leverancier een
vordering tot betaling van de factuur, bedoeld in het eerste lid, niet heeft gedaan binnen twee
jaar nadat de vordering opeisbaar is geworden, vervalt het recht om voor de betreffende dienst
bij deze aangeslotene te factureren.
- De leverancier draagt per periode de overeenkomstig het eerste lid gefactureerde of te
factureren bedragen af aan de desbetreffende distributiesysteembeheerder.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- de administratie die een leverancier bijhoudt in verband met de uitvoering van het eerste
lid;
een gelijkmatige afdracht aan de distributiesysteembeheerders.
Artikel 2.28 informatie over aansluit- en transportovereenkomsten
- Een leverancier die actief is op een primair allocatiepunt behorend bij een kleine
aansluiting, faciliteert bij de totstandkoming, wijziging en opzegging van een aansluit- of
transportovereenkomst tussen een distributiesysteembeheerder en de aangeslotene en de
informatieverstrekking tussen beide partijen.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de wijze waarop
invulling wordt gegeven aan de facilitering, bedoeld in het eerste lid, en de informatie die de
leverancier in dat kader verstrekt aan de aangeslotene of de distributiesysteembeheerder.
Artikel 2.29 doorzendplicht klachten
Een leverancier die actief is op een primair allocatiepunt behorend bij een kleine
aansluiting, zendt klachten of vragen van de aangeslotene over het systeembeheer onverwijld
door naar de systeembeheerder op wie de klacht of vraag betrekking heeft, onder gelijktijdige
mededeling daarvan aan de eindafnemer.
Paragraaf 2.2.6 Energie delen
Artikel 2.30 Energie delen
21
- Een actieve afnemer of een aangeslotene binnen een energiegemeenschap heeft het recht
om energie te delen, indien:
met een leverancier die energie delen aanbiedt;
bedoelde leverancier een leverings- of terugleveringsovereenkomst heeft;
meetinrichting waarvan de communicatiefunctionaliteit wordt gebruikt; en
- de elektriciteit gedeeld wordt per onbalansverrekeningsperiode.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de
lokaliteit waarop energie gedeeld mag worden.
Paragraaf 2.2.7 Overige bepalingen
Artikel 2.31 salderen elektriciteit
- Als een eindafnemer met een kleine aansluiting hernieuwbare elektriciteit produceert en
hij geen terugleveringsovereenkomst heeft gesloten met een andere marktdeelnemer dan zijn
leverancier, en voor zover die elektriciteit niet is gedeeld met een andere eindafnemer,
berekent de leverancier het verbruik ten behoeve van de facturering en inning van de
leveringskosten door de aan het systeem onttrokken elektriciteit te verminderen met de op het
systeem ingevoede elektriciteit, waarbij de vermindering maximaal de hoeveelheid aan het
systeem onttrokken elektriciteit bedraagt.
- Als een eindafnemer met een kleine aansluiting niet-hernieuwbare elektriciteit produceert
en hij geen terugleveringsovereenkomst heeft gesloten met een andere marktdeelnemer dan
zijn leverancier, en voor zover die elektriciteit niet is gedeeld met een andere eindafnemer,
berekent de leverancier het verbruik ten behoeve van de facturering en inning van de
leveringskosten door de aan het systeem onttrokken elektriciteit te verminderen met de op het
systeem ingevoede elektriciteit, met een maximum van 5.000 kWh aan op het systeem
ingevoede elektriciteit, voor zover het saldo van de aan het systeem onttrokken minus de op
het systeem ingevoede elektriciteit niet minder dan nul bedraagt.
- Als de door de eindafnemer op het systeem ingevoede hoeveelheid elektriciteit groter is
dan de hoeveelheid die ingevolge het eerste of tweede lid in mindering wordt gebracht op de
door die leverancier geleverde elektriciteit, betaalt de leverancier aan de betreffende
eindafnemer voor het meerdere een redelijke vergoeding. De redelijke vergoeding voor
hernieuwbare elektriciteit kan niet worden vastgesteld op een negatief bedrag.
- Indien aan de aansluiting meerdere allocatiepunten zijn toegekend, is het eerste tot en
met derde lid van toepassing op een leverancier die levert op een allocatiepunt dat direct
verbonden is met het overdrachtspunt en waaraan door de distributiesysteembeheerder zowel
afname als invoeding wordt toegewezen.
- Artikel 2.5, eerste, derde en zesde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de
vergoeding en voorwaarden waaronder de elektriciteit wordt ingevoed, met dien verstande dat
de hoogte van de vergoeding wordt bepaald overeenkomstig het derde lid.
Artikel 2.32 bewaarplicht leverancier
- Een leverancier bewaart zijn administratie inzake overeenkomsten met eindafnemers of
transmissiesysteembeheerders en elektriciteitsderivaten met handelaren of
transmissiesysteembeheerders gedurende een periode van vijf jaar en houdt deze gedurende
die periode ter beschikking voor de Autoriteit Consument en Markt en de Europese
Commissie.
22
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over exacte gegevens die vallen
onder de bewaarplicht, bedoeld in het eerste lid.
- De Autoriteit Consument en Markt kan informatie uit de administratie van een
leverancier ter beschikking te stellen aan een marktdeelnemer indien ten aanzien van de
administratie van leveranciers van elektriciteit is voldaan aan artikel 64, derde lid, van richtlijn
2019/944 en van leveranciers van gas is voldaan aan artikel 44, derde lid, van richtlijn
2009/73.
Artikel 2.33 uitzonderingen actieve afnemer
- Op een actieve afnemer als bedoeld in artikel 2.17, tweede lid, onderdeel b, is artikel 2.8
en artikel 2.32 niet van toepassing.
- Op een actieve afnemer die elektriciteit levert aan een eindafnemer via een
marktdeelnemer die faciliteert in peer-to-peer-handel is afdeling 2.2 niet van toepassing.
AFDELING 2.3 TERUGLEVEREN, FACILITEREN IN PEER-TO-PEER-HANDEL EN
VRAAGRESPONS TEN BEHOEVE VAN ACTIEVE AFNEMERS
Artikel 2.34 aggregatieovereenkomsten
- Een marktdeelnemer neemt elektriciteit af van een actieve afnemer op basis van een
terugleveringsovereenkomst.
- Een marktdeelnemer faciliteert in peer-to-peer-handel ten behoeve van een actieve
afnemer op basis van een terugleveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel.
- Een marktdeelnemer levert een vraagresponsdienst aan een actieve afnemer op basis van
een vraagresponsovereenkomst.
- Een marktdeelnemer die een aggregatieovereenkomst sluit, draagt er zorg voor dat deze
overeenkomst:
- transparant en volledig is;
- is gesteld in begrijpelijke taal; en
- voor het sluiten ervan wordt verstrekt aan de actieve afnemer.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
- de inhoud van de overeenkomsten;
- het wijzigen en opzeggen van de overeenkomsten;
- informatie die een marktdeelnemer een actieve afnemer al dan niet periodiek en al dan
niet kosteloos verstrekt en de wijze waarop deze wordt verstrekt.
Artikel 2.35 factureren en informeren
- Een marktdeelnemer die met een actieve afnemer een aggregatieovereenkomst heeft
gesloten, verstrekt die afnemer periodiek en kosteloos een factuur en informeert hem periodiek
en kosteloos over de teruggeleverde elektriciteit of verandering van zijn verbruik.
- De informatie is op begrijpelijke en transparante wijze weergegeven.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- de informatie die wordt verstrekt;
- wijze waarop de facturen en informatie worden verstrekt;
- de frequentie van de facturering en informatieverstrekking.
Artikel 2.36 klachtenprocedure
23
- Een marktdeelnemer die aan aggregatie doet voorziet in een transparante, kosteloze en
eenvoudige interne procedure voor de behandeling van klachten van zijn actieve afnemers.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld, die kunnen verschillen per type afnemer,
over:
Artikel 2.37 toepasselijk recht
- Het Nederlands recht is van toepassing op een aggregatieovereenkomst met een actieve
afnemer die tevens huishoudelijk eindafnemer of micro-onderneming is.
- De Nederlandse rechter is bij uitsluiting bevoegd kennis te nemen van geschillen over
aggregatieovereenkomsten met een actieve afnemer die tevens huishoudelijk eindafnemer of
micro-onderneming is.
- Een beding in een aggregatieovereenkomst dat strijdig is met het eerste of tweede lid, is
nietig.
Artikel 2.38 eindafrekening
Als een aggregatieovereenkomst eindigt, verstrekt de marktdeelnemer die partij was bij die
overeenkomst, de actieve afnemer binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn een
eindafrekening.
Artikel 2.39 opzegvergoeding
- Een marktdeelnemer kan een actieve afnemer die tevens huishoudelijk eindafnemer of
een micro-onderneming is, voor de opzegging van een aggregatieovereenkomst door die
actieve afnemer, alleen een opzegvergoeding in rekening brengen, indien het een tussentijdse
opzegging betreft van een aggregatieovereenkomst voor bepaalde duur en een vast
overeengekomen prijs of vast overeengekomen kosten, en de opzegvergoeding in de
aggregatieovereenkomst is opgenomen.
- Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de voorwaarden en de hoogte
van de vergoeding.
Artikel 2.40 overstappen
- Als een actieve afnemer overstapt naar een andere marktdeelnemer aan wie hij
teruglevert, die ten behoeve van hem faciliteert in peer-to-peer-handel, of die hem
vraagresponsdiensten levert, zorgt de nieuwe marktdeelnemer ervoor dat de handelingen die
noodzakelijk zijn voor deze overstap worden verricht.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze waarop en de termijn
waarbinnen de nieuwe marktdeelnemer de overstap realiseert.
- De nieuwe marktdeelnemer brengt voor een overstap van een actieve afnemer of groep
actieve afnemers, die tevens huishoudelijk eindafnemer of een micro-onderneming is of zijn,
buiten de eventueel op grond van artikel 2.39 in rekening te brengen kosten, geen andere
kosten in rekening.
Artikel 2.41 vraagrespons en verrekening
- Een marktdeelnemer die op een allocatiepunt niet tevens de leverancier is, levert op dat
allocatiepunt geen vraagresponsdiensten, tenzij met de balanceringsverantwoordelijke voor
24
elektriciteit op dat allocatiepunt een overeenkomst op basis van het aanbod, bedoeld in het
tweede lid is gesloten.
- Als een marktdeelnemer met een actieve afnemer ten aanzien van een allocatiepunt een
vraagresponsovereenkomst heeft gesloten, doet de balanceringsverantwoordelijke voor
elektriciteit op dat allocatiepunt, al dan niet in samenspraak met de leverancier op dat
allocatiepunt de marktdeelnemer die vraagresponsdiensten levert op diens verzoek een redelijk
aanbod inzake de financiële compensatie en de voorwaarden voor de aanpassing van het
elektriciteitsprogramma als gevolg van de vraagrespons, over de vergoeding van eventuele
onbalanskosten die hierdoor ontstaan en de uitwisseling van relevante gegevens.
- Marktdeelnemers passen bij de berekening van de financiële compensatie een door de
Autoriteit Consument en Markt vast te stellen berekeningsmethode toe, waarbij zowel
rekening wordt gehouden met de ingekochte maar door vraagrespons niet verkochte
elektriciteit als de niet ingekochte maar door vraagrespons extra verkochte elektriciteit.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over:
- de uitgangspunten waaraan een berekeningsmethode ten minste moet voldoen;
- de inhoud van het aanbod, bedoeld in het tweede lid;
- de termijn waarbinnen een redelijk aanbod moet worden gedaan.
- Het eerste lid is niet van toepassing indien een markdeelnemer die vraagresponsdiensten
levert, optreedt als aanbieder van diensten aan de transmissie- of distributiesysteembeheerder
van elektriciteit in verband met systeembehoeften.
AFDELING 2.4 BALANCEREN
Artikel 2.42 balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit
- De marktdeelnemer die door een aangeslotene is gecontracteerd op een allocatiepunt,
draagt er zorg voor dat er overeenkomstig artikel 5 van verordening 2019/943 een
balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit actief is op dat allocatiepunt.
- Een producent of actieve afnemer die niet via een marktdeelnemer elektriciteit verkoopt,
of een eindafnemer die niet via een marktdeelnemer elektriciteit koopt, is er zelf
verantwoordelijk voor dat er overeenkomstig artikel 5 van verordening 2019/943 een
balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit actief is op het betreffende allocatiepunt.
Artikel 2.43 balanceringsverantwoordelijke voor gas
- Een aangeslotene met een grote aansluiting op een transmissie- of distributiesysteem
voor gas, of een marktdeelnemer namens die aangeslotene, sluit met het oog op het afnemen of
invoeden van gas een overeenkomst met een netgebruiker om transportcapaciteit te boeken op
het transmissiesysteem voor gas.
- In afwijking van het eerste lid draagt bij een gasopslagsysteem, een LNG-systeem, een
interconnectorsysteem voor gas of een gasproductienet, de gebruiker van deze systemen of
leidingen, of een marktdeelnemer namens deze gebruiker, er zorg voor dat een netgebruiker
transportcapaciteit boekt op het transmissiesysteem voor gas met het oog op de invoeding of
afname van gas op het transmissiesysteem van gas.
- Voor een aangeslotene met een kleine aansluiting op een distributiesysteem voor gas
draagt de door de aangeslotene gecontracteerde leverancier er zorg voor dat een netgebruiker
transportcapaciteit boekt op het transmissiesysteem voor gas met het oog op de levering van
gas aan deze aangeslotene.
- De netgebruiker, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, is de
balanceringsverantwoordelijke voor gas op het aan die aansluiting toegekende allocatiepunt,
25
dan wel, indien van toepassing, voor het door hem gecontracteerde deel van het aan het
gasopslagsysteem, LNG-systeem, interconnectorsysteem voor gas of gasproductienet
toegekende allocatiepunt.
Artikel 2.44 gasoverdracht
Als gas binnen het transmissiesysteem voor gas wordt overgedragen naar een andere
balanceringsportfolio dan vindt deze overdracht plaats op een virtueel handelspunt op dat
systeem.
Artikel 2.45 overstappen
- Als een aangeslotene, marktdeelnemer of gebruiker als bedoeld in artikel 2.43, tweede
lid, kiest voor een andere balanceringsverantwoordelijke, zorgt de nieuw gecontracteerde
balanceringsverantwoordelijke ervoor dat de handelingen die noodzakelijk zijn voor deze
overstap worden verricht.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze waarop en de termijn
waarbinnen de nieuwe balanceringsverantwoordelijke de overstap realiseert.
- Een balanceringsverantwoordelijke brengt de aangeslotene, marktdeelnemer of gebruiker
voor de overstap geen kosten in rekening.
AFDELING 2.5 METEN
Paragraaf 2.5.1 Algemene bepalingen
Artikel 2.46 beschikken over meetinrichting
- Een aangeslotene beschikt op of nabij ieder overdrachtspunt over een geïnstalleerde
meetinrichting die voldoet aan de krachtens het derde lid gestelde eisen, tenzij:
regeling te stellen voorwaarden;
aansluiting op een gesloten systeem van de beheerder, bedoeld in artikel 1 van de
Spoorwegwet;
beheerder van het gesloten systeem elektriciteit of gas aan deze aangeslotene levert.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:
- situaties waarin een aangeslotene tevens beschikt over een geïnstalleerde meetinrichting
op een andere plaats dan op of nabij een overdrachtspunt, waarbij kan worden bepaald dat die
andere plaats wordt aangemerkt als een additioneel allocatiepunt;
installeert en beheert;
verzamelt, valideert en vaststelt.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de eisen en functionaliteiten waaraan
een meetinrichting of een onderdeel van een meetinrichting ten minste moet voldoen. Deze
regels kunnen in ieder geval verschillen:
26
additioneel allocatiepunt;
moet worden.
Artikel 2.47 meetactiviteiten
- Een aangeslotene met een kleine aansluiting verleent de distributiesysteembeheerder de
nodige medewerking aan de uitvoering van de taken, genoemd in de artikelen 3.51 en 3.53,
tweede lid, tweede volzin.
- Een aangeslotene met een grote aansluiting, niet zijnde een aangeslotene als bedoeld in
het derde of vierde lid of een beheerder van een gesloten systeem voor gas, draagt er zorg voor
dat op zijn aansluiting een meetverantwoordelijke partij actief is.
- Een aangeslotene met een grote aansluiting op het transmissiesysteem voor gas die
uitsluitend gas onttrekt, verleent de transmissiesysteembeheerder voor gas de nodige
medewerking aan de uitvoering van de taken, genoemd in artikel 3.54.
- Een aangeslotene met een grote aansluiting op het transmissiesysteem voor gas die
uitsluitend gas invoedt of die een gasopslagbeheerder is, voert de meetactiviteiten uit
overeenkomstig artikel 2.55.
Paragraaf 2.5.2 Verplichtingen meetverantwoordelijke partijen
Artikel 2.48 meetverplichtingen
- Een meetverantwoordelijke partij:
- installeert en beheert op of nabij ieder overdrachtspunt een meetinrichting die voldoet
aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen;
artikel 2.46, tweede lid, onderdeel a, vastgestelde plaatsen;
door hem beheerde meetinrichtingen door;
- verzamelt en valideert per geïnstalleerde meetinrichting meetgegevens en stelt deze vast.
- Bij ministeriële regeling worden voor de verschillende soorten meetinrichtingen die
krachtens artikel 2.46, derde lid, zijn toegestaan regels gesteld over:
vaststellen van meetgegevens.
- Een meetverantwoordelijke partij kan met een aangeslotene overeenkomen dat de
aangeslotene de meetgegevens ten aanzien van de kwaliteit van het door hem ingevoede gas
zelf verzamelt, valideert en vaststelt. In dat geval geeft de aangeslotene de meetgegevens
overeenkomstig het eerste lid, onderdeel c, door.
Artikel 2.49 controlesystematiek meetinrichtingen
27
- Een meetverantwoordelijke partij past een door Onze Minister goedgekeurd protocol
voor een periodieke controle van meetinrichtingen toe op de bij of krachtens artikel 2.46,
derde lid, en de bij of krachtens artikel 5 van de Metrologiewet gestelde eisen.
- Bij ministeriële regeling kunnen eisen worden gesteld aan het protocol.
Artikel 2.50 erkenning meetverantwoordelijke partij
- Het is verboden zonder een erkenning als bedoeld in het vierde lid, bij aangeslotenen als
bedoeld in artikel 2.47, tweede lid, meetinrichtingen te installeren en te beheren en daar te
meten.
- Een meetverantwoordelijke partij:
- beschikt over de benodigde organisatorische en technische kwaliteiten alsmede
voldoende deskundigheid voor een goede uitvoering van zijn verplichtingen; en
de artikelen 4.7 en 4.11 na te komen.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de
vereisten, bedoeld in het tweede lid.
- De Autoriteit Consument en Markt verleent een meetverantwoordelijke partij op
aanvraag een erkenning als de meetverantwoordelijke partij voldoet aan de eisen, bedoeld in
het tweede lid.
- De Autoriteit Consument en Markt kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een
erkenning.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
- de voorwaarden waaraan een aanvraag moet voldoen;
- de procedure voor de aanvraag van een erkenning;
- de informatie die een meetverantwoordelijke partij na het verlenen van de erkenning al
dan niet periodiek moet verstrekken.
Artikel 2.51 wijzigen en intrekken erkenning
- De Autoriteit Consument en Markt kan een erkenning als bedoeld in artikel 2.50, vierde
lid, wijzigen of intrekken indien:
bij of krachtens de artikelen 2.48 of 2.50, tweede lid, onderdeel a, afdeling 4.1 en de artikelen
4.7 en 4.11;
beperkingen niet nakomt;
verstrekt en de verstrekking van juiste en volledige gegevens tot een andere beschikking op de
aanvraag zou hebben geleid; of
de erkende activiteit of in de erkenning opgenomen voorschriften na te komen.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
met betrekking tot de tijdelijke voorzieningen en de procedure bij intrekking van de erkenning.
Artikel 2.52 rapportageverplichting
- Een meetverantwoordelijke partij rapporteert aan de Autoriteit Consument en Markt over
de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens artikel 2.48.
28
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de frequentie
waarmee gerapporteerd wordt en de eisen waaraan een rapportage moet voldoen.
Artikel 2.53 overdragen erkenning
- Een erkenning als bedoeld in artikel 2.50, vierde lid, kan slechts worden overgedragen
met toestemming van de Autoriteit Consument en Markt.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de
voorwaarden voor en de procedure bij het overdragen van een erkenning als bedoeld in het
eerste lid.
Paragraaf 2.5.3 Verplichtingen voor anderen dan meetverantwoordelijke partijen
Artikel 2.54 verplichtingen leverancier
- Een leverancier die actief is op een primair allocatiepunt van een aangeslotene met een
kleine aansluiting die beschikt over een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit of
een meetinrichting waarvan de communicatiefunctionaliteit administratief is uitgeschakeld:
- verzamelt en valideert meetgegevens en stelt deze vast ten behoeve van de aangeslotene;
- geeft overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 4.8, zesde lid, gegevens door.
- De aangeslotene verleent medewerking aan de leverancier bij het verzamelen van
meetgegevens.
- Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke meetgegevens worden verzameld en
worden voorts regels gesteld over:
vaststellen van meetgegevens.
Artikel 2.55 verplichtingen aangeslotenen die zelf meten
- Een aangeslotene met een grote aansluiting op het transmissiesysteem voor gas die
uitsluitend gas invoedt of die een gasopslagbeheerder is:
en
de door hem beheerde meetinrichtingen door.
- Bij ministeriële regeling worden ten aanzien van de verplichtingen, genoemd in het
eerste lid regels gesteld over:
vaststellen van meetgegevens.
29
Artikel 2.56 erkenning meetverantwoordelijkheid kleine aansluitingen buiten
overdrachtspunten
- Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het voor een partij,
uitgezonderd de distributiesysteembeheerder of meetverantwoordelijke partij, in bij die
maatregel te bepalen situaties en op daarbij te bepalen plaatsen, verboden is zonder erkenning
van de Autoriteit Consument en Markt meetinrichtingen als bedoeld in artikel 2.46, tweede lid,
te installeren en te beheren en daar te meten.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen onderdelen van deze wet met
betrekking tot een meetverantwoordelijke partij van overeenkomstige toepassing worden
verklaard op de partij, bedoeld in het eerste lid, en kunnen ook overigens regels worden
gesteld over de aanvraag, vereisten, wijziging, intrekking en overdracht van de erkenning,
bedoeld in het eerste lid.
AFDELING 2.6 OVERIGE BEPALINGEN
Paragraaf 2.6.1 Garanties van oorsprong
Artikel 2.57 bewijs garantie van oorsprong
- Een garantie van oorsprong voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen toont bij
uitsluiting aan dat een producent de daarop aangegeven hoeveelheid elektriciteit heeft
geproduceerd uit hernieuwbare bronnen of met energie uit hernieuwbare bronnen.
- Een garantie van oorsprong voor elektriciteit geproduceerd in een installatie voor
hoogrenderende warmtekrachtkoppeling toont bij uitsluiting aan dat een producent de daarop
aangegeven hoeveelheid elektriciteit heeft geproduceerd in een installatie voor
hoogrenderende warmtekrachtkoppeling.
- Een garantie van oorsprong voor gas uit hernieuwbare bronnen toont bij uitsluiting aan
dat een producent de daarop aangegeven hoeveelheid gas heeft geproduceerd uit hernieuwbare
bronnen of met energie uit hernieuwbare bronnen.
- Een garantie van oorsprong voor elektriciteit uit niet-hernieuwbare bronnen toont bij
uitsluiting aan dat een producent de daarop aangegeven hoeveelheid elektriciteit heeft
geproduceerd uit een andere energiebron dan hernieuwbare bronnen.
Artikel 2.58 taken minister en mandateren taken
- Onze Minister is belast met het uitgeven, overdragen en innemen via een elektronisch
systeem van garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57.
- Onze Minister opent op aanvraag van een in Nederland gevestigde producent, handelaar,
leverancier, marktdeelnemer die aggregeert, eindafnemer, handelaar in garanties van
oorsprong of de Nederlandse emissieautoriteit, bedoeld in artikel 2.1 van de Wet milieubeheer,
een rekening voor garanties van oorsprong. Bij deze aanvraag overlegt de producent het
resultaat van de vaststelling, bedoeld in artikel 3.63.
- Onze Minister boekt op aanvraag garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57, op
een daarbij aangegeven rekening voor garanties van oorsprong, indien een in Nederland
gevestigde producent of, indien is voldaan aan de regels gesteld bij of krachtens het vierde lid,
een marktdeelnemer die aggregeert, bij deze aanvraag de gegevens overlegt omtrent:
andere bronnen, gas uit hernieuwbare bronnen; of
een andere vorm van energie:
30
1°. de gemeten hoeveelheid geproduceerde elektriciteit of geproduceerd gas;
2°. de gemeten hoeveelheid energie uit hernieuwbare bronnen of uit andere bronnen die is
gebruikt voor de opwekking van de hoeveelheid, bedoeld onder 1°; en
3°. het bewijs van afboeking of verzoek tot afboeking van garanties van oorsprong als
bedoeld in artikel 2.57, garanties van oorsprong voor thermische energie uit hernieuwbare
bronnen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet of garanties van oorsprong voor
ander gas uit hernieuwbare bronnen als bedoeld in artikel 1 van de Wet implementatie EUrichtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong van een Nederlandse rekening
voor garanties van oorsprong voor de gemeten hoeveelheid onder 2°.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de situaties waarin en de
voorwaarden waaronder Onze Minister garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57,
eerste lid, bijboekt op de rekening voor garanties van oorsprong van een marktdeelnemer die
aggregeert ten behoeve van een actieve afnemer.
- Onze Minister kan de taken, bedoeld in het eerst tot en met derde lid, mandateren aan een
niet-ondergeschikte die onafhankelijk is van producenten, handelaren, marktdeelnemers die
aggregeren en handelaren in garanties van oorsprong.
Artikel 2.59 afboeken garanties van oorsprong
Een leverancier zorgt ervoor dat als bewijs van levering van elektriciteit, of gas uit
hernieuwbare bronnen, aan een in Nederland gevestigde eindafnemer binnen één maand na de
levering een corresponderende hoeveelheid garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57
van een Nederlandse rekening voor garanties van oorsprong wordt afgeboekt.
Artikel 2.60 garanties van oorsprong binnen Europese Unie
- Garanties van oorsprong uitgegeven door een onafhankelijke instantie in een andere
lidstaat van de Europese Unie, die naar aard en strekking overeenkomen met in Nederland
uitgegeven garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57 worden daarmee gelijkgesteld.
- Garanties van oorsprong uitgegeven door een onafhankelijke instantie in een derde land
worden niet erkend, behalve indien de Europese Unie daarvoor een overeenkomst heeft
afgesloten met het derde land en de energie rechtstreeks uit dat land wordt ingevoerd of
uitgevoerd.
Artikel 2.61 delegatiegrondslag garanties van oorsprong
- Bij ministeriële regeling worden tarieven vastgesteld ter dekking van de kosten die
worden gemaakt met betrekking tot de activiteiten, bedoeld in artikel 2.58.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- de informatie die een producent, handelaar, leverancier, marktdeelnemer die aggregeert,
eindafnemer, handelaar in garanties van oorsprong, transmissie- of
distributiesysteembeheerder, of de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee
verstrekt aan Onze Minister;
marktdeelnemer die aggregeert, eindafnemer, of handelaar in garanties van oorsprong, gebruik
kunnen maken van de door hen verkregen garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57,
of deze kunnen verhandelen;
31
elektronische weg kan geschieden.
- De regels, bedoeld in het tweede lid, kunnen verschillen voor de verschillende soorten
garanties van oorsprong als bedoeld in artikel 2.57.
Paragraaf 2.6.2 Beperken gebruik laagcalorisch gas
Artikel 2.62 maximaal verbruik laagcalorisch gas
- Het is een aangeslotene op het transmissie- of distributiesysteem van gas met ingang van
1 oktober 2022 verboden via een aansluiting die is verbonden met dat deel van het transmissieof distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd in een gasjaar
meer dan 100 miljoen m3(n) gas aan dat transmissie- of distributiesysteem te onttrekken.
- Indien installaties die behoren tot eenzelfde onderneming of instelling, die onderling
technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke
nabijheid zijn gelegen, van gas worden voorzien door middel van meer dan één aansluiting, is
het met ingang van 1 oktober 2022 verboden via die gezamenlijke aansluitingen meer dan 100
miljoen m3(n) gas te onttrekken aan dat deel van het transmissie- of distributiesysteem voor
gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, indien een of meerdere van die
aansluitingen na 20 juli 2020 zijn gerealiseerd.
- Dit artikel vervalt met ingang van 1 oktober 2030 of op een bij koninklijk besluit eerder
te bepalen tijdstip.
- Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op een aangeslotene, zijnde een
gasopslagbeheerder.
Artikel 2.63 verbod onttrekken laagcalorisch gas grootste eindafnemers
- Het is een aangeslotene op het transmissie- of distributiesysteem van gas die in de
gasjaren 2016/2017, 2017/2018 en 2018/2019 in ten minste twee van die gasjaren meer dan
100 miljoen m3 (n) gas via diens aansluiting heeft onttrokken en die verbonden is met dat deel
van het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt
getransporteerd, met ingang van 1 oktober 2022 verboden via die aansluiting gas aan dat deel
van het transmissie- of distributiesysteem te onttrekken.
- Deze aangeslotene meldt zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van dit artikel
schriftelijk aan de transmissiesysteembeheerder voor gas dat zijn aansluiting omgeschakeld of
buiten werking gesteld dient te worden en verstrekt hem alle gegevens die naar diens oordeel
relevant zijn voor een voor de bedrijfsprocessen van de aangeslotene doelmatige en efficiënte
planning van het omschakelen onderscheidenlijk buiten werking stellen van de betrokken
aansluiting. De aangeslotene stuurt een afschrift van deze melding en de daarbij gevoegde
gegevens aan Onze Minister.
- Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op een aangeslotene, zijnde een
gasopslagbeheerder.
Artikel 2.64 planning afsluiten
- De aangeslotene die ingevolge artikel 2.63, tweede lid, de transmissiesysteembeheerder
voor gas heeft gemeld dat diens aansluiting buiten werking gesteld dient te worden, informeert
de transmissiesysteembeheerder en Onze Minister over de planning van de
buitenwerkingstelling, voorzien van een onderbouwing van de benodigde tijd voor de
onderscheiden activiteiten die naar zijn oordeel noodzakelijk zijn om afgesloten te kunnen
32
worden van het transmissie- of distributiesysteem voor gas en, voor zover aan de orde, over te
kunnen stappen naar een alternatieve energiebron.
- Indien de planning naar het oordeel van de aangeslotene als gevolg van gewijzigde
omstandigheden aanpassing behoeft, informeert de eindafnemer de
transmissiesysteembeheerder voor gas en Onze Minister zo spoedig mogelijk over de
aangepaste planning. De aangepaste planning wordt voorzien van een onderbouwing van elke
afwijking ten opzichte van de eerder ingediende planning.
Artikel 2.65 ontheffing verbodsbepalingen laagcalorisch gas
- Onze Minister kan een aangeslotene op diens verzoek ontheffing verlenen van het
verbod, bedoeld in artikel 2.63, eerste lid, gedurende een in de ontheffing te bepalen periode,
voor zover verlenging noodzakelijk is vanwege omstandigheden die niet zijn toe te rekenen
aan de aangeslotene of redelijkerwijs niet door hem hadden kunnen worden voorzien of
voorkomen.
- Onze Minister kan een aangeslotene die op grond van artikel 2.63, tweede lid, heeft
gemeld dat diens aansluiting afgesloten dient te worden, op diens verzoek ontheffing verlenen
van het verbod, bedoeld in artikel 2.63, eerste lid, gedurende een in de ontheffing te bepalen
periode, voor zover verlenging voor die periode noodzakelijk is om tot een stabiel verbruik
van energie uit een andere bron dan gas afkomstig uit het transmissie- of distributiesysteem
voor gas te komen.
- Indien een ontheffing als bedoeld in het eerste of tweede lid is verleend, is artikel 2.62,
eerste lid, niet van toepassing op de betreffende aangeslotene voor de duur van die ontheffing.
- Onze Minister kan een aangeslotene een ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in
artikel 2.62, eerste lid, voor zover dit gelet op de leveringszekerheid van gas, warmte of
elektriciteit nodig is.
- Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden, die mede
betrekking kunnen hebben op de maximale toegestane hoeveelheid laagcalorisch gas die per
gasjaar of gedurende de periode waarvoor de ontheffing is verleend door de afnemer aan het
transmissie- of distributiesysteem voor gas mag worden onttrokken.
- Het is verboden in strijd te handelen met aan een ontheffing verbonden voorschriften en
beperkingen.
- Onze Minister kan een ontheffing intrekken indien:
- niet langer wordt voldaan aan de gronden voor verlening van een ontheffing;
- degene aan wie de ontheffing is verleend in strijd handelt met een aan de ontheffing
verbonden voorschrift of beperking;
gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.
- Onze Minister stuurt een afschrift van een op grond van dit artikel genomen besluit tot
verlening of intrekking van een ontheffing aan de Autoriteit Consument en Markt en aan de
transmissiesysteembeheerder voor gas.
Paragraaf 2.6.3 Overige bepalingen
Artikel 2.66 strafbaarstelling verordening 1227/2011
- Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 3, 4 en 5 van verordening
1227/2011.
- Overtreding van het eerste lid is een misdrijf.
Artikel 2.67 monopolie wettelijke taken en uitzonderingen
33
Het is een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een systeembeheerder, verboden
wettelijke taken of verplichtingen uit te voeren, met uitzondering van:
uitbesteedt;
in artikel 3.39;
Artikel 2.68 vergelijkingsinstrument
- Een huishoudelijk eindafnemer en een micro-onderneming hebben recht op kosteloze
toegang tot ten minste één onafhankelijk vergelijkingsinstrument dat de gehele energiemarkt
bestrijkt of meerdere vergelijkingsinstrumenten die in voldoende mate de markt bestrijken,
waarmee ze het aanbod van leveranciers, met uitzondering van het aanbod om ten behoeve van
eindafnemers te faciliteren in peer-to-peer-handel, kunnen vergelijken.
- Het vergelijkingsinstrument als bedoeld in het eerste lid, voldoet aan bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur nader te stellen regels.
- Een vergelijkingsinstrument dat voldoet aan de eisen, bedoeld in het tweede lid, wordt op
verzoek van de aanbieder van het vergelijkingsinstrument gecertificeerd door de Autoriteit
Consument en Markt.
- Indien naar het oordeel van Onze Minister de toegang, bedoeld in het eerste lid, niet door
het normale functioneren van de markt wordt of zal kunnen worden gegarandeerd, kan Onze
Minister een partij aanwijzen die een vergelijkingsinstrument voor ten hoogste tien jaar
verzorgt.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
- de procedure voor de aanvraag van de certificering, bedoeld in het derde lid;
- de aanwijzing, bedoeld in het vierde lid, welke regels onder meer betrekking hebben op:
1°. de voor de aanwijzing te volgen procedure;
2°. voorschriften en beperkingen die aan de aanwijzing worden verbonden;
3°. taken die aan de Autoriteit Consument en Markt worden opgedragen en bevoegdheden
die aan de Autoriteit Consument en Markt worden verleend in het geval een aanwijzing is
gegeven.
- Als niet langer voldaan wordt aan de voorschriften, bedoeld in het tweede lid, dan wel de
voorschriften en beperkingen, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel b, kan de Autoriteit
Consument en Markt de certificering onderscheidenlijk Onze Minister de aanwijzing
intrekken.
HOOFDSTUK 3 BEHEER VAN ELEKTRICITEITS- EN GASSYSTEMEN
AFDELING 3.1 AANWIJZEN, CERTIFICEREN EN ERKENNEN VAN
SYSTEEMBEHEERDERS
Artikel 3.1 verplichtingen eigenaar systeem
- Een onderneming die eigenaar is van of die alle aandelen heeft in de rechtspersoon die
eigenaar is van een transmissiesysteem, distributiesysteem of interconnectorsysteem draagt er
zorg voor:
34
systeem voldoet aan de kenmerken gesteld bij of krachtens artikel 3.7, dat het systeem
krachtens artikel 3.7 als gesloten systeem is erkend; en
- dat krachtens artikel 3.2 of 3.6 een beheerder voor zijn systeem is aangewezen.
- Een onderneming die eigenaar is van een LNG-systeem of een gasopslagsysteem draagt
er zorg voor dat krachtens artikel 3.2, eerste lid, onderdeel h respectievelijk i, een beheerder is
aangewezen.
- Een onderneming die eigenaar is van een systeem waarvoor geen beheerder is
aangewezen, handelt als beheerder van zijn systeem. De wettelijke taken en verplichtingen
zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 3.2 aanwijzing systeembeheerder
- Onze Minister kan op aanvraag een rechtspersoon die eigenaar is van of die alle aandelen
heeft in de rechtspersoon die eigenaar is van een:
transmissiesysteem;
interconnectorsysteem;
transmissiesysteem, mits die rechtspersoon onderdeel uitmaakt van de infrastructuurgroep
waartoe de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit behoort;
- LNG-systeem, aanwijzen als beheerder van dat systeem;
- gasopslagsysteem, aanwijzen als beheerder van dat systeem.
- LNG-systeem, aanwijzen als beheerder van dat systeem;
- In afwijking van het eerste lid kan Onze Minister bij overdracht van de eigendom van
een systeem indien de aanwijzing vervalt, op aanvraag van de rechtspersoon die eigenaar
wordt van of die alle aandelen krijgt in de rechtspersoon die eigenaar wordt van dat systeem,
die rechtspersoon aanwijzen als beheerder van het betreffende systeem. De aanwijzing treedt
in werking op de dag waarop overdracht van de eigendom van het systeem plaatsvindt.
Artikel 3.3 toetsingskader aanwijzing Minister
- Onze Minister wijst een aanvraag van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3.2, eerste
lid, de onderdelen a tot en met g, af als die rechtspersoon niet krachtens artikel 3.4 is
gecertificeerd.
- Onze Minister kan een aanvraag van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3.2, eerste
lid, onderdelen a, c, e of f, afwijzen of voorschriften verbinden aan de aanwijzing indien:
voorschriften inzake inrichting van de rechtspersoon of de infrastructuurgroep waartoe die
rechtspersoon behoort niet voldoet aan de bij of krachtens paragraaf 3.2.2 gestelde
voorschriften inzake de infrastructuurgroep en de infrastructuurbedrijven; of
verplichtingen gesteld bij of krachtens de afdelingen 3.3 en 3.4 uit te voeren.
- Onze Minister kan een aanvraag van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3.2, eerste
lid, onderdeel b of d, afwijzen of voorschriften verbinden aan de aanwijzing indien:
inzake de inrichting van de rechtspersoon; of
35
verplichtingen gesteld bij of krachtens paragraaf 3.5.2 uit te voeren.
- Onze Minister kan een aanvraag van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3.2, eerste
lid, onderdeel g, afwijzen of voorschriften verbinden aan de aanwijzing indien:
inrichting van de rechtspersoon of de infrastructuurgroep waartoe de rechtspersoon behoort
niet voldoet aan de krachtens dat artikel geldende bepalingen inzake de infrastructuurgroep; of
verplichtingen gesteld bij of krachtens paragraaf 3.5.1 uit te voeren.
- Onze Minister kan een aanvraag van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3.2, eerste
lid, onderdeel h, afwijzen of voorschriften verbinden aan de aanwijzing indien de
rechtspersoon redelijkerwijs niet in staat moet worden geacht de taken of verplichtingen
gesteld bij of krachtens paragraaf 3.5.3 uit te voeren.
- Onze Minister kan een aanvraag van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3.2, eerste
lid, onderdeel i, afwijzen of voorschriften verbinden aan de aanwijzing indien de
rechtspersoon redelijkerwijs niet in staat moet worden geacht de taken of verplichtingen
gesteld bij of krachtens paragraaf 3.5.4 uit te voeren.
- Als Onze Minister krachtens het tweede tot en met zesde lid, voorschriften verbindt aan
de aanwijzing, strekken deze ertoe geconstateerde tekortkomingen, bedoeld in die leden, zo
veel mogelijk weg te nemen.
Artikel 3.4 certificering systeembeheerder
- De Autoriteit Consument en Markt certificeert op aanvraag een rechtspersoon die
eigenaar is van of die alle aandelen heeft in de rechtspersoon die eigenaar is van een
transmissie- of distributiesysteem of interconnectorsysteem indien ten aanzien van die
rechtspersoon is voldaan aan de eisen gesteld bij of krachtens artikel 3.10 respectievelijk
artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van de van overeenkomstige toepassing verklaring van
artikel 3.10.
- Als een persoon of rechtspersoon uit een land buiten de Europese Unie zeggenschap
heeft over een eigenaar van een transmissiesysteem of een interconnectorsysteem of een
beheerder van een transmissiesysteem of een interconnectorsysteem, besluit de Autoriteit
Consument en Markt volgens de procedure van:
artikel, als het een transmissiesysteem of een interconnectorsysteem of een beheerder van een
transmissiesysteem of een interconnectorsysteem voor elektriciteit betreft; of
artikel, als het een transmissiesysteem of een interconnectorsysteem of een beheerder van een
transmissiesysteem of een interconnectorsysteem voor gas betreft.
- In afwijking van het eerste lid kan de Autoriteit Consument en Markt bij overdracht van
de eigendom van een systeem indien de aanwijzing vervalt, op aanvraag de rechtspersoon
certificeren die eigenaar wordt van of die alle aandelen krijgt in de rechtspersoon die eigenaar
wordt van dat systeem indien ten aanzien van deze rechtspersoon, na verkrijging van de
eigendom van het systeem, is voldaan aan de eisen gesteld bij of krachtens artikel 3.10 of
artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van de van overeenkomstige toepassing verklaring van
artikel 3.10.
- Een systeembeheerder stelt de Autoriteit Consument en Markt in kennis van elke
voorgenomen transactie die relevant is voor de beoordeling of nog wordt voldaan aan de eisen
gesteld bij of krachtens artikel 3.10 of artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van de van
overeenkomstige toepassing verklaring van artikel 3.10.
36
Artikel 3.5 intrekken certificering
- De Autoriteit Consument en Markt kan een certificering als bedoeld in artikel 3.4, eerste
of derde lid, intrekken als niet langer aan de eisen, gesteld bij of krachtens artikel 3.10 of
artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van de van overeenkomstige toepassing verklaring van
artikel 3.10 wordt voldaan.
- De Autoriteit Consument en Markt stelt een onderzoek in naar de naleving van de eisen
gesteld bij of krachtens artikel 3.10 of artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van de van
overeenkomstige toepassing verklaring van artikel 3.10:
leiden tot een inbreuk op de eisen gesteld bij of krachtens artikel 3.10 of artikel 3.90, eerste
lid, ten aanzien van de van overeenkomstige toepassing verklaring van artikel 3.10; of
Artikel 3.6 aanwijzing beheerder gesloten systeem
De Autoriteit Consument en Markt wijst op aanvraag:
artikel 3.7 is erkend als gesloten systeem een door de eigenaar voorgedragen beheerder aan;
als gesloten systeem een door de eigenaar voorgedragen beheerder aan.
Artikel 3.7 erkenning gesloten systeem
- De Autoriteit Consument en Markt erkent op aanvraag van de eigenaar van een
transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit, of een distributiesysteem voor gas dat
systeem als een gesloten systeem indien:
systeem;
technische of veiligheidsredenen geïntegreerd is met het systeem of het systeem primair
elektriciteit of gas distribueert aan de eigenaar van het systeem of daarmee verwante
ondernemingen;
of locatie met gedeelde diensten ligt en dat systeem technische, organisatorische of functionele
bindingen heeft;
gebruik door een klein aantal huishoudelijk eindafnemers dat werkzaam is bij of vergelijkbare
betrekkingen heeft met de eigenaar van het gesloten systeem;
Consument en Markt voldoende is gewaarborgd; en
spanningsniveau van dit systeem ten hoogste 220 kilovolt bedraagt, met uitzondering van
leidingen of hulpmiddelen ten behoeve van de omzetting van het spanningsniveau van
elektriciteit direct achter de aansluiting van het systeem op een transmissiesysteem voor
elektriciteit.
- De Autoriteit Consument en Markt erkent op aanvraag een systeem dat zal worden
aangelegd als een gesloten systeem, indien aan de aanvrager voor de aanleg van dat systeem
37
de daarvoor benodigde vergunningen, ontheffingen en toestemmingen zijn verstrekt en is
voldaan aan het eerste lid.
Artikel 3.8 vervallen, intrekken en delegatiegrondslag aanwijzing, certificering of
erkenning
- In geval van fusie, splitsing, ontbinding of faillissement van de rechtspersoon die als
transmissie- of distributiesysteembeheerder of interconnectorsysteembeheerder is aangewezen,
vervalt de aanwijzing als systeembeheerder van rechtswege.
- Het bestuursorgaan dat een aanwijzing of erkenning heeft verleend, is eveneens bevoegd
deze in te trekken.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:
- het intrekken van een aanwijzing, certificering of erkenning;
- de overdracht van de eigendom van een systeem voor gevallen waarin een aanwijzing,
certificering of erkenning vervalt, wordt ingetrokken of niet kan worden verleend.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
- de eisen waaraan een aanvraag tot aanwijzing, certificering of erkenning moet voldoen en
de informatie die bij een aanvraag moet worden verstrekt;
kunnen worden verbonden;
gewijzigd;
verstrekt en de procedure die bij dat onderzoek wordt gevolgd.
Artikel 3.9 melding directe lijn
- Als directe lijn wordt aangemerkt één of meer leidingen en daarmee verbonden
hulpmiddelen ten behoeve van het transport van elektriciteit of gas:
voor het transport en die een geïsoleerde productie-installatie van een producent rechtstreeks
verbindt met een geïsoleerde eindafnemer; of
een systeem van elektriciteit of gas of met een andere leiding voor het transport en die een
productie-installatie voor elektriciteit of gas, met tussenkomst van een leverancier,
rechtstreeks verbindt met één of meer eindafnemers, waarbij dit voor een huishoudelijk
eindafnemer enkel is toegestaan indien deze werkzaam is bij of vergelijkbare betrekkingen
heeft met de eigenaar van de directe lijn.
- Een eigenaar van een directe lijn meldt:
- de directe lijn zo spoedig mogelijk na ingebruikname aan de Autoriteit Consument en
Markt;
doorvoering van de betreffende wijziging aan de Autoriteit Consument en Markt.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de inhoud van de
meldingen.
AFDELING 3.2 INRICHTING EN VOORWAARDEN
TRANSMISSIESYSTEEMBEHEERDERS EN DISTRIBUTIESYSTEEMBEHEERDERS
38
Paragraaf 3.2.1 Inrichtingseisen en voorwaarden voor transmissiesysteembeheerders en
distributiesysteembeheerders
Artikel 3.10 groepsverbod
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder maakt geen deel uit van een groep als
bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waartoe ook een rechtspersoon
of vennootschap behoort die elektriciteit, gas of waterstofgas produceert, levert of daarin
handelt.
- Rechtspersonen en vennootschappen die deel uitmaken van een groep als bedoeld in
artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waartoe ook een rechtspersoon of
vennootschap behoort die elektriciteit, gas of waterstofgas produceert, levert of daarin handelt,
houden geen aandelen in een transmissie- of distributiesysteembeheerder of in een
rechtspersoon die deel uitmaakt van een groep waartoe ook een transmissie- of
distributiesysteembeheerder behoort en nemen niet deel in een vennootschap die deel uitmaakt
van een groep waartoe ook een transmissie- of distributiesysteembeheerder behoort.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder of een met die beheerder verbonden
groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek:
produceert, levert of daarin handelt of in een rechtspersoon die deel uitmaakt van een groep
waartoe ook een rechtspersoon behoort die elektriciteit, gas of waterstofgas produceert, levert
of daarin handelt;
levert of daarin handelt of in een vennootschap die deel uitmaakt van een groep waartoe ook
een rechtspersoon of vennootschap behoort die elektriciteit, gas of waterstofgas produceert,
levert of daarin handelt.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder is zodanig ingericht dat:
- een natuurlijk persoon of rechtspersoon die directe of indirecte zeggenschap uitoefent
over een rechtspersoon of vennootschap die elektriciteit, gas of waterstofgas produceert, levert
of daarin handelt, niet gelijktijdig directe of indirecte zeggenschap of enig recht uitoefent over
een transmissiesysteembeheerder, distributiesysteembeheerder of diens systemen; en
over een transmissiesysteembeheerder, een distributiesysteembeheerder of diens systemen,
niet gelijktijdig directe of indirecte zeggenschap of enig recht uitoefent over een rechtspersoon
of vennootschap die elektriciteit, gas of waterstofgas produceert, levert of daarin handelt.
- Onder enig recht als bedoeld in het vierde lid wordt in ieder geval verstaan het recht om
stemrechten uit te oefenen, de bevoegdheid om leden aan te wijzen van de raad van bestuur of
de raad van toezicht of een rechtspersoon die het bedrijf juridisch vertegenwoordigt of het
hebben van een meerderheidsaandeel.
- Voor de toepassing van het derde lid worden twee afzonderlijke overheidsorganen die
direct of indirect zeggenschap uitoefenen over, enerzijds, een transmissiesysteembeheerder of
een transmissiesysteem en, anderzijds, over een rechtspersoon of vennootschap die
elektriciteit, gas of waterstofgas produceert, levert of daarin handelt, niet als dezelfde persoon
of dezelfde personen beschouwd.
- Voor de toepassing van het eerste tot en met vierde lid wordt onder produceren van
elektriciteit niet verstaan het door een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor
elektriciteit opwekken en vervolgens gebruiken van die elektriciteit bij:
geïntegreerd netwerkcomponent, bedoeld in artikel 3.28, tweede lid;
hem een ontheffing als bedoeld in artikel 3.28, derde lid, is verleend;
39
een ontheffing als bedoeld in artikel 3.29, tweede lid is verleend;
elektriciteitsopslagfaciliteit die op grond van artikel 3.32, eerste lid, door de Autoriteit
Consument en Markt is erkend als volledig geïntegreerde netwerkcomponent of waarvoor de
Autoriteit Consument en Markt een ontheffing als bedoeld in artikel 3.33, eerste lid, heeft
verleend.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
ter implementatie van artikel 43 van richtlijn 2019/944 en artikel 9 van richtlijn 2009/73.
Artikel 3.11 statuten transmissiesysteembeheerder
- De artikelen 155a, 158 tot en met 161a en 164 dan wel 265a, 268 tot en met 271a en 274
van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op een
transmissiesysteembeheerder en haar statuten worden dienovereenkomstig ingericht.
- Als een transmissiesysteembeheerder een afhankelijke maatschappij is in de zin van
artikel 152 of artikel 262 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is het eerste lid niet van
toepassing.
- In het in het tweede lid bedoelde geval:
- voldoet een rechtspersoon waarvan de transmissiesysteembeheerder een afhankelijke
maatschappij is aan de in het eerste en tweede lid genoemde eisen; en
transmissiesysteembeheerder een afhankelijke maatschappij is over de bevoegdheden tot
goedkeuring van de besluiten van het bestuur van de transmissiesysteembeheerder, bedoeld in
artikel 164, eerste lid, of artikel 274, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 3.12 statuten distributiesysteembeheerder
- De statuten van een distributiesysteembeheerder bevatten in elk geval:
- de instelling van een raad van commissarissen;
- de bepaling dat de aandeelhouders het kader vaststellen voor het bezoldigingsbeleid van
de bestuurders;
Burgerlijk Wetboek, de bepaling dat aan de goedkeuring van de raad van commissarissen ten
minste zijn onderworpen de besluiten van het bestuur van de rechtspersoon, bedoeld in artikel
164, eerste lid, of artikel 274, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; en
instemming van de aandeelhouders en met inachtneming van de uitvoering van de aan de
distributiesysteembeheerder opgedragen taak, bedoeld in artikel 3.25, eerste lid.
- Als een distributiesysteembeheerder een afhankelijke maatschappij is als bedoeld in
artikel 152 of 262 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, behoeven de statuten van die
distributiesysteembeheerder, in afwijking van het eerste lid, onderdeel a, niet te voorzien in de
instelling van een raad van commissarissen.
- In het in het tweede lid bedoelde geval:
- voldoet een rechtspersoon waarvan de distributiesysteembeheerder een afhankelijke
maatschappij is aan de in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, genoemde eisen; en
onderdeel a, waarvan de distributiesysteembeheerder een afhankelijke maatschappij is over de
bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, ten aanzien van het bestuur van de
distributiesysteembeheerder.
40
Artikel 3.13 verbod beschikbaar stellen systeem voor financiële middelen
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder stelt het door hem beheerde systeem of een
deel daarvan niet beschikbaar als zekerheid voor het aantrekken van financiële middelen
anders dan voor hemzelf.
Artikel 3.14 privatiseringsverbod
- De aandelen in een transmissiesysteembeheerder berusten direct of indirect bij de Staat
der Nederlanden.
- De aandelen in een distributiesysteembeheerder berusten direct of indirect bij één of
meer openbare lichamen.
- Onder indirect berusten van aandelen wordt verstaan dat de aandelen in een
transmissiesysteembeheerder of distributiesysteembeheerder berusten bij één of meer
rechtspersonen waarvan alle aandelen worden gehouden door de Staat der Nederlanden
respectievelijk een openbaar lichaam of bij een rechtspersoon die een volledige
dochtermaatschappij is van één of meer rechtspersonen waarvan alle aandelen worden
gehouden door de staat respectievelijk één of meer openbare lichamen.
- Onverminderd artikel 3.13, berust de onbezwaarde eigendom van een transmissiesysteem
direct of indirect bij de transmissiesysteembeheerder.
- Onverminderd artikel 3.13, berust de onbezwaarde eigendom van een distributiesysteem
direct of indirect bij de distributiesysteembeheerder.
- Onder indirect berusten van eigendom van een systeem wordt verstaan dat de eigendom
van een transmissie- of distributiesysteem berust bij een rechtspersoon waarvan alle aandelen
worden gehouden door de transmissie- of distributiesysteembeheerder.
- Het vierde en vijfde lid zijn niet van toepassing indien voor een transmissie- of
distributiesysteem een beheerder van een gesloten systeem is aangewezen.
Artikel 3.15 kruisparticipaties
- In afwijking van artikel 3.14, eerste lid, kunnen aandelen in een
transmissiesysteembeheerder direct of indirect berusten bij een buitenlandse instelling die op
grond van nationale wettelijke regels is belast met het beheer van een transmissiesysteem als
bedoeld in artikel 2, onderdeel 35, van richtlijn 2019/944, of in artikel 2, onderdeel 4, van
richtlijn 2009/73 of bij de middellijk of onmiddellijk aandeelhouder van die buitenlandse
instelling, indien:
overwegende zeggenschap over de transmissiesysteembeheerder direct of indirect bij de staat
blijft;
wordt bevorderd;
duurzaamheid van het systeem ten goede komt; en
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waar die transmissiesysteembeheerder deel van uitmaakt,
komen te berusten bij een instelling die de beheerder is van een systeem dat een directe
verbinding heeft met het transmissiesysteem in Nederland of dat door middel van een
interconnectorsysteem met een transmissiesysteem in Nederland is verbonden.
- Het voornemen de aandelen in de transmissiesysteembeheerder direct of indirect te laten
berusten bij een buitenlandse instelling of bij de middellijk of onmiddellijk aandeelhouder van
die buitenlandse instelling behoeft instemming van beide kamers der Staten-Generaal.
41
- Onze Minister van Financiën treedt niet eerder in onderhandeling dan dertig dagen nadat
hij schriftelijk mededeling heeft gedaan aan de Staten-Generaal van het voornemen, bedoeld in
het tweede lid.
Artikel 3.16 nalevingsprogramma gemeenschappelijke onderneming
- Indien een transmissiesysteembeheerder voor gas deelneemt aan een gemeenschappelijke
onderneming waaraan ook een verticaal geïntegreerde buitenlandse
transmissiesysteembeheerder deelneemt, draagt de transmissiesysteembeheerder voor gas er
zorg voor dat de gemeenschappelijke onderneming een nalevingsprogramma, met maatregelen
die waarborgen dat discriminerend en concurrentieverstorend gedrag uitgesloten is, opstelt en
implementeert in de gemeenschappelijke onderneming.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de inhoud van het
nalevingsprogramma en de procedure van de totstandkoming van het nalevingsprogramma.
Artikel 3.17 uitvoering en uitbesteding werkzaamheden
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder verricht geen andere werkzaamheden
dan die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen
of van taken die Onze Minister aan hem heeft gemandateerd.
- In afwijking van het eerste lid mag een transmissie- of distributiesysteembeheerder:
- in opdracht van een andere systeembeheerder werkzaamheden uitvoeren ter uitvoering
van de wettelijke taken of verplichtingen van die systeembeheerder; of
en indien dit een efficiënter beheer van de ondergrondse infrastructuur en vermindering van
overlast voor de omgeving oplevert, samenwerken met rechtspersonen die werkzaamheden
uitvoeren in de ondergrondse infrastructuur.
- Ingeval van uitbesteding van werkzaamheden behoudt de transmissie- of
distributiesysteembeheerder de verantwoordelijkheid voor de onafhankelijke, volledige en
juiste uitvoering van deze werkzaamheden.
Artikel 3.18 bescherming vitale processen systeembeheerders
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur:
- kunnen in het kader van het beheer, het onderhoud en de ontwikkeling van een veilig en
betrouwbaar systeem, ter verzekering van de geheimhouding van gegevens, hulpmiddelen of
materialen van beheerders van systemen of door beheerders van systemen met behulp van die
gegevens, hulpmiddelen of materialen ingerichte werkmethoden of processen, worden
aangewezen als essentieel in het kader van de bescherming van vitale processen voor de
nationale veiligheid;
hulpmiddelen, materialen, processen of werkmethoden die krachtens onderdeel a zijn
aangewezen;
gesteld aan de betrouwbaarheid van toeleveranciers of de door hen te leveren goederen of
diensten;
gesteld aan het selectieproces van medewerkers die kennis hebben of krijgen van de krachtens
onderdeel a aangewezen gegevens, hulpmiddelen, materialen, processen of werkmethoden.
- Het controlecentrum van een transmissiesysteembeheerder van waaruit de aansturing van
de uitvoering van de wettelijke taken of verplichtingen plaatsvindt, is gevestigd in Nederland.
42
Paragraaf 3.2.2 Voorwaarden en samenwerking infrastructuurgroep
Artikel 3.19 handelingen en activiteiten infrastructuurgroep of infrastructuurbedrijf
- Een infrastructuurgroep verricht in hoofdzaak handelingen of activiteiten ter uitvoering
van de taken of verplichtingen die zijn opgedragen aan de transmissie- of
distributiesysteembeheerder die deel uitmaakt van die groep.
- Een infrastructuurbedrijf beperkt zich in Nederland tot:
- ten aanzien van elektriciteit of gas handelingen of activiteiten die zijn gerelateerd aan het
beheer van transmissie- of distributiesystemen en betrekking hebben op:
1°. het aanleggen, onderhouden en beheren van leidingen en daarmee verbonden
hulpmiddelen;
2°. het in opdracht van een derde aanleggen, onderhouden en ter beschikking stellen van
installaties of onderdelen van installaties;
3°. het schakelen van installaties, niet zijnde productie- of opslaginstallaties;
4°. het aanleggen, onderhouden en ter beschikking stellen van meetinrichtingen en het
leveren van meetdiensten;
5°. elektriciteits- of gasbeurzen;
stoffen uit hernieuwbare bron dan gas, handelingen of activiteiten die betrekking hebben op:
1°. het aanleggen, onderhouden en beheren van leidingen en daarmee verbonden
hulpmiddelen ten behoeve van transport van waterstofgas, gas uit hernieuwbare bronnen en
andere gasvormige stoffen uit hernieuwbare bron dan gas, het transport daarvan via die
infrastructuur;
2°. het in opdracht van een derde aanleggen, onderhouden en ter beschikking stellen van
installaties of onderdelen van installaties;
3°. het aanleggen, onderhouden en ter beschikking stellen van meetinrichtingen en het
leveren van meetdiensten voor waterstofgas of andere gasvormige stoffen uit hernieuwbare
bron dan gas;
4° waterstofbeurzen;
activiteiten die betrekking hebben op:
1⁰. het aanleggen, onderhouden en beheren van leidingen en daarmee verbonden
hulpmiddelen ten behoeve van transport van warmte, koude, koolstofdioxide of stoom of
condensaat en het transport daarvan via die infrastructuur;
2⁰. het aanleggen, onderhouden en ter beschikking stellen van meetinrichtingen en het
leveren van meetdiensten voor warmte, koude, koolstofdioxide of stoom of condensaat;
aanleggen, onderhouden en beheren van drinkwaterinfrastructuur, met inachtneming van
artikel 7, eerste lid, aanhef en onder b, van de Drinkwaterwet en uitsluitend in
overeenstemming met en onder verantwoordelijkheid van een drinkwaterbedrijf als bedoeld in
artikel 1 van de Drinkwaterwet;
beheren van infrastructuur ten behoeve van telecommunicatie en het transport van data via die
infrastructuur.
- Een infrastructuurbedrijf dat deel uitmaakt van een infrastructuurgroep waarvan een
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit deel uitmaakt, mag handelingen en activiteiten
verrichten met betrekking tot:
die interconnectorsystemen;
43
- garanties van oorsprong.
- Een infrastructuurbedrijf dat deel uitmaakt van een infrastructuurgroep waarvan een
transmissiesysteembeheerder voor gas deel uitmaakt, mag handelingen en activiteiten
verrichten met betrekking tot:
die interconnectorsystemen;
onderhouden, beheren en exploiteren van een geïntegreerde infrastructuur en faciliteiten voor
transport en permanente opslag van koolstofdioxide dat door één juridische entiteit wordt
aangestuurd;
waterstofterminals en andere infrastructuur voor de invoer, uitvoer, doorvoer, omzetting of
overslag van waterstofgas of waterstofdragers;
exploiteren van een CO2-terminal.
- Een infrastructuurbedrijf dat deel uitmaakt van een infrastructuurgroep waarvan een
transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit deel uitmaakt, mag handelingen
en activiteiten verrichten met betrekking tot het aanleggen en beheren van antenneopstelpunten ten behoeve van ethercommunicatie.
- Indien een infrastructuurbedrijf een productie-installatie voor elektriciteit, gas,
waterstofgas, gas uit hernieuwbare bronnen of andere gasvormige stoffen uit hernieuwbare
bronnen dan gas, of een elektriciteitsopslagfaciliteit ter beschikking stelt aan een derde als
bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, onder 2o, of het tweede lid, onderdeel b, onder 1ao, dan
meldt hij dit aan de Autoriteit Consument en Markt en verstrekt daarbij de voor die
terbeschikkingstelling geldende afspraken.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de procedure voor de
melding, bedoeld in het zesde lid, of de informatie die daarbij moet worden verstrekt.
Artikel 3.20 delegatiegrondslag andere handelingen of activiteiten infrastructuurbedrijf
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere aan energieinfrastructuur gerelateerde handelingen of activiteiten worden toegestaan die een
infrastructuurbedrijf voor een bij of krachtens deze maatregel vast te stellen periode van
maximaal tien jaar kan verrichten, indien deze handelingen of activiteiten niet zijn gelegen op
het gebied van productie, levering of handel van energiedragers.
- Indien handelingen of activiteiten op grond van het eerste lid worden aangewezen,
worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld over de voortzetting of
beëindiging van die handelingen of activiteiten.
Artikel 3.21 aandelen infrastructuurbedrijf
- Een infrastructuurbedrijf houdt, buiten de aandelen in een transmissie- of
distributiesysteembeheerder, geen aandelen in een rechtspersoon die in Nederland andere
activiteiten verricht dan de handelingen of activiteiten die op grond van artikel 3.19 of
krachtens artikel 3.20 zijn toegestaan.
- Een infrastructuurbedrijf neemt, buiten de deelname in een transmissie- of
distributiesysteembeheerder, niet deel aan een vennootschap die in Nederland andere
activiteiten verricht dan de handelingen of activiteiten die op grond van artikel 3.19 of
krachtens artikel 3.20 zijn toegestaan.
44
Artikel 3.22 bevoordeling eigen infrastructuurbedrijven
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder bevoordeelt niet de
infrastructuurbedrijven waarmee hij een infrastructuurgroep vormt boven andere
ondernemingen en kent die bedrijven ook anderszins geen voordelen toe die verder gaan dan
in het normale handelsverkeer gebruikelijk is.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen handelingen worden
aangemerkt als handelingen die voordelen genereren die verder gaan dan in het normale
handelsverkeer gebruikelijk is.
AFDELING 3.3 TAKEN TRANSMISSIESYSTEEMBEHEERDER EN
DISTRIBUTIESYSTEEMBEHEERDER
Paragraaf 3.3.1 Taken algemeen
Artikel 3.23 algemene bepaling transmissie- en distributiesysteembeheerder in
verhouding tot Europees recht
- De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit die krachtens artikel 3.2, eerste lid,
onderdeel a, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of
krachtens verordening 2019/943, of andere bindende EU-rechtshandelingen op het gebied van
elektriciteit aan transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit zijn opgedragen.
- Een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit stelt op zijn systeem beschikbare
zoneoverschrijdende capaciteit ter beschikking.
- De transmissiesysteembeheerder voor gas die krachtens artikel 3.2, eerste lid, onderdeel
c, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens
verordening 715/2009, of andere bindende EU-rechtshandelingen op het gebied van gas, aan
transmissiesysteembeheerders voor gas zijn opgedragen.
- Een distributiesysteembeheerder voor elektriciteit die krachtens artikel 3.2, eerste lid,
onderdeel e, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of
krachtens verordening 2019/943, of andere bindende EU-rechtshandelingen op het gebied van
elektriciteit aan distributiesysteembeheerders voor elektriciteit zijn opgedragen.
- Een distributiesysteembeheerder voor gas die krachtens artikel 3.2, eerste lid, onderdeel
f, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens
verordening 715/2009, of andere bindende EU-rechtshandelingen op het gebied van gas aan
distributiesysteembeheerders voor gas zijn opgedragen.
- Bij ministeriële regeling kunnen ter uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen op
het gebied van elektriciteit of gas, taken of verplichtingen aan een transmissie- of
distributiesysteembeheerder worden opgedragen.
Artikel 3.24 handelen en samenwerken transmissie- of distributiesysteembeheerder
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder handelt bij de uitoefening van zijn
wettelijke taken of verplichtingen redelijk, transparant en niet discriminerend.
- Transmissie- en distributiesysteembeheerders werken bij de uitoefening van hun
wettelijke taken of verplichtingen samen en verstrekken elkaar de gegevens die nodig zijn
voor de uitvoering van hun wettelijke taken of verplichtingen of die nodig zijn ter waarborging
en stimulering van een effectieve deelname van marktdeelnemers op de gas- en
elektriciteitsmarkt.
45
- Een transmissiesysteembeheerder verstrekt buitenlandse transmissiesysteembeheerders
de informatie die nodig is om de veiligheid, betrouwbaarheid en doelmatigheid, alsmede de
samenhangende ontwikkeling en interoperabiliteit van de systemen te waarborgen.
- Bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen houdt de
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit rekening met de door de regionale
coördinatiecentra, bedoeld in artikel 2, onderdeel 63, van Verordening 2019/943, opgestelde
aanbevelingen.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de
wijze waarop de samenwerking wordt vormgegeven en de informatie die partijen elkaar
verstrekken.
Paragraaf 3.3.2 Taken inzake beheren, onderhouden en ontwikkelen
Artikel 3.25 beheren, onderhouden en ontwikkelen
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder waarborgt dat zijn systeem op de korte
en lange termijn kan voldoen aan een redelijke vraag naar transport van elektriciteit of gas en
beheert, onderhoudt en ontwikkelt het systeem, onder economische voorwaarden, op zodanige
wijze dat de veiligheid, betrouwbaarheid en doelmatigheid van dat systeem is gewaarborgd, en
met inachtneming van de belangen van het milieu, digitalisering, energie-efficiëntie, de
transitie naar een duurzaam energiesysteem en de werking van de Europese interne markt.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit neemt bij de
ontwikkeling van het systeem in overweging of de inkoop van congestiebeheers- of
systeembeheersdiensten verzwaring van het systeem kan voorkomen.
- Als een transmissie- of distributiesysteembeheerder op verzoek en ten behoeve van een
partij, die niet handelt in de hoedanigheid van aangeslotene of netgebruiker, werkzaamheden
uitvoert in het kader van het beheer, het onderhoud of de ontwikkeling van zijn systeem, kan
hij de redelijke kosten daarvoor in rekening brengen bij de verzoeker.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over de invulling van de taak, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, en de wijze waarop
uitvoering wordt gegeven aan het eerste tot en met derde lid.
Artikel 3.26 enkelvoudige storingsreserve transmissiesysteem elektriciteit
- De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit ontwerpt het transmissiesysteem voor
elektriciteit zodanig en houdt het zodanig in werking dat het transport van elektriciteit ook
verzekerd is als zich een uitvalsituatie voordoet, in vol bedrijf, en ten tijde van onderhoud,
tenzij:
verleend;
transmissiesysteembeheerder ontheffing is verleend door de Autoriteit Consument en Markt.
Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de
verlening, wijziging en intrekking van een ontheffing als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.
Artikel 3.27 verplaatsen en verkabelen delen elektriciteitssysteem
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit verplaatst op verzoek
van een college van burgemeester en wethouders of van gedeputeerde staten bovengrondse
46
delen van systemen die bestemd zijn voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau
van 50 kilovolt of hoger of vervangt deze door ondergrondse delen indien deze door Onze
Minister zijn aangewezen.
- Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit onderzoekt op verzoek
van een college van burgemeester en wethouders of van gedeputeerde staten de technische
haalbaarheid, de ruimtelijke aspecten en de investeringskosten van het verplaatsen of
vervangen van een deel van het systeem dat op grond van het eerste lid is aangewezen.
- Onze Minister kan op aanvraag van een transmissie- of distributiesysteembeheerder
voor elektriciteit ontheffing verlenen van de verplichting op grond van het eerste lid voor een
in die ontheffing aangewezen deel van het systeem, indien het vervangen of verplaatsen van
dat deel technisch of ruimtelijk niet haalbaar is of strijdig is met het belang van
leveringszekerheid.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
- de kenmerken van de systeemonderdelen die kunnen worden aangewezen;
- de voorwaarden voor vervanging of verplaatsing;
- de procedure voor de aanwijzing;
- het deel van de kosten die een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor
elektriciteit maakt voor de uitvoering van een verzoek als bedoeld in het eerste en derde lid dat
wordt betaald door de verzoeker en de bestanddelen waaruit die kosten bestaan;
Artikel 3.28 inkopen niet-frequentiegerelateerde ondersteunende diensten elektriciteit
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit koopt nietfrequentiegerelateerde ondersteunende diensten in en doet dit volgens transparante, nietdiscriminerende en marktgebaseerde procedures die deelname van alle in aanmerking
komende marktdeelnemers faciliteren.
- Het eerste lid is niet van toepassing op niet-frequentiegerelateerde ondersteunende
diensten die een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit zelf uitvoert met
gebruikmaking van een volledig geïntegreerde netwerkcomponent.
- De Autoriteit Consument en Markt kan op verzoek van een distributie- of
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit ten aanzien van een specifieke niet-frequentieondersteunende dienst een ontheffing verlenen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid,
als de Autoriteit Consument en Markt van oordeel is dat de marktgebaseerde inkoop van die
dienst economisch niet efficiënt is.
- De Autoriteit Consument en Markt kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een
ontheffing.
Artikel 3.29 inkopen congestiebeheers- of systeembeheersdiensten elektriciteit
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit koopt
congestiebeheers- of systeembeheersdiensten, niet zijnde redispatching als bedoeld in artikel
2, onderdeel 26, van verordening 2019/943, aan volgens transparante, niet-discriminerende en
marktgebaseerde procedures die deelname van alle in aanmerking komende marktdeelnemers
faciliteren.
- Ten aanzien van de aankoop van congestiebeheers- of systeembeheersdiensten kan de
Autoriteit Consument en Markt een distributie- of transmissiesysteembeheerder voor
elektriciteit op verzoek een ontheffing verlenen van het eerste lid, als de Autoriteit Consument
47
en Markt van oordeel is dat de marktgebaseerde inkoop economisch niet efficiënt is of dat een
dergelijk aankoop zou leiden tot ernstige marktverstoringen of meer congestie.
- De Autoriteit Consument en Markt kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een
ontheffing als bedoeld in het tweede lid.
- Met het oog op de uitvoering van het eerste lid, worden in de methoden of voorwaarden,
bedoeld in artikel 3.119, ten minste opgenomen de specificaties voor het inkopen van
congestiebeheers- of systeembeheersdiensten en, indien van toepassing, gestandaardiseerde
marktproducten voor deze diensten.
Artikel 3.30 minimaliseren systeemverliezen
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder treft doelmatige maatregelen om
systeemverliezen te minimaliseren.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder koopt elektriciteit of gas ter dekking van
zijn systeemverliezen in volgens transparante, niet-discriminerende en marktgebaseerde
procedures die deelname van alle in aanmerking komende marktdeelnemers faciliteren.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder is verantwoordelijk voor de onbalans die
het gevolg is van systeemverliezen binnen zijn systeem.
Artikel 3.31 elektriciteitsopslagfaciliteit
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit bezit, ontwikkelt, beheert
of exploiteert geen elektriciteitsopslagfaciliteit, tenzij:
Consument en Markt op verzoek van een transmissie- of distributiesysteembeheerder
krachtens artikel 3.32 heeft erkend als volledig geïntegreerde netwerkcomponent; of
distributiesysteembeheerder krachtens artikel 3.33 ten aanzien van een specifieke
elektriciteitsopslagfaciliteit een ontheffing heeft verleend.
Artikel 3.32 elektriciteitsopslagfaciliteit als volledig geïntegreerde netwerkcomponent
- De Autoriteit Consument en Markt erkent op aanvraag van een transmissie- of
distributiesysteembeheerder voor elektriciteit een elektriciteitsopslagfaciliteit als volledig
geïntegreerde netwerkcomponent als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
- het voldoet aan de eigenschappen van een volledig geïntegreerde netwerkcomponent; en
- geschikt is voor het opslaan van elektriciteit;
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de aanvraag en de informatie
die daarbij moet worden verstrekt.
Artikel 3.33 ontheffing elektriciteitsopslagfaciliteit
- De Autoriteit Consument en Markt kan op verzoek van een transmissie- of
distributiesysteembeheerder voor elektriciteit ten aanzien van een specifieke
elektriciteitsopslagfaciliteit een ontheffing verlenen als is voldaan aan de volgende
voorwaarden:
van de taak, bedoeld in artikel 3.25;
of een andere energiedrager te kopen of te verkopen; en
48
faciliteit niet tegen redelijke kosten of binnen een redelijke termijn kunnen bieden.
- De Autoriteit Consument en Markt:
- kan een leidraad opstellen voor een billijke aanbestedingsprocedure voor een
elektriciteitsopslagfaciliteit als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c;
lid;
in het eerste lid die is verleend aan een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit;
elektriciteitsopslagfaciliteiten waarvoor een ontheffing is verleend, om de potentiële
beschikbaarheid en belangstelling om in dergelijke faciliteiten te investeren, te evalueren; en
marktpartijen in staat zijn dergelijke elektriciteitsopslagfaciliteiten op een kosteneffectieve
manier te bezitten, te ontwikkelen, te exploiteren of te beheren.
- In een besluit tot intrekking van een ontheffing als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c,
wordt aan de transmissie- of distributiesysteembeheerder een termijn van ten hoogste achttien
maanden gesteld om het gebruik van de elektriciteitsopslagfaciliteit te beëindigen, tenzij deze
krachtens artikel 3.32 is erkend als volledig geïntegreerde netwerkcomponent.
Artikel 3.34 investeringsplan
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder stelt periodiek een investeringsplan op.
- In een investeringsplan is ten minste opgenomen:
- een beschrijving en onderbouwing van de noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen en
vervangingsinvesteringen gelet op artikel 3.25, eerste lid;
die de transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit zal inkopen om
verzwaring van het systeem te voorkomen als bedoeld in artikel 3.25, tweede lid; en
onderdeel a, waaronder de volgorde van uitvoering van de noodzakelijke
uitbreidingsinvesteringen en factoren die vertraging in de uitvoering van een investering
kunnen veroorzaken, en de inkoop van diensten, bedoeld in onderdeel b, voor de termijn
waarvoor het investeringsplan geldt.
- Bij de beschrijving en onderbouwing van de uitbreidingsinvesteringen en
vervangingsinvesteringen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, zijn ten minste opgenomen
de investeringen:
in afdeling 3.2 de Omgevingswet;
aanleg of uitbreiding van systeemkoppelingen tussen het transmissiesysteem voor elektriciteit
op zee en het transmissiesysteem voor elektriciteit;
op de energie- en klimaatdoelen uit het nationale energie- en klimaatplan, bedoeld in
verordening 2018/1999, en
vierde lid, artikel 3.46, tweede lid, en 3.47, tweede lid.
Artikel 3.35 onderzoek en toets investeringsplan
49
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder legt een ontwerpinvesteringsplan voor
aan eenieder ter consultatie en aan Onze Minister ten behoeve van het onderzoek bedoeld in
het tweede lid.
- Onze Minister onderzoekt of het ontwerpinvesteringsplan van een transmissie- of
distributiesysteembeheerder voldoende rekenschap geeft van:
ingevolge verordening 2018/1999 opgestelde nationale energie- en klimaatplan; en
artikel 15 van verordening 2019/943 vastgestelde actieplan.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder verwerkt de consultatiereacties en de
bevindingen van Onze Minister in het ontwerpinvesteringsplan en legt het
ontwerpinvesteringsplan vervolgens ter toetsing voor aan de Autoriteit Consument en Markt.
- De Autoriteit Consument en Markt toetst of een ontwerpinvesteringsplan voldoet aan de
bij of krachtens de artikelen 3.34 tot en met 3.36 gestelde eisen, waaronder of geen sprake is
van overinvestering of onderinvestering in het licht van de taak, bedoeld in artikel 3.25 en of
de transmissie- of distributiesysteembeheerder in redelijkheid tot het ontwerpinvesteringsplan
heeft kunnen komen. De Autoriteit Consument en Markt betrekt hierbij tevens de bevindingen
van Onze Minister.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder stelt het investeringsplan vast na
ontvangst van de toetsingsresultaten van de Autoriteit Consument en Markt en verantwoordt
daarbij hoe deze toetsingsresultaten zijn verwerkt.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voert de in het investeringsplan
opgenomen investeringen en de inkoop van congestiebeheers- of systeembeheersdiensten uit
conform het investeringsplan.
Artikel 3.36 nadere regels investeringsplan
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over:
- de termijn waarvoor het investeringsplan geldt;
- de nadere inhoud en het aggregatieniveau van een investeringsplan;
- de procedure waarlangs een investeringsplan tot stand komt;
- de wijze waarop de noodzaak van investeringen wordt beschreven en onderbouwd;
- de wijze waarop de uitvoering van de investeringen wordt beschreven en onderbouwd;
- de wijze waarop de volgorde van de uitvoering van de noodzakelijke
uitbreidingsinvesteringen wordt bepaald, daarbij rekening houdend met het maatschappelijk
belang van de investeringen;
wordt opgesteld dan wel aangepast;
Autoriteit Consument en Markt wordt getoetst.
- De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen in ieder geval verschillen voor verschillende
systemen, verschillende delen van systemen met een verschillend spannings- of drukniveau en
verschillende systeembeheerders.
Paragraaf 3.3.3 Taken inzake aansluiten
Artikel 3.37 gebiedsindeling transmissie- en distributiesysteembeheerders
50
- De Autoriteit Consument en Markt stelt, met inachtneming van een voorstel van de
transmissie- en distributiesysteembeheerders voor elektriciteit respectievelijk gas, voor ieder
van deze systeembeheerders een gebied vast waarbinnen de betreffende systeembeheerder de
taak, bedoeld in artikel 3.38, eerste lid, respectievelijk 3.40, eerste lid, verricht. De Autoriteit
Consument en Markt kan daarbij tevens vaststellen in welke omstandigheden en onder welke
voorwaarden een distributiesysteembeheerder deze taak mag verrichten in een aangrenzend
gebied.
- De Autoriteit Consument en Markt publiceert een besluit als bedoeld in het eerste lid op
een voor eenieder kenbare en toegankelijke wijze.
Artikel 3.38 aansluiten elektriciteit
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit doet in het voor hem
krachtens artikel 3.37, eerste lid, vastgestelde gebied op verzoek een aanbod tot:
een voor die aansluiting geschikt spanningsniveau; of
- wijziging van een aansluiting op zijn systeem.
- De transmissie- of distributiesysteembeheerder doet een aanbod als bedoeld in het eerste
lid binnen een redelijke termijn en realiseert een aansluiting binnen een redelijke termijn na
aanvaarding van het aanbod.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit kan het doen van een
aanbod als bedoeld in het eerste lid, weigeren indien en voor zo lang er voor de verzochte
aansluiting onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is op zijn systeem. De transmissie- of
distributiesysteembeheerder neemt passende maatregelen, waaronder de benodigde
uitbreidingsinvesteringen, om zo spoedig mogelijk alsnog een aanbod te doen.
- Het eerste lid is niet van toepassing in bij algemene maatregel van bestuur aangewezen
situaties waarin een transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit niet op economische
voorwaarden kan worden beheerd, ontwikkeld en onderhouden.
- Met het oog op de uitvoering van het derde lid wordt in de methoden of voorwaarden,
bedoeld in artikel 3.119, in ieder geval opgenomen:
en onderbouwt dat voor de verzochte aansluiting onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar
is op zijn systeem en de informatie die hij daarover aan de verzoeker verschaft;
verschaft over de maatregelen die hij neemt om de transportcapaciteit op zijn systeem uit te
breiden om een aanbod op het verzoek te kunnen doen;
verschaft over redelijkerwijs beschikbare alternatieven voor de verzochte aansluiting.
Artikel 3.39 aanleggen aansluitleidingen elektriciteit door verzoeker
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit doet op verzoek en met
het oog op het realiseren van een aansluiting op zijn systeem een aanbod tot koppeling met
zijn systeem van een door de verzoeker aangelegde leiding en daarmee verbonden
hulpmiddelen, mits de leidingen en hulpmiddelen voldoen aan de voorafgaand aan de aanleg
door de transmissie- of distributiesysteembeheerder gestelde technische vereisten waardoor de
betrouwbaarheid van het door de transmissie- of distributiesystembeheerder beheerde systeem
gewaarborgd blijft en:
openbaar vervoer per trein, tram, of trolley, met mijnbouwkundige activiteiten, met het beheer
51
en de exploitatie van telecommunicatie- en kabelnetwerken, met het beheer van openbare
verlichting of van verkeersregelinstallaties, dan wel met riolering, bemaling, waterzuivering of
transport en distributie van water waarbij deze eenheid ingevolge de technische aard van de
bedrijfsuitoefening beschikt over verscheidene aansluitingen.
- Met de koppeling, bedoeld in het eerste lid, worden de door de verzoeker aangelegde
leiding en daarmee verbonden hulpmiddelen onderdeel van het transmissie- of
distributiesysteem voor elektriciteit en wordt de transmissie- of distributiesysteembeheerder
voor elektriciteit beschouwd als de bevoegde aanlegger hiervan als bedoeld in artikel 20,
tweede lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.
- Artikel 3.38, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op het doen van een aanbod,
bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat voor “aansluiting” wordt gelezen “met
koppeling te realiseren aansluiting”.
- Met het oog op de uitvoering van het eerste lid worden in de methoden of voorwaarden,
bedoeld in artikel 3.119, in ieder geval opgenomen de voorwaarden waaraan een aangelegde
leiding en daarmee verbonden hulpmiddelen als bedoeld in het eerste lid moeten voldoen.
Artikel 3.40 aansluiten gas
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas doet in het voor hem krachtens
artikel 3.37, eerste lid, vastgestelde gebied op verzoek een aanbod tot:
een voor die aansluiting geschikt drukniveau; of
aansluiting.
- De transmissie- of distributiesysteembeheerder doet een aanbod als bedoeld in het eerste
lid, binnen een redelijke termijn en realiseert de aansluiting binnen een redelijke termijn na
aanvaarding van het aanbod.
- Het eerste lid is niet van toepassing indien het verzoek ziet op:
- de aanleg van een kleine aansluiting voor het onttrekken van gas aan het transmissie- of
distributiesysteem voor gas ten behoeve van een te bouwen bouwwerk waarvan niet reeds op 1
juli 2018 een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht was afgegeven of een bouwwerk dat na 1 januari 2015 zonder
aansluiting op het distributiesysteem voor gas is gerealiseerd, tenzij een college van
burgemeester en wethouders het gebied waarin dit bouwwerk wordt of is gebouwd heeft
aangewezen als gebied waar aansluiting op het distributiesysteem voor gas strikt noodzakelijk
is om zwaarwegende redenen van algemeen belang;
distributiesysteem voor gas ten behoeve van een installatie die onderling technische,
organisatorische of functionele bindingen heeft met en in de onmiddellijke nabijheid is
gelegen van een installatie die als gevolg van het verbod in artikel 2.62, eerste lid, niet meer is
aangesloten op dat deel van zijn systeem waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd;
distributiesysteem in bij algemene maatregel van bestuur aangewezen situaties waarin een
transmissie- of distributiesysteem voor gas niet op economische voorwaarden kan worden
ontwikkeld, beheerd en onderhouden.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas kan het doen van een aanbod
als bedoeld in het eerste lid weigeren indien er voor de verzochte aansluiting op grond van
objectieve en technische criteria aantoonbaar onvoldoende capaciteit beschikbaar is, tenzij de
verzoeker een producent is van gas uit hernieuwbare bronnen en het op grond van bij
algemene maatregel van bestuur aan te wijzen criteria economisch verantwoord is om de
capaciteit uit te breiden voor de verzochte aansluiting.
52
- Met het oog op de uitvoering van het vierde lid, wordt in de methoden of voorwaarden,
bedoeld in artikel 3.119, in ieder geval opgenomen:
en onderbouwt dat voor de verzochte aansluiting onvoldoende capaciteit beschikbaar is en de
informatie die hij daarover aan de verzoeker verschaft;
verzoeker verschaft over de maatregelen die hij neemt om de capaciteit uit te breiden om een
aanbod op het verzoek te kunnen doen.
Artikel 3.41 in werking stellen, in gebruik geven, beheren, onderhouden, afsluiten en
verwijderen van aansluitingen
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder doet op verzoek een aanbod om een
aansluiting in werking te stellen, in gebruik te geven, te beheren en te onderhouden.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de gevallen
waarin een transmissie- of distributiesysteembeheerder:
functioneren van het stelsel van leveren, balanceren en meten; en
- is gehouden een aansluiting te verwijderen na beëindiging van de aansluitovereenkomst.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- de procedure die een transmissie- of distributiesysteembeheerder doorloopt voordat hij
overgaat tot buitenwerkingstellen of verwijderen van een aansluiting;
buitenwerkingstelling of verwijdering aan een aangeslotene verstrekt.
Artikel 3.42 gebieden met beperking aansluiting gas
- Een college van burgemeester en wethouders kan gebieden aanwijzen waar de taak voor
een distributiesysteembeheerder voor gas als bedoeld in artikel 3.40 niet geldt voor kleine
aansluitingen voor het onttrekken van gas indien zich in dat gebied een andere energieinfrastructuur bevindt die kan voorzien in de verwachte warmtebehoefte.
- Een college van burgemeester en wethouders meldt een besluit als bedoeld in het eerste
lid, aan de Autoriteit Consument en Markt.
- Een college van burgemeester en wethouders meldt een besluit als bedoeld in artikel
3.40, derde lid, onderdeel a, aan de Autoriteit Consument en Markt.
- De Autoriteit Consument en Markt houdt een register bij van:
- gebieden waarvoor een besluit als bedoeld in het eerste lid geldt; en
- gebieden waarvoor een besluit als bedoeld in artikel 3.40, derde lid, onderdeel a, geldt.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de melding, bedoeld in het
tweede en derde lid, en de in het register, bedoeld in het vierde lid, te vermelden gegevens.
Artikel 3.43 overdrachtspunten
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder stelt voor een aansluiting op zijn
systeem de locatie van het overdrachtspunt vast, met inachtneming van de redelijke belangen
van de aangeslotene.
- Indien een aansluiting uit meerdere leidingen bestaat stelt de transmissie- of
distributiesysteembeheerder per leiding de locatie van het overdrachtspunt vast.
- De betreffende transmissie- of distributiesysteembeheerders stellen gezamenlijk het
overdrachtspunt van een systeemkoppeling vast.
53
Artikel 3.44 allocatiepunten
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder kent ten behoeve van een aansluiting op
zijn systeem een primair allocatiepunt toe.
- Indien krachtens artikel 2.46, tweede lid, onderdeel a, is bepaald dat een plaats wordt
aangemerkt als een additioneel allocatiepunt, kent een transmissie- of
distributiesysteembeheerder voor elektriciteit aan die plaats een additioneel allocatiepunt toe.
- Indien een aangeslotene op een transmissie- of distributiesysteem voor elektriciteit meer
dan één marktdeelnemer contracteert inzake verbruik of invoeding, kent een transmissie- of
distributiesysteembeheerder voor elektriciteit op verzoek van die aangeslotene een of
meerdere additionele allocatiepunten toe.
Artikel 3.45 toegang meetverantwoordelijke partij
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit geeft een
meetverantwoordelijke partij toegang tot zijn systeem, voor zover dit noodzakelijk is voor de
uitvoering van het bepaalde bij of krachtens artikel 2.48.
- Bij ministeriële regeling kan worden bepaald tot welke delen van het systeem een
meetverantwoordelijke partij toegang moet hebben en kunnen regels worden gesteld aan die
toegang.
Paragraaf 3.3.4 Taken inzake transporteren
Artikel 3.46 transporteren elektriciteit
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit doet op verzoek een
aanbod tot het verzorgen van transport van elektriciteit over zijn systeem.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit kan het doen van een
aanbod weigeren, indien en voor zo lang er voor het verzochte transport op grond van
objectieve en technische criteria aantoonbaar onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is
op zijn systeem. De transmissie- of distributiesysteembeheerder neemt passende maatregelen
om zo spoedig mogelijk een aanbod te doen.
- In de methoden of voorwaarden, bedoeld in artikel 3.119, wordt in ieder geval
opgenomen:
transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit tot het verzorgen van transport
van elektriciteit over zijn systeem aan meerdere aangeslotenen gezamenlijk;
distributiesysteembeheerder voor elektriciteit bepaalt en onderbouwt dat onvoldoende
transportcapaciteit beschikbaar is op zijn systeem en de informatie die hij daarover aan de
verzoeker verschaft.
Artikel 3.47 transporteren gas
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas doet op verzoek een aanbod tot
het verzorgen van transport van gas over zijn systeem.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas kan het doen van een aanbod
als bedoeld in het eerste lid weigeren indien er voor het verzochte transport op grond van
objectieve en technische criteria aantoonbaar onvoldoende capaciteit beschikbaar is op zijn
systeem, tenzij het verzoek invoeding van gas uit hernieuwbare bronnen betreft en het op
54
grond van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen criteria economisch verantwoord is
om de transportcapaciteit uit te breiden voor het verzochte transport.
- De Autoriteit Consument en Markt kan op aanvraag een transmissie- of
distributiesysteembeheerder voor gas overeenkomstig artikel 48 van richtlijn 2009/73 tijdelijk
ontheffing verlenen van de plicht bedoeld in het eerste lid.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de vereisten
waaraan een aanvraag als bedoeld in het derde lid moet voldoen en over de procedure en wijze
van besluitvorming door de Autoriteit Consument en Markt.
- Met het oog op de uitvoering van het tweede lid, wordt in de methoden of voorwaarden,
bedoeld in artikel 3.119, in ieder geval opgenomen:
onderbouwt dat voor het verzochte transport onvoldoende capaciteit beschikbaar is op zijn
systeem en de informatie die hij daarover aan de verzoeker verschaft;
verzoeker verschaft over de maatregelen die hij neemt om de capaciteit uit te breiden om een
aanbod op het verzoek te kunnen doen.
Artikel 3.48 invoed- en afleverspecificaties gas
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas:
- accepteert op zijn systeem gas dat voldoet aan de invoedspecificaties volgens bij
ministeriële regeling gestelde regels;
voldoet aan de afleverspecificaties die Onze Minister bij ministeriële regeling vaststelt.
- De transmissiesysteembeheerder voor gas mengt, bewerkt of behandelt gas dat op zijn
systeem wordt ingevoed zo nodig teneinde te voldoen aan het eerste lid, aanhef en onderdeel c.
- In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel a, kan een transmissie- of
distributiesysteembeheerder de invoeding van gas dat voldoet aan de krachtens dat artikellid
gestelde invoedspecificaties weigeren, indien die invoeding ertoe zou leiden dat de
transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas niet in redelijkheid kan voldoen aan het
eerste lid, aanhef en onderdeel c.
- In afwijking van het eerste lid, aanhef en onderdeel b, accepteert een
transmissiesysteembeheerder voor gas op verzoek invoeding van gas dat niet voldoet aan de
krachtens het eerste lid, aanhef en onderdeel a, gestelde invoedspecificaties, indien hij dit
redelijkerwijs en met gebruikmaking van het systeem kan mengen en kan voldoen aan het
eerste lid, aanhef en onderdeel c.
- Een transmissiesysteembeheerder voor gas accepteert op verzoek invoeding van
waterstofgas of andere gasvormige stoffen dan gas, indien hij dit redelijkerwijs en met
gebruikmaking van het systeem kan mengen en kan voldoen aan het eerste lid, aanhef en
onderdeel c.
- De invoedspecificaties en de afleverspecificaties, bedoeld in het eerste lid kunnen in
ieder geval verschillen voor invoed- en afleverpunten en naar energie-inhoud, drukniveau en
regio.
Paragraaf 3.3.5 Taken inzake balanceren
Artikel 3.49 balanceren elektriciteit en afhandelen vraagrespons
- De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit:
55
Nederland aanwezige en onderling verbonden systemen voor elektriciteit; en
verantwoordelijkheid ten aanzien van de balans van het systeem uit te voeren.
- Een distributiesysteembeheerder voor elektriciteit faciliteert de
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit bij de administratieve afhandeling van de
balancering, bedoeld in het eerste lid.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de handelingen van een
distributiesysteembeheerder voor elektriciteit ter uitvoering van het tweede lid.
- Als een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit een dienst in de vorm van een
verandering in de elektriciteitsbelasting koopt bij een marktdeelnemer die
vraagresponsdiensten levert:
balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit die actief is op het betreffende allocatiepunt
waarvan de flexibiliteit afkomstig is; en
hoeveelheid elektriciteit tussen de marktdeelnemer die vraagresponsdiensten levert en de
balanceringsverantwoordelijke voor elektriciteit die actief is op het betreffende allocatiepunt
waarvan de flexibiliteit afkomstig is conform een door de Autoriteit Consument en Markt vast
te stellen berekeningsmethode.
- Bij de uitvoering van het eerste en tweede lid gebruikt een systeembeheerder voor
elektriciteit van aangeslotenen met een kleine aansluiting ten hoogste meetgegevens per
kwartier en aggregeert bij eerste gelegenheid de meetgegevens van de aangeslotenen op zijn
systeem.
Artikel 3.50 balanceren gas
- De transmissiesysteembeheerder voor gas:
- treft voorzieningen voor de balancering van het door hem beheerde systeem; en
- faciliteert balanceringsverantwoordelijken voor gas om hun verantwoordelijkheid ten
aanzien van de balans van het systeem uit te voeren.
- Een distributiesysteembeheerder voor gas faciliteert de transmissiesysteembeheerder
voor gas bij de administratieve afhandeling van de balancering, bedoeld in het eerste lid.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de handelingen van een
distributiesysteembeheerder voor gas ter uitvoering van het tweede lid.
- Een transmissiesysteembeheerder voor gas verschaft een balanceringsverantwoordelijke
voor gas actuele en zo correct en volledig mogelijke informatie over:
- de mate waarin zijn balanceringsportfolio in evenwicht is; en
- de mate waarin het landelijk transportsysteem in evenwicht is.
- Bij de uitvoering van het eerste en tweede lid aggregeert een systeembeheerder voor gas
bij eerste gelegenheid de meetgegevens van de aangeslotenen op zijn systeem.
Paragraaf 3.3.6 Taken inzake meten
Artikel 3.51 ter beschikking stellen meetinrichting distributiesysteembeheerder
- Een distributiesysteembeheerder stelt aan een aangeslotene met een kleine aansluiting
voor elektriciteit of gas, die op grond van artikel 2.46, eerste lid, over een meetinrichting moet
beschikken, een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit beschikbaar, installeert deze
op of nabij het overdrachtspunt en doet een aanbod om de meetinrichting in gebruik te geven
en te beheren.
56
- Indien een distributiesysteembeheerder redelijkerwijs niet in staat is een meetinrichting
met communicatiefunctionaliteit bij een aangeslotene met een kleine aansluiting te plaatsen en
de oorzaak daarvan niet in de macht van de aangeslotene ligt, stelt de
distributiesysteembeheerder een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit ter
beschikking, installeert deze op of nabij het overdrachtspunt en doet een aanbod om de
meetinrichting in gebruik te geven en te beheren.
- Een distributiesysteembeheerder die krachtens artikel 2.46, tweede lid, onderdeel b, een
meetinrichting installeert en beheert, stelt een meetinrichting beschikbaar, installeert deze op
of nabij de andere plaats en doet een aanbod om de meetinrichting in gebruik te geven en te
beheren.
- Een distributiesysteembeheerder doet aan een aangeslotene met een kleine aansluiting
voor elektriciteit of gas op diens verzoek een aanbod om binnen vier maanden een
meetinrichting met communicatiefunctionaliteit ter beschikking te stellen:
communicatiefunctionaliteit te plaatsen; of
Artikel 3.52 delegatiegrondslag meetinrichtingen
Bij ministeriële regeling kunnen inzake aangeslotenen met een kleine aansluiting regels
worden gesteld over:
meetinrichtingen;
mogelijkheden van een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit.
Artikel 3.53 uitschakelen communicatiefunctionaliteit en weigeren meetinrichting
- Een distributiesysteembeheerder schakelt op verzoek van een aangeslotene met een
kleine aansluiting de communicatiefunctionaliteit administratief aan of uit.
- Indien een distributiesysteembeheerder op grond van artikel 3.51, eerste lid, een
meetinrichting met communicatiefunctionaliteit ter beschikking stelt aan een aangesloten met
een kleine aansluiting, kan de aangeslotene deze weigeren. In dat geval stelt de
distributiesysteembeheerder een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit ter
beschikking, installeert deze op of nabij het overdrachtspunt en doet een aanbod om de
meetinrichting in gebruik te geven en te beheren.
- Een distributiesysteembeheerder zendt Onze Minister de persoonsgegevens van een
aangeslotene met een kleine aansluiting indien hij deze aangeslotene een meetinrichting die
voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen ter beschikking heeft gesteld
maar dit niet heeft geleid tot installatie van die meetinrichting.
Artikel 3.54 meetinrichtingen transmissiesysteem voor gas
- De transmissiesysteembeheerder voor gas stelt aan een aangeslotene op zijn systeem
voor gas nabij het overdrachtspunt een meetinrichting beschikbaar, installeert deze en doet een
aanbod om de meetinrichting in gebruik te geven en te beheren indien de aangeslotene:
- uitsluitend gas afneemt;
- een beheerder van een gesloten systeem voor gas is.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de installatie en het beheer van
meetinrichtingen.
57
Artikel 3.55 meetinrichtingen en eisen systeemkoppelingen
- Een systeembeheerder beschikt op of nabij het overdrachtspunt van een
systeemkoppeling over een meetinrichting die voldoet aan de krachtens het tweede lid gestelde
eisen.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de eisen en functionaliteiten waaraan
een meetinrichting of een onderdeel van een meetinrichting, bedoeld in het eerste lid, ten
minste moet voldoen.
Artikel 3.56 meetverantwoordelijke partij systeemkoppelingen
- Een systeembeheerder draagt er zorg voor dat op zijn systeemkoppeling een
meetverantwoordelijke partij actief is die de meetinrichting als bedoeld in artikel 3.55, eerste
lid, installeert en beheert en wijst gezamenlijk met de bij een systeemkoppeling betrokken
andere systeembeheerder een meetverantwoordelijke partij aan.
- Het eerste lid is niet van toepassing op een systeemkoppeling tussen het
transmissiesysteem voor gas en een distributiesysteem voor gas.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de installatie en het beheer van
meetinrichtingen.
Artikel 3.57 verzamelen meetgegevens distributiesysteembeheerders
- Een distributiesysteembeheerder verzamelt, valideert en stelt de meetgegevens vast van
aangeslotenen met een kleine aansluiting voor elektriciteit of gas, die beschikken over een
door een distributiesysteembeheerder op grond van artikel 3.51 geïnstalleerde meetinrichting
waarvan de communicatiefunctionaliteit aan staat, indien dit noodzakelijk is voor:
balanceringsverantwoordelijke op grond van hoofdstuk 2;
- het uitvoeren van taken of verplichtingen bij of krachtens hoofdstuk 3.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- welke meetgegevens worden verzameld, gevalideerd of vastgesteld;
- de frequentie waarmee meetgegevens worden verzameld, gevalideerd of vastgesteld,
waarbij:
1
o
. de intervalfrequentie van verbruiks- invoedgegevens niet hoger is dan een kwartier; en
2
o
. verbruiks- en invoedgegevens ten hoogste één maal per dag worden verzameld;
van het gas;
van meetgegevens.
Artikel 3.58 verzamelen meetgegevens bijzondere situaties
Een distributiesysteembeheerder verzamelt, valideert en stelt de meetgegevens vast van
aangeslotenen met een kleine aansluiting voor elektriciteit of gas, die bij het overdrachtspunt
beschikken over een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit of een meetinrichting
waarvan de communicatiefunctionaliteit niet wordt gebruikt:
58
bij ministeriële regeling te bepalen criteria.
Artikel 3.59 verzamelen meetgegevens transmissiesysteembeheerder gas
- Een transmissiesysteembeheerder voor gas verzamelt, valideert en stelt de meetgegevens
vast van een aangeslotene op zijn systeem indien de aangeslotene:
- uitsluitend gas onttrekt;
- een beheerder van een gesloten systeem voor gas is.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- welke meetgegevens worden verzameld, gevalideerd of vastgesteld;
- de frequentie waarmee meetgegevens worden verzameld, gevalideerd of vastgesteld;
- de wijze waarop meetgegevens worden verzameld;
- nauwkeurigheidseisen bij het verzamelen van meetgegevens;
- methoden voor het herleiden en berekenen van de hoeveelheid gas en de energie-inhoud
van het gas;
van meetgegevens.
Artikel 3.60 verzamelen meetgegevens systeemkoppelingen
- Een meetverantwoordelijke partij, bedoeld in artikel 3.56, eerste lid, verzamelt, valideert
en stelt de meetgegevens vast op een systeemkoppeling.
- Een transmissiesysteembeheerder voor gas verzamelt, valideert en stelt de meetgegevens
vast op een systeemkoppeling tussen zijn systeem en een distributiesysteem voor gas.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- welke meetgegevens worden verzameld, gevalideerd of vastgesteld;
- de frequentie waarmee meetgegevens worden verzameld, gevalideerd of vastgesteld;
- de wijze waarop meetgegevens worden verzameld;
- nauwkeurigheidseisen bij het verzamelen van meetgegevens;
- methoden voor het herleiden en berekenen van de hoeveelheid gas en de energie-inhoud
van het gas;
van meetgegevens.
Artikel 3.61 controlesystematiek meetinrichtingen distributiesysteembeheerder en
transmissiesysteembeheerder voor gas
- De transmissiesysteembeheerder voor gas en een distributiesysteembeheerder past een
door Onze Minister goedgekeurd protocol voor een steekproefsgewijze controle van in gebruik
zijnde meetinrichtingen op de bij of krachtens artikel 2.46, derde lid, en de bij of krachtens
artikel 5 van de Metrologiewet gestelde eisen.
- Bij ministeriële regeling kunnen eisen worden gesteld aan het protocol.
Paragraaf 3.3.7 Overige en ondersteunende taken
Artikel 3.62 verordening risicoparaatheid en leveringszekerheid gas
59
Een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit of gas heeft, indien Onze Minister hem
dit opdraagt, tot taak werkzaamheden te verrichten ter uitvoering van verordening 2019/941
respectievelijk verordening 2017/1938.
Artikel 3.63 vaststellen hernieuwbare energiebron of WKK
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder stelt op verzoek van een aangeslotene op
haar systeem, of van een aangeslotene op een gesloten systeem dat met haar systeem is
verbonden, vast:
elektriciteit uit hernieuwbare bronnen of uit andere bronnen dan wel of sprake is van een
installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling;
meting van de hoeveelheid elektriciteit of gas die is geproduceerd; en
te meten, die wordt gebruikt in de installatie geschikt is voor de meting van de hoeveelheid
energie uit hernieuwbare bronnen of uit andere bronnen die is gebruikt voor de opwekking van
de hoeveelheid, bedoeld in onderdeel b.
Paragraaf 3.3.8 Bijzondere taken voor de transmissiesysteembeheerder voor gas
Artikel 3.64 pieklevering in uitzonderlijke omstandigheden
- De transmissiesysteembeheerder voor gas treft voorzieningen om vergunninghouders in
staat te stellen de levering van gas aan alle aangeslotenen met een kleine aansluiting te
verzorgen in perioden van extreme koude.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de perioden
van extreme koude en de te treffen voorzieningen, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 3.65 kwaliteitsconversie
De transmissiesysteembeheerder voor gas zet, ten behoeve van aangeslotenen,
netgebruikers, marktdeelnemers en balanceringsverantwoordelijken en gelet op het
minimaliseren van de winning van gas uit het gebied dat is aangewezen in de bij koninklijk
besluit van 30 mei 1963, nr. 39 (Stcrt. 126) verleende winningsvergunning, voor zover het gas
uit het Groningenveld betreft, indien noodzakelijk, gelet op het verschil tussen de kwaliteit van
het zich in het transmissiesysteem bevindende gas en het aan het transmissiesysteem te
onttrekken gas:
1°. gas met een hogere energie-inhoud administratief of fysiek om naar een lagere energieinhoud;
2°. gas met een lagere energie-inhoud administratief om naar een hogere energie-inhoud,
voor zover er gas met een hogere energie-inhoud voor omzetting beschikbaar is;
tenzij dit redelijkerwijs niet van een transmissiesysteembeheerder voor gas kan worden
gevergd.
Artikel 3.66 raming Groningenveld
- Een transmissiesysteembeheerder voor gas biedt jaarlijks voor een bij ministeriële
regeling te bepalen datum, na raadpleging van de representatieve organisaties van
aangeslotenen een raming aan Onze Minister aan van:
60
capaciteit, die uit het gebied dat is aangewezen in de bij koninklijk besluit van 30 mei 1963,
nr. 39 (Stcrt. 126) verleende winningsvergunning, benodigd is om eindafnemers van de
geraamde hoeveelheid laagcalorisch gas te voorzien, waarbij alle beschikbare middelen en
methoden die deze hoeveelheid minimaliseren worden betrokken; en
- de vraagontwikkeling voor de komende tien jaar naar laagcalorisch gas.
- De transmissiesysteembeheerder voor gas voert zijn taken als bedoeld in het eerste lid, zo
uit dat dit optimaal bijdraagt aan het minimaliseren van de winning van gas uit het
Groningenveld.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over:
- de inhoud van de raming, bedoeld in het eerste lid;
- het opstellen van rapportages voor Onze Minister.
- De transmissiesysteembeheerder voor gas meldt een langdurige en substantiële afwijking
van de inzet van de middelen en methoden of de vraag naar laagcalorisch gas ten opzichte van
de raming aan Onze Minister.
Artikel 3.67 transporteren gas uit gasvoorkomens
- De transmissiesysteembeheerder voor gas heeft, in het belang van het planmatig beheer
van voorkomens van gas, ter verzekering op lange termijn van een behoedzaam en rationeel
gebruik van deze natuurlijke hulpbron tot taak zorg te dragen voor de inname en het transport
van gas uit de gasvoorkomens in gebieden binnen Nederland en op het continentaal plat.
- Indien de transmissiesysteembeheerder voor gas ter uitvoering van de in het eerste lid
bedoelde taak moet investeren in de aanleg of uitbreiding van het transmissiesysteem dan
meldt hij dit voornemen aan Onze Minister. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden
gesteld omtrent de melding.
- Onze Minister besluit binnen 13 weken nadat de melding is gedaan, of een investering
als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk is, gelet op het belang, bedoeld in het eerste lid.
Indien Onze Minister besluit dat de investering niet noodzakelijk is, wordt de
transmissiesysteembeheerder voor gas geacht te zijn ontheven van de in het eerste lid bedoelde
taak voor dat voorkomen.
- De transmissiesysteembeheerder voor gas overlegt jaarlijks aan Onze Minister een
overzicht, waarin ten aanzien van de eerstvolgende twintig jaar ramingen zijn opgenomen met
betrekking tot de uitoefening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder vermelding van
daarbij gehanteerde vooronderstellingen en relevante onderscheiden.
Artikel 3.68 voorwaarden inname gas uit gasvoorkomens
- De transmissiesysteembeheerder voor gas kan, ten einde te waarborgen dat hij de taken,
bedoeld in artikel 3.67 zo doelmatig mogelijk kan uitvoeren, voorwaarden stellen aan de wijze
waarop het gas van de houders van Nederlandse winningsvergunningen dan wel degene met
wie voor het gebruik van die vergunning een overeenkomst is gesloten inzake het voor
gezamenlijke rekening winnen van gas, wordt ingenomen.
- Systeembeheerders, marktdeelnemers, netgebruikers en aangeslotenen verstrekken de
transmissiesysteembeheerder voor gas desgevraagd tijdig voldoende inlichtingen en gegevens
om te waarborgen dat hij de taken, bedoeld in het eerste lid kan uitvoeren.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ten aanzien van de in het eerste
lid bedoelde voorwaarden en de in het tweede lid genoemde gegevens en inlichtingen.
Artikel 3.69 verstrekken inlichtingen investeringen transporttaak gas uit gasvoorkomens
61
De transmissiesysteembeheerder voor gas verstrekt Onze Minister alle inlichtingen die hij
nodig heeft voor de toepassing van artikel 3.67, tweede lid.
Artikel 3.70 omschakelen
De transmissiesysteembeheerder voor gas schakelt een aangeslotene op zijn systeem die
ingevolge artikel 2.62, tweede lid, heeft gemeld dat diens aansluiting omgeschakeld moet
worden, om overeenkomstig de planning of aangepaste planning, bedoeld in artikel 3.71,
eerste lid, onderscheidenlijk tweede of derde lid, of, indien op grond van artikel 2.64, eerste
lid, een ontheffing is verleend aan de betrokken aangeslotene, overeenkomstig de aangepaste
planning die aan die ontheffing ten grondslag ligt.
Artikel 3.71 planning en proces omschakelen
- Ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 3.70, informeert de
transmissiesysteembeheerder voor gas de betrokken aangeslotene en Onze Minister over de
planning van de omschakeling, voorzien van een onderbouwing van de benodigde tijd voor de
onderscheiden activiteiten ten behoeve van de omschakeling en de mate waarin rekening is
gehouden met de gegevens, bedoeld in artikel 2.63, tweede lid.
- Indien de planning, bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de aangeslotene of de
transmissiesysteembeheerder voor gas als gevolg van gewijzigde omstandigheden aanpassing
behoeft, stelt de transmissiesysteembeheerder voor gas, in afstemming met de aangeslotene,
een aangepaste planning op en informeert Onze Minister hier zo spoedig mogelijk over. De
aangepaste planning wordt voorzien van een onderbouwing van elke afwijking ten opzichte
van de eerder ingediende planning.
- Onze Minister kan de transmissiesysteembeheerder voor gas een bindende gedragslijn
opleggen in verband met de planning of aangepaste planning van de onderscheiden activiteiten
ten behoeve van de omschakeling, indien dit naar zijn oordeel in het belang is van de zo
spoedig mogelijke afbouw of beëindiging van de gaswinning uit het gebied dat is aangewezen
in de bij koninklijk besluit van 30 mei 1963, nr. 39 (Stcrt. 126) verleende winningsvergunning
of in het economisch belang is van de aangeslotene. De transmissiesysteembeheerder voor gas
stuurt binnen vier weken na ontvangst van de bindende gedragslijn een aangepaste planning
aan Onze Minister en de betrokken aangeslotene.
Artikel 3.72 rapportageplicht omschakelen
- De transmissiesysteembeheerder voor gas vermeldt in de rapportage, bedoeld in artikel
3.66, derde lid, onderdeel b, in elk geval:
geldende planning;
distributiesysteem door een aangeslotene als bedoeld in artikel 2.62, eerste lid, via diens
aansluiting is beëindigd.
- Onze Minister verstrekt de informatie, bedoeld in het eerste lid, binnen vier weken na
ontvangst daarvan aan de Autoriteit Consument en Markt.
- De transmissiesysteembeheerder voor gas informeert de Autoriteit Consument en Markt
binnen vier weken na inwerkingtreding van dit artikel welke aangeslotenen in de gasjaren
2016/2017, 2017/2018 en 2018/2019 in ten minste twee van die gasjaren meer dan 100
miljoen m3 (n) gas hebben onttrokken via diens aansluiting die verbonden is met dat deel van
het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt
62
getransporteerd, en verstrekt daarbij tevens informatie over de hoeveelheid gas dat per
betrokken aansluiting in de hiervoor genoemde gasjaren is onttrokken.
- De transmissiesysteembeheerder voor gas verstrekt de Autoriteit Consument en Markt
desgevraagd informatie over de hoeveelheid gas die een aangeslotene als bedoeld in het derde
lid, via diens aansluiting heeft onttrokken aan dat deel van het transmissie- of
distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd.
- De transmissie- of distributiesysteembeheerders informeren de Autoriteit Consument en
Markt binnen vier weken na afloop van een gasjaar welke aangeslotenen in het voorgaande
gasjaar meer dan 100 miljoen m3(n) gas hebben onttrokken aan het transmissie- of
distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, of, voor zover
van toepassing, dat geen enkele aangeslotene in dat gasjaar meer dan 100 miljoen m3(n) gas
heeft onttrokken aan het transmissie- of distributiesysteem voor gas waarmee laagcalorisch gas
wordt getransporteerd.
- Indien een transmissie- of distributiesysteembeheerder in een gasjaar een aansluiting
heeft gerealiseerd waarmee installaties van gas worden voorzien waarvan hij vermoedt dat die
behoren tot eenzelfde onderneming of instelling, die onderling technische, organisatorische of
functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen, en die al
door hem van een aansluiting op het transmissie- of distributiesysteem waarmee laagcalorisch
gas wordt getransporteerd zijn voorzien, informeert hij de Autoriteit Consument en Markt
binnen vier weken na afloop van dat gasjaar over het realiseren van die aansluiting en de
locatie daarvan. De transmissie- of distributiesysteembeheerder verstrekt daarbij tevens
informatie over de betrokken aangeslotene of aangeslotenen en de hoeveelheid gas die in dat
voorafgaande gasjaar door middel van elke afzonderlijke aansluiting op het transmissie- of
distributiesysteem waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, is onttrokken.
- Indien een transmissie- of distributiesysteembeheerder in een gasjaar op grond een
aansluiting heeft gerealiseerd waarmee installaties van gas worden voorzien, waarvan hij
vermoedt dat die behoren tot eenzelfde onderneming of instelling, die onderling technische,
organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn
gelegen, en al door een andere transmissie- of distributiesysteembeheerder van een aansluiting
op het transmissie- of distributiesysteem waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd zijn
voorzien, informeert hij die andere transmissie- of distributiesysteembeheerder en de
Autoriteit Consument en Markt over dit vermoeden. Op verzoek van de Autoriteit Consument
en Markt verstrekken beide systeembeheerders de informatie, bedoeld in het zesde lid.
Paragraaf 3.3.9 Tijdelijke taken
Artikel 3.73 tijdelijke taken
- Bij algemene maatregel van bestuur kunnen één of meer andere taken dan de op grond
van deze wet opgedragen taken voor een bij die maatregel te bepalen periode van ten hoogste
tien jaren per taak worden toegestaan aan een transmissie- of distributiesysteembeheerder
indien:
- deze taken verband houden met de op grond van deze wet opgedragen taken;
- deze taken van belang zijn voor het toekomstig beheer van het systeem; en
- marktpartijen niet of in beperkte mate in de uitvoering van de taken voorzien.
- Indien het een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit betreft,
beoordeelt Autoriteit Consument en Markt voorafgaand aan het toekennen van een taak als
bedoeld in het eerste lid, de noodzaak van de toekenning.
- Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de voortzetting of
beëindiging van een overeenkomstig het eerste lid opgedragen taak.
63
- Bij het toekennen van een tijdelijke taak als bedoeld in het eerste lid kunnen
voorwaarden worden gesteld en kan worden bepaald dat voor de uitvoering van die taak een
tarief in rekening wordt gebracht bij degenen ten behoeve van wie de tijdelijke taak wordt
uitgevoerd.
AFDELING 3.4 VERPLICHTINGEN TRANSMISSIESYSTEEMBEHEERDER EN
DISTRIBUTIESYSTEEMBEHEERDER BIJ TAAKUITOEFENING
Artikel 3.74 kwaliteitsborging en calamiteitenplan
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder waarborgt bij de uitvoering van zijn
wettelijke taken of verplichtingen de kwaliteit daarvan. Bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur worden regels gesteld over:
gecommuniceerd;
calamiteiten of voorvallen die nadelige gevolgen voor mens of milieu hebben of kunnen
hebben.
Artikel 3.75 financieel beheer en boekhouding
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
aan de scheiding van de boekhouding voor verschillende wettelijke taken of verplichtingen.
Artikel 3.76 bijhouden gegevens
Een transmissie- of distributiesysteembeheerder verzamelt en gebruikt bij de uitvoering van
zijn wettelijke taken of verplichtingen de daarvoor noodzakelijke gegevens.
Artikel 3.77 beschermen en verstrekken van informatie
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder die bij de uitvoering van zijn wettelijke
taken of verplichtingen de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke
karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, draagt er zorg voor dat die gegevens niet ter
beschikking komen of kunnen komen van derden, tenzij enig wettelijk voorschrift anders
bepaalt.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheer verstrekt beheerders van andere systemen
de informatie die zij nodig hebben voor de naleving van hun wettelijke taken of
verplichtingen.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder verstrekt aangeslotenen, netgebruikers,
marktdeelnemers en balanceringsverantwoordelijken, de informatie die ze nodig hebben voor
een efficiënte toegang tot het transmissie- of distributiesysteem inclusief het gebruik ervan.
Artikel 3.78 actief en passief openbaar maken
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder maakt uit eigen beweging gegevens die
hij bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen verzamelt en ontvangt, ten
behoeve van inzicht in de structuur en het functioneren van het energiesysteem en de transitie
naar een CO2-arme energievoorziening openbaar, waarbij:
64
karakter kent of redelijkerwijs had moeten vermoeden, openbaar maakt;
openbaarmaking niet is toegestaan;
begrijpelijk en toegankelijk maken van deze gegevens.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder verleent op verzoek toegang tot
gegevens en wisselt gegevens uit, die hij bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of
verplichtingen verzamelt en ontvangt, waarbij:
karakter kent of redelijkerwijs had moeten vermoeden, openbaar maakt of toegang toe verleent
of uitwisselt, met uitzondering van het bepaalde bij of krachtens artikel 4.1;
openbaarmaking niet is toegestaan;
verzoeker op een toegankelijke wijze beschikbaar stellen op een wijze dat de verzoeker de
mogelijkheid van hergebruik en machine-uitleesbaarheid heeft.
- Voor het verlenen van toegang tot gegevens of het uitwisselen van gegevens, bedoeld in
het tweede lid, kan de transmissie- of distributiesysteembeheerder de redelijke kosten in
rekening brengen bij de verzoeker.
- In afwijking van artikel 3.17, eerste lid, mag een transmissie- of
distributiesysteembeheerder de uitvoering van de verplichtingen, bedoeld in het eerste tot en
met derde lid, in gezamenlijkheid uitvoeren indien dit een efficiënte of effectieve
openbaarmaking ten goede komt.
- Bij ministeriële regeling kunnen:
- gegevens worden aangewezen die een transmissie- of distributiesysteembeheerder in
ieder geval openbaar maakt;
Artikel 3.79 delegatiegrondslag nadere verplichtingen
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
distributiesysteembeheerders;
overstappen naar andere marktdeelnemers of balanceringsverantwoordelijken, verhuizingen of
in- en uithuizingen;
het gestelde krachtens artikel 2.25 treft ten behoeve van aangeslotenen met een kleine
aansluiting;
verstrekt met het oog op het voorkomen van buitenwerkingstelling van een aansluiting als
bedoeld in artikel 3.41 in geval van het faillissement of de intrekking van een vergunning,
erkenning of toelating van een marktdeelnemer, balanceringsverantwoordelijke of
meetverantwoordelijke partij, en de termijn waarbinnen deze informatie wordt verstrekt, in
geval van intrekking van een vergunning als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid.
Artikel 3.80 kosten voor het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
65
De transmissie- en distributiesysteembeheerders voor elektriciteit voldoen aan de
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee de door deze op grond van artikel 3.118,
vierde lid, bij hen in rekening gebrachte kosten.
Artikel 3.81 technische overeenkomsten interconnectoren en interconnectorsystemen
voor gas
Een transmissiesysteembeheerder voor gas of een interconnectorsysteembeheerder voor gas
informeert de Autoriteit Consument en Markt over technische overeenkomsten over
interconnectoren of interconnectorsystemen voor gas met derde landen.
AFDELING 3.5 BEHEERDERS VAN BIJZONDERE SYSTEMEN
Paragraaf 3.5.1 Beheerder van het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
Artikel 3.82 transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
Het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee omvat de systemen die bestemd zijn voor
het transport van elektriciteit en die één of meer windparken op zee verbinden met het
transmissiesysteem voor elektriciteit of met dit systeem en het transportsysteem voor
elektriciteit van een ander land met uitzondering van leidingen en daarmee verbonden
hulpmiddelen ten behoeve van het transport van elektriciteit die één of meer windparken op
zee verbinden met het transmissiesysteem voor elektriciteit en waarvoor voor 1 januari 2016
een vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of op grond van artikel
6.5 van de Waterwet is verleend.
Artikel 3.83 ontwikkelkader transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
- Onze Minister stelt een kader vast inzake de ontwikkeling van windenergie op zee en het
gebruik van het transmissiesysteem voor elektriciteit op zee. In het ontwikkelkader wordt in
ieder geval opgenomen:
elektriciteit op zee;
transmissiesysteem voor elektriciteit op zee.
- Onze Minister kan het ontwikkelkader wijzigen of aanvullen.
- De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee werkt het ontwikkelkader uit in
het investeringsplan, bedoeld in artikel 3.85 juncto artikel 3.34, en voert zijn wettelijke taken
of verplichtingen uit in overeenstemming met het ontwikkelkader.
Artikel 3.84 algemene bepaling transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee in
verhouding tot Europees recht
66
- De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee die krachtens artikel 3.2, eerste
lid, onderdeel g, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij
of krachtens verordening 2019/943 aan transmissiesysteembeheerders zijn opgedragen.
- De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee stelt op zijn systeem
beschikbare zoneoverschrijdende capaciteit ter beschikking.
Artikel 3.85 overeenkomstige toepassing transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit
op zee
De artikelen 3.10, 3.11, 3.13, 3.14, 3.15, 3.17, 3.18, 3.19, eerste, tweede, derde en vijfde
lid, 3.20, 3.21, 3.22, 3.24, 3.25, 3.28, 3.30 tot en met 3.36, 3.49, tweede en derde lid, 3.63,
3.75, 3.76, 3.77, 3.78, 3.79, onderdelen a en b, en 3.125 zijn van overeenkomstige toepassing
op de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee met dien verstande dat voor
“transmissie- of distributiesysteembeheerder”, “transmissiesysteembeheerder” of
“distributiesysteembeheerder” telkens wordt gelezen “transmissiesysteembeheerder voor
elektriciteit op zee”.
Artikel 3.86 aansluiten en transporteren transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
- De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee doet op verzoek een aanbod tot
aanleg van een aansluiting op zijn systeem of een aanbod om een aansluiting in gebruik te
geven, te beheren en te onderhouden aan:
windenergie op zee, overeenkomstig het ontwikkelkader windenergie op zee, bedoeld in
artikel 3.83;
- een eindafnemer die geen elektriciteit opwekt anders dan voor eigen gebruik.
- De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee doet op verzoek van een
aangeslotene als bedoeld in het eerste lid een aanbod tot het verzorgen van transport van
elektriciteit over zijn systeem.
- In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid kan de
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee een verzoek van een eindafnemer
afwijzen indien er onvoldoende aansluit- of transportcapaciteit beschikbaar is op het
dichtstbijzijnde voor aansluiting geschikte punt op zijn systeem om aan het verzoek te kunnen
voldoen.
Artikel 3.87 schadevergoedingsregeling transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
- Een aangeslotene als bedoeld in artikel 3.86, eerste lid, onderdeel a, heeft recht op
vergoeding van schade door de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, indien:
noodzakelijk deel van het transmissiesysteem op zee geheel of gedeeltelijk later oplevert dan
in het ontwikkelkader, bedoeld in artikel 3.83, is opgenomen en de aangeslotene hierdoor
geheel of gedeeltelijk geen elektriciteit kan laten transporteren;
kalenderjaar niet kan worden getransporteerd over het transmissiesysteem op zee groter is dan
de hoeveelheid elektriciteit die niet kan worden getransporteerd wegens gemiddeld voor het
transmissiesysteem voor elektriciteit op zee redelijkerwijs noodzakelijk onderhoud en de
aangeslotene hierdoor geheel of gedeeltelijk geen elektriciteit kan laten transporteren.
- De vergoeding van de schade bestaat uit gevolgschade en de schade ten gevolge van
gederfde of uitgestelde inkomsten door het niet kunnen laten transporteren van met het
aangesloten windpark geproduceerde elektriciteit, bedoeld in het eerste lid.
67
- Een aangeslotene als bedoeld in artikel 3.86, eerste lid, onderdeel a, draagt er zorg voor
dat de schade zo veel mogelijk beperkt blijft.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het
recht op schadevergoeding, bedoeld in het eerste lid, en de bestanddelen van de vergoeding,
bedoeld in het tweede lid.
Paragraaf 3.5.2 Interconnectorsysteembeheerder
Artikel 3.88 algemene bepaling interconnectorbeheerder in verhouding tot Europees
recht
- Een interconnectorsysteembeheerder voor elektriciteit, die een interconnectorsysteem
voor elektriciteit met een lidstaat of een land dat onderdeel uitmaakt van de Europese
economische ruimte beheert die krachtens artikel 3.2, eerste lid, aanhef en onderdeel b, is
aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens
verordening 2019/943 of andere bindende EU-rechtshandeling op het gebied van elektriciteit
aan interconnectorsysteembeheerders zijn opgedragen.
- Een interconnectorsysteembeheerder voor elektriciteit stelt op zijn systeem beschikbare
zoneoverschrijdende capaciteit ter beschikking.
- Een interconnectorsysteembeheerder voor gas die krachtens artikel 3.2, eerste lid, aanhef
en onderdeel d, is aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij
of krachtens verordening 715/2009 of andere bindende EU-rechtshandeling op het gebied van
gas aan interconnectorsysteembeheerders zijn opgedragen.
Artikel 3.89 Privatiseringsverbod
Ten minste de helft van de aandelen in een interconnectorsysteembeheerder voor
elektriciteit berusten direct of indirect bij de Staat der Nederlanden, waarbij onder indirect
berusten van aandelen wordt verstaan dat de desbetreffende aandelen berusten bij één of meer
rechtspersonen waarvan alle aandelen worden gehouden door de staat of bij een rechtspersoon
die een volledige dochtermaatschappij is van één of meer rechtspersonen waarvan alle
aandelen worden gehouden door de staat.
Artikel 3.90 overeenkomstige toepassing interconnectorsysteembeheerder
- De artikelen 3.10, 3.24, 3.25, eerste lid, 3.75, onderdeel b, 3.76, 3.77 en 3.78 zijn van
overeenkomstige toepassing op een interconnectorsysteembeheerder, met dien verstande dat
voor “transmissie- of distributiesysteembeheerder”, “transmissiesysteembeheerder” of
“distributiesysteembeheerder” telkens wordt gelezen “interconnectorbeheerder”.
- De artikelen 3.13 en 3.14, vierde en zesde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op
een interconnectorsysteembeheerder voor elektriciteit, met dien verstande dat voor
“transmissie- of distributiesysteembeheerder” telkens wordt gelezen
“interconnectorsysteembeheerder voor elektriciteit”.
- De artikelen 3.16, 3.47, eerste lid, en 3.81 zijn van overeenkomstige toepassing op een
interconnectorsysteembeheerder voor gas, met dien verstande dat voor “transmissie- of
distributiesysteembeheerder” telkens wordt gelezen “interconnectorsysteembeheerder voor
gas”.
- Bij algemene maatregel van bestuur worden ten aanzien van interconnectorbeheerders
voor elektriciteit met derde landen regels gesteld over:
68
transportsystemen waaraan de interconnectorsysteem is aangesloten.
Paragraaf 3.5.3 LNG-beheerder
Artikel 3.91 algemene bepaling LNG-beheerder in verhouding tot Europees recht
Een LNG-beheerder die krachtens artikel 3.2, eerste lid, aanhef en onderdeel h, is
aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die krachtens
verordening 715/2009 of andere bindende EU-rechtshandeling op het gebied van gas aan
LNG-beheerders zijn opgedragen.
Artikel 3.92 handelen LNG-beheerder
Een LNG-beheerder handelt bij de uitoefening van zijn wettelijke taken of verplichtingen
redelijk, transparant en niet-discriminerend.
Artikel 3.93 beheren, onderhouden en ontwikkelen
Een LNG-beheerder beheert, onderhoudt en ontwikkelt zijn systeem, onder economische
voorwaarden, op zodanige wijze dat de veiligheid, betrouwbaarheid en doelmatigheid van dat
systeem is gewaarborgd en met inachtneming van de belangen van het milieu.
Artikel 3.94 gereguleerde toegang
- Een LNG-beheerder doet op verzoek een aanbod om LNG-activiteiten of ondersteunende
diensten voor gas uit te voeren.
- Een LNG-beheerder kan weigeren een aanbod te doen indien binnen het LNG-systeem
geen capaciteit beschikbaar is voor de verzochte LNG-activiteiten of in redelijkheid niet kan
worden gevergd dat hij de verzochte capaciteit beschikbaar stelt.
- Een weigering als bedoeld in het tweede lid is met redenen omkleed.
- Met het oog op de uitvoering van het eerste en tweede lid, worden in de methoden of
voorwaarden, bedoeld in artikel 3.122, tweede lid, in ieder geval opgenomen, voorwaarden
voor:
Artikel 3.95 beschermen en verstrekken van informatie
- Een LNG-beheerder die bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen de
beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of
redelijkerwijs moet vermoeden, houdt die gegevens geheim tenzij enig wettelijk voorschrift
anders bepaalt.
- Een LNG-beheerder verstrekt beheerders van andere systemen de informatie die zij
nodig hebben voor een zekere en doelmatige exploitatie van de systemen en voor de naleving
van hun wettelijke taken of verplichtingen.
- Een LNG-beheerder:
- verstrekt gebruikers van het LNG-systeem de informatie die zij nodig hebben voor een
efficiënte toegang tot dat systeem
efficiënte werking van de markt, voor zover deze redelijkerwijs te genereren is uit de
69
informatie waarover de LNG-beheerder beschikt op basis van de uitvoering van zijn wettelijke
taken of verplichtingen.
- Als een LNG-beheerder gegevens over zijn bedrijfsvoering die commercieel voordeel
kunnen opleveren ter beschikking stelt aan derden, stelt hij deze gegevens onder gelijke
voorwaarden beschikbaar aan anderen.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de informatie die een LNGbeheerder verstrekt aan systeembeheerders of gebruikers van het LNG-systeem.
Artikel 3.96 boekhouding
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de
boekhouding van een LNG-beheerder, waaronder eisen aan de scheiding van de boekhouding
voor verschillende wettelijke taken of verplichtingen.
Paragraaf 3.5.4 Gasopslagbeheerder
Artikel 3.97 algemene bepaling gasopslagbeheerder in verhouding tot Europees recht
Een gasopslagbeheerder die krachtens artikel 3.2, eerste lid, aanhef en onderdeel i, is
aangewezen, is uit dien hoofde belast met de taken en verplichtingen die bij of krachtens
verordening 715/2009 of andere bindende EU-rechtshandeling op het gebied van gas aan
gasopslagbeheerders zijn opgedragen.
Artikel 3.98 handelen gasopslagbeheerder
Een gasopslagbeheerder handelt bij de uitoefening van zijn wettelijke taken of
verplichtingen redelijk, transparant en niet-discriminerend.
Artikel 3.99 beheren, onderhouden en ontwikkelen gasopslagsysteem
Een gasopslagbeheerder beheert, onderhoudt en ontwikkelt zijn systeem, op economische
voorwaarden, op zodanige wijze dat de veiligheid, betrouwbaarheid en doelmatigheid is
geborgd en met inachtneming van de belangen van het milieu.
Artikel 3.100 onderhandelde toegang
- Een gasopslagbeheerder onderhandelt op verzoek over toegang tot zijn gasopslagsysteem
of de door hem aangeboden ondersteunende diensten als de toegang tot dat gasopslagsysteem
in technische of economische zin noodzakelijk is voor een efficiënte toegang tot de gasmarkt
met het oog op de levering aan aangeslotenen.
- De gasopslagbeheerder kan weigeren gasopslagactiviteiten en ondersteunende diensten te
verrichten als binnen zijn gasopslagsysteem geen capaciteit beschikbaar is voor de
gasopslagactiviteiten of in redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij alle capaciteit
beschikbaar stelt.
- Een weigering als bedoeld in het eerste lid is met redenen omkleed.
- Een gasopslagbeheerder maakt een indicatie van de voorwaarden en tarieven die het
bedrijf voornemens is in het volgende kalenderjaar toe te passen voor het verrichten van
gasopslag en ondersteunende diensten, bekend.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:
- de technische of economische noodzakelijkheid voor een efficiënte toegang tot het
transmissie- of distributiesysteem met het oog op de levering aan aangeslotenen;
70
bekendmaking van de indicatie van de tarieven en voorwaarden.
Artikel 3.101 beschermen en verstrekken van informatie
- Een gasopslagbeheerder die bij de uitvoering van zijn wettelijke taken of verplichtingen
de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of
redelijkerwijs moet vermoeden, houdt die gegevens geheim tenzij enig wettelijk voorschrift
anders bepaalt.
- Een gasopslagbeheerder verstrekt beheerders van andere systemen de informatie die zij
nodig hebben voor een zekere en doelmatige exploitatie van de systemen en voor de naleving
van hun wettelijke taken of verplichtingen;
- Een gasopslagbeheerder:
- verstrekt gebruikers van het gasopslagsysteem de informatie die zij nodig hebben voor
een efficiënte toegang tot dat systeem
efficiënte werking van de markt, voor zover deze redelijkerwijs te genereren is uit de
informatie waarover de gasopslagbeheerder beschikt op basis van de uitvoering van zijn
wettelijke taken of verplichtingen.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de informatie die een
gasopslagbeheerder verstrekt aan systeembeheerders of gebruikers van het gasopslagsysteem.
- Als een gasopslagbeheerder gegevens over zijn bedrijfsvoering die commercieel
voordeel kunnen opleveren ter beschikking stelt aan derden, stelt hij deze gegevens onder
gelijke voorwaarden beschikbaar aan anderen.
Artikel 3.102 boekhouding
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de
boekhouding van een gasopslagbeheerder, waaronder eisen aan de scheiding van de
boekhouding voor verschillende wettelijke taken of verplichtingen.
Artikel 3.103 onafhankelijkheid beheerder gasopslag
- Als een gasopslagbeheerder tevens producent of leverancier is of deel uitmaakt van een
groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waarvan ook een
producent of leverancier deel uitmaakt, en de gasopslagbeheerder krachtens artikel 3.100
verplicht is te onderhandelen over de toegang tot zijn opslagsysteem, is de gasopslagbeheerder
wat betreft de rechtsvorm, organisatie en besluitvorming onafhankelijk van de activiteiten op
het gebied van productie en levering.
- Bij algemene maatregel van bestuur worden met het oog op onafhankelijkheid van de
gasopslagbeheerder, nadere regels gesteld over de rechtsvorm, de organisatie en de
besluitvorming van die gasopslagbeheerder.
Paragraaf 3.5.5 Beheerder gesloten systeem
Artikel 3.104 overeenkomstige toepassing beheerder gesloten systeem
- De artikelen 3.24, eerste en tweede lid, 3.25, eerste lid, 3.43, 3.44, 3.77, eerste en derde
lid, artikel 3.79, onderdelen a tot en met c, zijn van overeenkomstige toepassing op een
beheerder van een gesloten systeem, met dien verstande dat voor “transmissie- of
71
distributiesysteembeheerder”, “transmissiesysteembeheerder” of
“distributiesysteembeheerder” telkens wordt gelezen “beheerder van een gesloten systeem”.
- De artikelen 3.51, eerste lid en vierde lid, onderdeel b, en 3.57 zijn van overeenkomstige
toepassing op een beheerder van een gesloten systeem, met dien verstande dat:
communicatiefunctionaliteit plaatst op verzoek;
conform artikel 3.114.
Artikel 3.105 aansluiten en transporteren gesloten systeem
- Een beheerder van een gesloten systeem kan op verzoek een aanbod doen tot aanleg of
wijziging van een aansluiting op zijn systeem.
- Een beheerder van een gesloten systeem doet op verzoek een aanbod tot:
- het in gebruik geven, beheren en onderhouden van een aansluiting op zijn systeem; en
- het verzorgen van transport van elektriciteit of gas over zijn systeem.
- In afwijking van het tweede lid, kan een beheerder van een gesloten systeem weigeren
een aanbod te doen, indien er redelijkerwijs onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is op
zijn systeem. De beheerder van een gesloten systeem voorziet een weigering van een
deugdelijke onderbouwing.
AFDELING 3.6 TARIEVEN, METHODEN EN VOORWAARDEN EN OVERIGE
VERPLICHTINGEN TEN AANZIEN VAN OVEREENKOMSTEN MET
AANGESLOTENEN, NETGEBRUIKERS, MARKTDEELNEMERS, OF
BALANCERINGSVERANTWOORDELIJKEN
Paragraaf 3.6.1 Tarieven algemeen
Artikel 3.106 algemene bepalingen tarieven
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder brengt voor het uitvoeren van wettelijke
taken of verplichtingen bij aangeslotenen op zijn systeem, bij beheerders van transmissie- of
distributiesystemen die via een systeemkoppeling zijn verbonden met zijn systeem, of, in het
geval van de transmissiesysteembeheerder voor gas, bij netgebruikers tarieven in rekening:
paragraaf 3.6.2;
tweede lid verplicht is, zijn gebaseerd op een vooraf door de Autoriteit Consument en Markt
overeenkomstig artikel 3.112 goedgekeurde berekeningsmethode.
- Indien de Autoriteit Consument en Markt ten aanzien van een wettelijk taak of
verplichting van oordeel is dat het niet passend of doelmatig is om voor de uitvoering daarvan
vooraf een uniform tarief vast te stellen overeenkomstig paragraaf 3.6.2, bepaalt de Autoriteit
Consument en Markt dat de tarieven daarvoor worden gebaseerd op een overeenkomstig
artikel 3.112 door de Autoriteit Consument en Markt goedgekeurde berekeningsmethode.
- Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing:
- indien het een tijdelijke taak betreft, voor zover bij het toekennen van de tijdelijke taak is
bepaald dat de transmissie- of distributiesysteembeheerder voor het uitvoeren daarvan een
tarief in rekening brengt bij degenen ten behoeve van wie die tijdelijke taak wordt uitgevoerd;
en
wettelijke taak of verplichting al op andere wijze een vergoeding ontvangt.
72
- In afwijking van het eerste lid kan een transmissie- of distributiesysteembeheerder lagere
tarieven in rekening brengen dan de overeenkomstig dit artikel vastgestelde tarieven, mits deze
niet-discriminerend en transparant zijn.
- De Autoriteit Consument en Markt publiceert een besluit als bedoeld in het tweede lid op
een voor eenieder kenbare en toegankelijke wijze.
Paragraaf 3.6.2 Tariefreguleringsmethode vooraf vastgestelde tarieven
Artikel 3.107 uitgangspunten en tariefstructuren
- De Autoriteit Consument en Markt stelt de door transmissie- en
distributiesysteembeheerders toe te passen tarieven waarop artikel 3.106, eerste lid, van
toepassing is, overeenkomstig deze paragraaf vast en met inachtneming van het bepaalde bij of
krachtens verordening 2019/943 en verordening 715/2009 inzake tarieven.
- De tarieven zijn transparant, niet-discriminerend en reflecteren de kosten van de
transmissie- of distributiesysteembeheerder in verband met het uitvoeren van de wettelijke
taken of verplichtingen voor zover deze kosten efficiënt zijn en niet dubbel worden vergoed.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over algemene tariefbeginselen voor het onderscheiden van tarieven en toedelen van
kostensoorten en het in aanmerking nemen van kostensoorten:
richtlijn 2019/944; of
Europeesrechtelijke voorschriften inzake elektriciteit of gas daarvoor ruimte laten.
- De methoden of voorwaarden, bedoeld in artikel 3.119, omvatten ten aanzien van de
tarieven in ieder geval een nadere onderscheiding van de tarieven, de toedeling van
kostensoorten aan deze tarieven en de wijze waarop de kostensoorten in aanmerking worden
genomen.
Artikel 3.108 methodebesluit
- De Autoriteit Consument en Markt stelt, overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene
wet bestuursrecht, de tariefreguleringsmethode vast voor vaststelling van de tarieven, bedoeld
in artikel 3.107, eerste lid, voor onderscheidenlijk:
- de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit;
- distributiesysteembeheerders voor elektriciteit;
- de transmissiesysteembeheerder voor gas;
- distributiesysteembeheerders voor gas;
- De tariefreguleringsmethode strekt tot vergoeding van door de transmissie- of
distributiesysteembeheerder te maken efficiënte kosten bedoeld in artikel 3.107, tweede lid,
stimuleert de transmissie- of distributiesysteembeheerder tot een efficiënte bedrijfsvoering,
voorziet in een rendement dat in het economisch verkeer gebruikelijk is, en waarborgt een
betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening.
- De tariefreguleringsmethode bepaalt de wijze waarop de per jaar toegestane of beoogde
inkomsten ter dekking van de efficiënte kosten, bedoeld in het tweede lid, worden vastgesteld
en, ten behoeve daarvan, in ieder geval:
gebruik wordt gemaakt van rekenvolumes, de wijze en het moment waarop deze rekenvolumes
worden vastgesteld;
73
- Bij de wijze waarop de toegestane of beoogde inkomsten worden vastgesteld als bedoeld
in het derde lid, kan de Autoriteit Consument en Markt bepalen dat deze kunnen worden
aangepast in verband met de geleverde kwaliteit van een wettelijke taak of verplichting.
- De Autoriteit Consument en Markt bepaalt de periode waarvoor de
tariefreguleringsmethode geldt. Deze periode bedraagt minimaal vier en maximaal zes jaar.
Artikel 3.109 inkomstenbesluit
- De Autoriteit Consument en Markt stelt voorafgaand aan het eerste jaar van een
reguleringsperiode als bedoeld in artikel 3.113, vijfde lid, met inachtneming van het
methodebesluit voor iedere transmissie- of distributiesysteembeheerder, de voor elk jaar van
de reguleringsperiode toegestane inkomsten vast of de beoogde inkomsten en rekenvolumes.
- De Autoriteit Consument en Markt herziet de inkomstenbesluiten indien het
methodebesluit, bedoeld in het eerste lid, bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is
vernietigd of bij een onherroepelijk besluit van de Autoriteit Consument en Markt is herzien,
en neemt daarbij die uitspraak of dat besluit in acht.
Artikel 3.110 tarievenbesluit
- De Autoriteit Consument en Markt stelt voor iedere transmissie- of
distributiesysteembeheerder, op basis van een daartoe strekkend voorstel van de transmissieof distributiesysteembeheerder, jaarlijks de tarieven, bedoeld in artikel 3.107, eerste lid, vast
met inachtneming van de nadere regels over algemene tariefbeginselen, bedoeld in artikel
3.107, derde lid.
- De Autoriteit Consument en Markt stelt ten behoeve van de vaststelling van de tarieven
de totale toegestane of beoogde inkomsten voor de transmissie- of distributiesysteembeheerder
voor dat jaar vast en betrekt daarbij:
dat jaar;
van de tarieven worden vastgesteld.
- Ten behoeve van de vaststelling van de totale toegestane of beoogde inkomsten, bedoeld
in het tweede lid, overweegt de Autoriteit Consument en Markt of het passend is om daarbij
tevens te betrekken:
bedoeld in artikel 3.106, eerste lid, aanhef en onderdeel a, waarmee geen rekening is gehouden
bij de vaststelling van het methodebesluit, voor zover deze kosten efficiënt zijn;
artikel 3.27, of een verplichting krachtens artikel 3.8, derde lid, onderdeel b, waarmee geen
rekening is gehouden in het methodebesluit, voor zover deze kosten efficiënt zijn;
zijn genomen en waarvoor gelet op artikel 6.1 een projectbesluit als bedoeld in afdeling 5.2
van de Omgevingswet is vastgesteld door Onze Minister, voor zover deze kosten efficiënt zijn;
worden genomen en waarvoor gelet op artikel 6.1 een projectbesluit als bedoeld in afdeling
5.2 van de Omgevingswet is genomen, voor zover deze kosten efficiënt zijn.
- De Autoriteit Consument en Markt betrekt bij het vaststellen van de tarieven correcties
met betrekking tot:
herziening van een besluit door de Autoriteit Consument en Markt;
74
methodebesluit of inkomstenbesluit dat bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd
of bij onherroepelijk besluit van de Autoriteit Consument en Markt is herzien, op basis van
een herziene vaststelling van deze tarieven met inachtneming van die rechterlijke uitspraak of
dat besluit en het verdisconteren van het verschil.
- De Autoriteit Consument en Markt kan bij het vaststellen van de totale toegestane of
beoogde inkomsten, bedoeld in het tweede lid, of de tarieven correcties betrekken voor:
1°. Zijn of worden vastgesteld met inachtneming van onjuiste of onvolledige gegevens en
de Autoriteit Consument en Markt, bij beschikking over juiste of volledige gegevens, andere
tarieven zou hebben vastgesteld;
2°. Zijn of worden vastgesteld met gebruikmaking van geschatte gegevens en de feitelijke
gegevens daarvan afwijken;
3°. Zijn of worden vastgesteld met gebruikmaking van gegevens omtrent kosten voor
wettelijke taken of verplichtingen, die de systeembeheerder niet heeft uitgevoerd of waarvoor
de systeembeheerder geen of minder kosten heeft gemaakt.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- het indienen van een voorstel voor de tarieven door de transmissie- of
distributiesysteembeheerder als bedoeld in het eerste lid;
ontbreken van een voorstel van de transmissie- of distributiesysteembeheerder als bedoeld in
eerste lid.
Artikel 3.111 inwerkingtreding en publicatie tarieven
- De op grond van artikel 3.110 vastgestelde tarieven treden in werking op een door de
Autoriteit Consument en Markt te bepalen datum en gelden tot 1 januari van het volgende jaar.
- Indien op 1 januari de tarieven voor dat jaar nog niet zijn vastgesteld en in werking
getreden, gelden de tarieven uit het voorgaande jaar tot de datum van inwerkingtreding van de
tarieven voor dat jaar.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder publiceert zijn tarieven op een voor
eenieder kenbare en toegankelijke wijze.
Paragraaf 3.6.3 Berekeningsmethoden overige tarieven
Artikel 3.112 tarieven voor maatwerk
- De transmissie- en distributiesysteembeheerders stellen voor de tarieven, bedoeld in
artikel 3.106, tweede lid een voorstel voor de berekeningsmethode op en leggen dit ter
goedkeuring voor aan de Autoriteit Consument en Markt. Per transmissie- of
distributiesysteembeheerder of soort transmissie- of distributiesysteembeheerder kan een
afzonderlijk voorstel voor de berekeningsmethode worden opgesteld.
- De Autoriteit Consument en Markt keurt de berekeningsmethode die ingevolge het eerste
lid aan haar wordt voorgelegd goed indien deze:
transmissie- of distributiesysteembeheerder in verband met het uitvoeren van de taken,
bedoeld in artikel 3.106, tweede lid, reflecteren, voor zover deze kosten efficiënt zijn; en
75
- De Autoriteit Consument en Markt past afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht
toe bij de voorbereiding van de goedkeuring, bedoeld in het tweede lid.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder publiceert de voor hem geldende door de
Autoriteit Consument en Markt op grond van het tweede lid goedgekeurde
berekeningsmethoden op een voor eenieder kenbare en toegankelijke wijze.
- De Autoriteit Consument en Markt bepaalt dat de transmissie- of
distributiesysteembeheerder een door hem op grond van artikel 3.106, eerste lid, onderdeel b,
in rekening gebracht tarief aanpast, indien de Autoriteit Consument en Markt naar aanleiding
van een klacht als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, vaststelt dat dit tarief niet voldoet aan de
vereisten, bedoeld in het tweede lid.
Artikel 3.113 tarieven tijdelijke taken
- De Autoriteit Consument en Markt stelt jaarlijks het tarief voor het uitvoeren van een
tijdelijke taak vast op basis van een daartoe strekkend voorstel van de transmissie- of
distributiesysteembeheerder, indien bij het toekennen van die tijdelijke taak is bepaald dat
voor het uitvoeren daarvan een tarief in rekening wordt gebracht bij de aangeslotenen of, in
het geval van de transmissiesysteembeheerder voor gas, de netgebruiker, ten behoeve van wie
de tijdelijke taak wordt uitgevoerd.
- De tarieven zijn transparant, niet-discriminerend en reflecteren de kosten van de
transmissie- of distributiesysteembeheerder voor het uitvoeren van de tijdelijke taak, voor
zover deze efficiënt zijn en niet kunnen worden toegerekend aan andere aan die transmissie- of
distributiesysteembeheerder opgedragen wettelijke taken of verplichtingen.
- Artikel 3.110, vierde lid, en vijfde lid, onderdeel c, zijn van overeenkomstige toepassing.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over:
- de procedure voor het indienen van een voorstel voor de tarieven door de transmissie- of
distributiesysteembeheerder;
- de termijn waarbinnen de Autoriteit Consument en Markt een besluit neemt; en
- de inwerkingtreding van de tarieven.
- De transmissie- of distributiesysteembeheerder publiceert het op grond van het eerste lid
vastgestelde tarief op een voor eenieder kenbare en toegankelijke wijze.
Paragraaf 3.6.4 Tarieven beheerders bijzondere systemen
Artikel 3.114 tarieven beheerder gesloten systeem
- Een beheerder van een gesloten systeem brengt voor het uitvoeren van de bij of
krachtens paragraaf 3.5.5 aan hem opgedragen taken of verplichtingen bij aangeslotenen op
zijn systeem een tarief in rekening dat is vastgesteld met inachtneming van een vooraf door
hem opgestelde en bekendgemaakte berekeningsmethode, die leidt tot tarieven die de kosten in
verband met de uitvoering van zijn taken of verplichtingen reflecteren en transparant en nietdiscriminerend zijn.
- De Autoriteit Consument en Markt bepaalt dat een beheerder van een gesloten systeem
de door hem toegepaste berekeningsmethode of een door hem in rekening gebracht tarief
aanpast, indien de Autoriteit Consument en Markt naar aanleiding van een klacht als bedoeld
in artikel 5.4, eerste lid, vaststelt dat deze berekeningsmethode of dit tarief niet in
overeenstemming is met de vereisten, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 3.115 tarieven LNG-beheerder
76
- Een LNG-beheerder brengt voor het uitvoeren van de bij of krachtens paragraaf 3.5.3 aan
hem opgedragen taken of verplichtingen een tarief in rekening dat is vastgesteld met
inachtneming van een vooraf door de Autoriteit Consument en Markt goedgekeurde
berekeningsmethode.
- De Autoriteit Consument en Markt keurt de berekeningsmethode goed indien deze
objectieve criteria hanteert leidt tot tarieven die niet-discriminerend en transparant zijn.
- De LNG-beheerder publiceert de goedgekeurde berekeningsmethode en de met
inachtneming daarvan vastgestelde tarieven voorafgaand aan de inwerkingtreding daarvan op
een voor eenieder kenbare en toegankelijke wijze.
- De Autoriteit Consument en Markt bepaalt dat een LNG-beheerder een door hem op
grond van het eerste lid in rekening gebracht tarief aanpast, indien de Autoriteit Consument en
Markt naar aanleiding van een klacht als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, vaststelt dat dit tarief
niet voldoet aan de vereisten, bedoeld in het tweede lid.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de procedure en termijn voor:
- het ter goedkeuring voorleggen van een voorstel voor een berekeningsmethode aan de
Autoriteit Consument en Markt; en
Artikel 3.116 tarieven interconnectorsysteembeheerder
Een interconnectorsysteembeheerder brengt voor het uitvoeren van de taken, bedoeld in
artikel 3.88 en 3.90 tarieven in rekening, waarbij artikel 3.106, paragraaf 3.6.2 en artikel 3.112
van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat voor transmissie- of
distributiesysteembeheerder of “transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit” steeds wordt
gelezen “interconnectorsysteembeheerder”.
Artikel 3.117 tariefgereguleerde taken transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op
zee
De transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee brengt tarieven in rekening,
waarbij artikel 3.106, paragraaf 3.6.2 en artikel 3.112 van overeenkomstige toepassing zijn,
met dien verstande dat voor “transmissie- of distributiesysteembeheerder” of
“transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit” steeds wordt gelezen
“transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee”, voor het uitvoeren van:
uitgevoerd ten behoeve van aangeslotenen als bedoeld in artikel 3.86, eerste lid, onderdeel b.
Artikel 3.118 bekostiging niet-tariefgereguleerde taken transmissiesysteembeheerder
voor elektriciteit op zee
- De Autoriteit Consument en Markt stelt de vergoeding vast voor het uitvoeren van de bij
of krachtens paragraaf 3.5.1 aan de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee
opgedragen taken of verplichtingen, met uitzondering van de taken bedoeld in artikel 3.117.
- De artikelen 3.108, 3.109 en 3.110 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien
verstande dat:
distributiesysteembeheerders” of “de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit” steeds
wordt gelezen “de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee”;
77
onderscheiding en opbouw daarvan, conform artikel 3.107, derde lid, in acht behoeft te
worden genomen.
- Indien de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee schade heeft moeten
vergoeden op grond van artikel 3.87 verdisconteert de Autoriteit Consument en Markt het aan
schadevergoeding betaalde bedrag in de voor een jaar totale toegestane vergoeding. Indien
sprake is van grove nalatigheid van de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee,
verdisconteert de Autoriteit Consument en Markt enkel het in een jaar aan schadevergoeding
betaalde bedrag in de voor dat jaar totale toegestane of beoogde vergoeding voor zover dit het
bedrag van € 10 miljoen overstijgt.
- Voor zover de op grond van het tweede lid voor een jaar vastgestelde totale toegestane
vergoeding niet wordt gedekt door de subsidie, bedoeld in artikel 5.14, of ontvangsten uit
procedures voor het ter beschikking stellen van zoneoverschrijdende capaciteit of
congestiebeheer brengt de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee het restant in
rekening bij de transmissie- of distributiesysteembeheerders voor elektriciteit volgens een bij
algemene maatregel van bestuur te bepalen verdeling.
Paragraaf 3.6.5 Overige methoden en voorwaarden
Artikel 3.119 toepassen methoden of voorwaarden transmissie- en
distributiesysteembeheerders
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder of de transmissiesysteembeheerder voor
elektriciteit op zee past bij de uitvoering van wettelijke taken of verplichtingen met betrekking
tot aansluiten op en transporteren van elektriciteit of gas over het systeem, ter beschikking
stellen van op het systeem beschikbare zoneoverschrijdende capaciteit, meten, balanceren en
inkopen van ondersteunende diensten of congestiebeheers- of systeembeheersdiensten,
methoden of voorwaarden toe die vooraf zijn goedgekeurd door de Autoriteit Consument en
Markt overeenkomstig artikel 3.121, eerste lid.
- Op een overeenkomst tussen een transmissie- of distributiesysteembeheerder of de
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee en een aangeslotene, netgebruiker,
marktdeelnemer of balanceringsverantwoordelijke, zijn de door de Autoriteit Consument en
Markt overeenkomstig artikel 3.121 goedgekeurde methoden of voorwaarden en de methoden
of voorwaarden waarover Acer krachtens artikel 5 van verordening 2019/942 een besluit heeft
genomen, alsmede de rechtstreeks bij of krachtens verordening 715/2009 of verordening
2019/943 geldende methoden of voorwaarden van toepassing. Elk beding strijdig met die
methoden of voorwaarden is nietig.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder of de transmissiesysteembeheerder voor
elektriciteit op zee publiceert op een voor eenieder kenbare en toegankelijke wijze:
verordening 2019/942 een besluit heeft genomen; en
2019/943 geldende methoden of voorwaarden.
Artikel 3.120 totstandkoming voorstel transmissie- en distributiesysteembeheerders
- Elke transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit en, voor zover
relevant, de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, en elke transmissie- of
distributiesysteembeheerder voor gas draagt zorg voor de totstandkoming van een gezamenlijk
78
voorstel voor of aanvulling of wijziging van methoden of voorwaarden, bedoeld in artikel
3.119, en het ter goedkeuring voorleggen daarvan aan de Autoriteit Consument en Markt.
- Bij de totstandkoming van het voorstel voeren de transmissie- en
distributiesysteembeheerders voor elektriciteit, voor zover relevant met de
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, of de transmissie- en
distributiesysteembeheerders voor gas, in ieder geval overleg met de ten aanzien van het
voorstel relevante representatieve organisaties van aangeslotenen, netgebruikers,
marktdeelnemers en balanceringsverantwoordelijken in een transparant en participatief proces
en verwerkt de resultaten hiervan in het voorstel.
- Indien de Autoriteit Consument en Markt dat noodzakelijk acht kan zij:
- de transmissie- en distributiesysteembeheerders voor elektriciteit, in voorkomend geval
met de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, of de transmissie- en
distributiesysteembeheerders voor gas, opdragen een gezamenlijk voorstel als bedoeld in het
eerste lid op te stellen;
voorwaarden opstellen, waarbij de Autoriteit Consument en Markt de transmissie- en
distributiesysteembeheerders voor elektriciteit en, voor zover relevant, de
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, of de transmissie- en
distributiesysteembeheerders voor gas, alsmede representatieve organisaties van
aangeslotenen, netgebruikers, marktdeelnemers en balanceringsverantwoordelijken betrekt in
een transparant en participatief proces.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over:
- de procedure voor de totstandkoming van een voorstel als bedoeld in het eerste of derde
lid;
Artikel 3.121 goedkeuren methoden of voorwaarden transmissie- en
distributiesysteembeheerders
- De Autoriteit Consument en Markt keurt de methoden of voorwaarden die ingevolge
artikel 3.120 aan haar worden voorgelegd goed indien de resultaten van het overleg met de
representatieve organisaties, bedoeld in artikel 3.120, tweede lid, zijn verwerkt in de methoden
of voorwaarden en deze methoden of voorwaarden objectief, evenredig, transparant, niet
discriminerend, in overeenstemming zijn met deze wet en met bindende EUrechtshandelingen, en de volgende belangen dienen:
van de elektriciteits- en gasvoorziening;
gasmarkt;
marktdeelnemers of balanceringsverantwoordelijken;
distributiesysteembeheerders of de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee;
transmissie- of distributiesystemen op een wijze die de kosten weerspiegelt; en
balanceringsverantwoordelijken.
- De Autoriteit Consument en Markt keurt de methoden of voorwaarden waarvoor
ingevolge een krachtens verordening 715/2009 of verordening 2019/943 vastgestelde
uitvoeringshandeling of gedelegeerde handeling door een transmissie- of
79
distributiesysteembeheerder, de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee of een
derde partij een voorstel is opgesteld en aan haar wordt voorgelegd, goed indien deze in
overeenstemming zijn met het bepaalde bij of krachtens verordening 715/2009 of verordening
2019/943.
- De Autoriteit Consument en Markt kan vereisen dat de aan haar voorgelegde methoden
of voorwaarden worden gewijzigd voordat zij deze goedkeurt en kan hiervoor aanwijzingen
geven.
- Indien de Autoriteit Consument en Markt ingevolge artikel 3.120, derde lid, onderdeel b,
uit eigen beweging een ontwerp voor methoden of voorwaarden heeft opgesteld kan zij deze
vaststellen. De aldus vastgestelde methoden of voorwaarden gelden vervolgens als
goedgekeurde methoden of voorwaarden als bedoeld in artikel 3.119, eerste lid.
- De Autoriteit Consument en Markt publiceert een op grond van dit artikel genomen
besluit op een voor eenieder kenbare en toegankelijke wijze.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de procedure voor de
goedkeuring van de methoden en voorwaarden.
Artikel 3.122 toepassen methoden of voorwaarden beheerders bijzondere systemen
- Een interconnectorsysteembeheerder past bij de uitvoering van de bij of krachtens
paragraaf 3.5.2 aan hem opgedragen taken of verplichtingen methoden of voorwaarden toe die
vooraf zijn goedgekeurd door de Autoriteit Consument en Markt overeenkomstig artikel
3.123.
- Een LNG-beheerder past bij de uitvoering van de bij of krachtens paragraaf 3.5.3 aan
hem opgedragen taken of verplichtingen, methoden of voorwaarden toe die vooraf zijn
goedgekeurd door de Autoriteit Consument en Markt overeenkomstig artikel 3.123.
- Artikel 3.119, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 3.123 goedkeuren methoden of voorwaarden beheerders bijzondere systemen
- De Autoriteit Consument en Markt keurt de methoden of voorwaarden van een
interconnectorsysteembeheerder, bedoeld in artikel 3.122, eerste lid, op basis van een daartoe
strekkend voorstel van de betreffende interconnectorsysteembeheerder goed indien deze in
overeenstemming zijn met het bepaalde bij of krachtens verordening 715/2009, verordening
2019/943 of andere bindende EU-rechtshandelingen.
- De Autoriteit Consument en Markt keurt de methoden of voorwaarden van een LNGbeheerder, bedoeld in artikel 3.122, tweede lid, op basis van een daartoe strekkend voorstel
van de betreffende LNG-beheerder goed indien deze redelijk, transparant en niet
discriminerend zijn en in overeenstemming zijn met deze wet en bindende EUrechtshandelingen.
- De Autoriteit Consument en Markt kan vereisen dat de aan haar voorgelegde methoden
of voorwaarden worden gewijzigd voordat zij deze goedkeurt en kan hiervoor aanwijzingen
geven.
- De Autoriteit Consument en Markt publiceert een op grond van dit artikel genomen
besluit op een voor eenieder kenbare en toegankelijke wijze.
- Bij ministeriële regeling kunnen ten aanzien van de methoden of voorwaarden van de
LNG-beheerder, bedoeld in het tweede lid, nadere regels worden gesteld over de procedure tot
goedkeuring van de methoden of voorwaarden en de publicatie en inwerkingtreding van de
methoden of voorwaarden.
Artikel 3.124 ontheffing methoden en voorwaarden
80
- De Autoriteit Consument en Markt kan op verzoek voor een in de ontheffing te bepalen
periode ontheffing verlenen van artikel 3.119, eerste lid, indien onverkorte toepassing daarvan
naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt in het voorliggende geval ongewenste
gevolgen heeft en de vereisten en belangen, bedoeld in artikel 3.121, eerste lid, zich daar niet
tegen verzetten.
- Artikel 3.119, tweede lid, is niet van toepassing voor zover een ontheffing is verleend.
- De Autoriteit Consument en Markt kan voorschriften en beperkingen verbinden aan de
ontheffing en kan de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen
wijzigen.
- De Autoriteit Consument en Markt kan de ontheffing intrekken, indien:
- de houder van de ontheffing hierom verzoekt;
- de houder van de ontheffing de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen niet
nakomt;
verstrekt en de verstrekking van juiste en volledige gegevens tot een andere beschikking op de
aanvraag zou hebben geleid;
dat intrekking van de ontheffing noodzakelijk is.
- De Autoriteit Consument en Markt publiceert een op grond van dit artikel genomen
besluit op een voor eenieder kenbare en toegankelijke wijze.
Paragraaf 3.6.6 Overige verplichtingen t.a.v. overeenkomsten met aangeslotenen,
netgebruikers, marktdeelnemers en balanceringsverantwoordelijken
Artikel 3.125 algemene voorwaarden
- Indien een transmissie- of distributiesysteembeheerder, een transmissiesysteembeheerder
voor elektriciteit op zee, een interconnectorsysteembeheerder of een LNG-beheerder bij het
sluiten van overeenkomsten algemene voorwaarden toepast waarop artikel 3.119, eerste lid, of
artikel 3.122 niet van toepassing is, zijn deze redelijk, transparant en niet-discriminerend.
- De artikelen 236 en 237 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op
algemene voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, in een overeenkomst tussen een
distributiesysteembeheerder en een aangeslotene met een kleine aansluiting die handelt in de
uitoefening van een beroep of bedrijf.
Artikel 3.126 eisen overeenkomsten met transmissie- en distributiesysteembeheerders
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
tussen een distributiesysteembeheerder en een aangeslotene met een kleine aansluiting moet
zijn opgenomen;
bedoeld in artikel 2.28 verstrekt ten behoeve van de naleving van dat artikel.
AFDELING 3.7 ONTHEFFINGEN NIEUWE SYSTEMEN
Artikel 3.127 ontheffing nieuwe interconnectorsystemen voor elektriciteit
Onze Minister beslist, nadat de Autoriteit Consument en Markt, of in voorkomend geval,
Acer, hierover advies heeft uitgebracht, op een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 63
van verordening 2019/943.
81
Artikel 3.128 ontheffing nieuwe interconnectorsystemen voor gas
- Onze Minister kan voor een nieuw interconnectorsysteem voor gas op verzoek ontheffing
verlenen van de artikelen 3.1, eerste lid, onderdeel a, en 3.2, eerste lid, onderdeel d, voor wat
betreft het vereiste dat het interconnectorsysteem direct of indirect in eigendom moet zijn van
de rechtspersoon die aanwijzing verzoekt, artikel 3.90, eerste lid, ten aanzien van het van
overeenkomstige toepassing verklaarde artikel 3.10, artikel 3.90, derde lid, ten aanzien van het
van overeenkomstige toepassing verklaarde artikel 3.47, eerste lid, en artikel 3.122, eerste lid,
voor een in de ontheffing te bepalen periode, indien wordt voldaan aan de volgende
voorwaarden:
gas en de leveringszekerheid;
groot dat de aanleg niet zal plaatsvinden als geen ontheffing wordt verleend;
transmissiesysteem voor gas waarop de nieuw interconnectorsysteem zal worden aangesloten,
interne gasmarkt of de doelmatige werking van het transmissiesysteem voor gas waarop de
nieuw interconnectorsysteem wordt aangesloten.
- Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op aanmerkelijke uitbreidingen van de
capaciteit van bestaande interconnectorsystemen en op wijzigingen van de
interconnectorsystemen die de ontwikkeling van nieuwe bronnen van gasvoorziening
bevorderen.
Artikel 3.129 ontheffing nieuwe LNG-systemen of gasopslagsystemen
- Onze Minister kan voor een nieuw LNG-systeem of gasopslagsysteem op verzoek een
ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 3.94, eerste en vierde lid,
3.100, eerste en vierde lid, 3.103, 3.115, 3.122, tweede lid, voor een in de ontheffing bepaalde
periode, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
levering van gas en de leveringszekerheid;
gasopslagsysteem is zo groot dat de aanleg niet zal plaatsvinden als geen ontheffing wordt
verleend;
beheerder van het transmissiesysteem voor gas waarop het nieuwe LNG-systeem of
opslagsysteem zal worden aangesloten;
gebracht; en
interne gasmarkt of de doelmatige werking van het transmissiesysteem voor gas waarop het
nieuwe LNG-systeem of gasopslagsysteem wordt aangesloten.
- Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op aanmerkelijke uitbreidingen van de
capaciteit van een bestaand LNG-systeem of opslagsysteem en op een wijziging van een
bestaand LNG-systeem of opslagsysteem die de ontwikkeling van nieuwe bronnen van
gasvoorziening bevorderen.
82
- De ontheffing kan betrekking hebben op het gehele nieuwe systeem onderscheidenlijk de
aanmerkelijke uitbreiding of wijziging van een bestaand systeem dan wel op gedeelten
daarvan.
Artikel 3.130 procedure en voorschriften en beperkingen ontheffing nieuwe
interconnectorsystemen, LNG-systemen of gasopslagsystemen
- Onze Minister beslist zo spoedig mogelijk op een aanvraag om een ontheffing als
bedoeld in artikel 3.128, eerste lid, of artikel 3.129, eerste lid, maar uiterlijk binnen zes
maanden na ontvangst van de aanvraag.
- Indien de aanvraag voor een ontheffing betrekking heeft op een interconnectorsysteem
voor gas, wordt de termijn voor het nemen van een besluit gerekend vanaf de datum waarop de
laatste van de uit de landen betrokken regulerende instantie een verzoek om ontheffing heeft
ontvangen en kan Onze Minister het nemen van een besluit ten hoogste eenmaal met een
periode van drie maanden verlengen indien Acer met de verlenging heeft ingestemd.
- Onze Minister kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een ontheffing.
- Onze Minister verbindt ten minste voorschriften aan de ontheffing, bedoeld in artikel
3.128, eerste lid, of artikel 3.129, eerste lid, met betrekking tot de niet-discriminerende
toegang tot het interconnectorsyteem, het LNG-systeem of gasopslagsysteem, onder andere
over de mechanismen voor het beheer of de toewijzing van capaciteit.
- Onze Minister zendt het besluit, bedoeld in het eerste lid, en alle relevante gegevens
onverwijld aan de Europese Commissie.
- Indien twee jaar na inwerkingtreding van het besluit, bedoeld in het eerste lid, de bouw
van de infrastructuur nog niet van start is gegaan of wanneer vijf jaar na inwerkingtreding van
het besluit, bedoeld in het eerste lid, de infrastructuur nog niet openbaar is geworden, vervalt
de ontheffing.
- In afwijking van het zesde lid wordt de van toepassing zijnde vervaltermijn als bedoeld
in het zesde lid, opgeschort indien een houder van de ontheffing ten minste drie maanden voor
afloop van die vervaltermijn, bedoeld in het zesde lid, Onze Minister verzoekt om vast te
stellen dat de vertraging het gevolg is van grote hindernissen die buiten de macht liggen van
de houder van de ontheffing, totdat Onze Minister op dat verzoek heeft beslist.
- In afwijking van het zesde lid vervalt de ontheffing niet indien Onze Minister het
verzoek, bedoeld in het zevende lid, toewijst.
- Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over:
- de inhoud van en de procedure voor de besluiten, bedoeld in het eerste en zevende lid,
waaronder de inhoud van en de procedure voor de kennisgeving, bedoeld in het vijfde lid;
- de voorschriften die aan de ontheffing kunnen worden verbonden;
- de bekendmaking en inwerkingtreding van het besluit, bedoeld in het eerste lid.
- In afwijking van artikel 6:8, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vangt de
termijn voor het indienen van een bezwaarschrift aan op de dag van inwerkingtreding van een
besluit als bedoeld in het eerste lid.
HOOFDSTUK 4 BEHEREN EN UITWISSELEN VAN GEGEVENS
AFDELING 4.1 GEGEVENS EN PROCESSEN
Artikel 4.1 gegevens en processen
83
- Gegevens binnen de reikwijdte van deze wet kunnen worden onderscheiden in gegevens
die worden verzameld, aangeleverd, ontvangen, bewerkt, verstrekt, waar toegang toe is en die
worden uitgewisseld.
- De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden gebruikt voor processen, zijnde:
- het functioneren van het energiesysteem, waarbinnen afnemen, leveren, terugleveren,
faciliteren in peer-to-peer-handel, delen, aggregeren, overstappen, produceren, invoeden,
opslaan, handelen, balanceren, meten, aansluiten, transporteren en het beheren en onderhouden
van systemen in onderlinge samenhang plaatsvindt met het bepaalde bij of krachtens de
hoofdstukken 2 en 3;
of een invoeder in gegevens die op hem betrekking hebben;
actieve afnemer of een invoeder aan een ander op basis van een verzoek van die aangeslotene,
eindafnemer, actieve afnemer of invoeder;
actieve afnemer of een invoeder, indien bij of krachtens een andere wet is bepaald dat een bij
of krachtens die andere dan deze wet genoemde persoon toegang heeft tot de bij of krachtens
die andere wet genoemde gegevens;
actieve afnemer of een invoeder op grond van een bij ministeriële regeling aangewezen
onderdeel van een bindende EU-rechtshandeling.
- Bij ministeriële regeling worden ten behoeve van de artikelen 4.2 tot en met 4.12 regels
gesteld over:
- de inrichting van de processen;
- de voorwaarden waaraan een proces voldoet;
- de voorwaarden waaraan gegevens voldoen.
- Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de toegang tot en de uitwisseling van gegevens
die op grond van de verordeningen genoemd in artikel 3.23 worden uitgewisseld, met
uitzondering van bij ministeriële regeling aangewezen gegevens uit een bij ministeriële
regeling aangewezen EU-verordening.
Artikel 4.2 controle bij verzamelen gegevens
- Een partij die gegevens verzamelt of bewerkt draagt zorg voor de betrouwbaarheid en
volledigheid daarvan en past redelijke procedures voor correctie van gegevens toe.
- Een procedure is redelijk, wanneer dit blijkt uit de aard, inhoud en wijze van
totstandkoming ervan.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de uitvoering van het eerste
lid.
Artikel 4.3 zorgplicht gegevensbeveiliging
- Een partij die gegevens verzamelt, aanlevert, ontvangt, bewerkt of in een register heeft
opgenomen, neemt passende en evenredige technische en organisatorische maatregelen om de
risico’s voor de beveiliging van die gegevens te beheersen.
- De maatregelen zorgen, gezien de stand van de techniek, voor een niveau van beveiliging
dat is afgestemd op de risico’s die zich voordoen.
- Een partij als bedoeld in het eerste lid neemt passende maatregelen om incidenten die de
beveiliging van gegevens bedreigen, te voorkomen en de gevolgen van dergelijke incidenten
zo veel mogelijk te beperken.
84
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de
maatregelen, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.
Artikel 4.4 melden incidenten
- Een partij als bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, meldt onverwijld bij Onze Minister een
inbreuk op de beveiliging van gegevens met aanzienlijke gevolgen voor:
- de toegang tot en uitwisseling van gegevens;
- de aangeslotene wiens gegevens het betreft.
- Een partij verstrekt Onze Minister op diens verzoek de informatie die nodig is om een
gemelde inbreuk op de beveiliging van gegevens te beoordelen.
- Indien openbaarmaking in het algemeen belang is, kan Onze Minister een
beveiligingsincident, bedoeld in het eerste lid, openbaar maken of de betreffende partij
verplichten tot openbaarmaking.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over de melding, informatieverstrekking aan Onze Minister en openbaarmaking.
AFDELING 4.2 REGISTERS
Artikel 4.5 register transmissie- of distributiesysteembeheerder
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder houdt een register bij waarin hij bij
ministeriële regeling te bepalen gegevens opneemt die hij op grond van deze wet verzamelt of
bewerkt over:
transportovereenkomst;
genoemd in de paragrafen 3.3.7, 3.3.8 en 3.3.9 en onderwerpen, genoemd in artikel 3.79.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder houdt een register bij waarin hij bij
ministeriële regeling te bepalen gegevens opneemt die hij op grond van het bepaalde bij of
krachtens deze wet ontvangt en bewerkt over:
balanceringsverantwoordelijken en meetverantwoordelijke partijen op een allocatiepunt;
en een eindafnemer, een actieve afnemer of een invoeder;
- installaties;
- inning en facturatie van tarieven;
- meetinrichtingen;
- metingen.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de frequentie waarmee en de termijn
waarbinnen een transmissie- of distributiesysteembeheerder gegevens verzamelt, bewerkt en
opneemt in het register.
85
Artikel 4.6 register beheerder gesloten systeem
- Een beheerder van een gesloten systeem, met uitzondering van de beheerder, bedoeld in
artikel 1 van de Spoorwegwet, houdt een register bij waarin hij bij ministeriële regeling te
bepalen gegevens opneemt die hij op grond van deze wet verzamelt of bewerkt over:
- aansluitingen, overdrachtspunten en allocatiepunten;
- aangeslotenen;
- installaties;
- transport;
- meetinrichtingen;
- metingen;
- onderwerpen, genoemd in artikel 3.79, onderdelen a tot en met c.
- In het geval een aangeslotene op een gesloten systeem niet behoort tot het bedrijf van de
beheerder van het gesloten systeem en die beheerder niet aan die aangeslotene elektriciteit of
gas levert, houdt een beheerder van een gesloten systeem een register bij waarin hij gegevens
opneemt die hij op grond van deze wet ontvangt en bewerkt over:
meetverantwoordelijke partijen op een allocatiepunt;
en een eindafnemer of een actieve afnemer.
- De beheerder van een gesloten systeem zijnde de beheerder, bedoeld in artikel 1 van de
Spoorwegwet, houdt een register bij waarin hij bij ministeriële regeling te bepalen gegevens
opneemt die hij op grond van deze wet en Verordening (EU). 1301/2014 van de Commissie
van 18 november 2014 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het
subsysteem „energie” van het spoorwegsysteem in de Unie verzamelt of bewerkt over:
- aansluitingen, overdrachtspunten en allocatiepunten;
- aangeslotenen;
- metingen.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de frequentie waarmee en de termijn
waarbinnen een beheerder van een gesloten systeem gegevens verzamelt, bewerkt en opneemt
in het register.
- Gegevens worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het doel van gebruik.
Artikel 4.7 register meetverantwoordelijke partij
- Een meetverantwoordelijke partij houdt ter uitvoering van artikel 2.48 en artikel 3.56 een
register bij waarin hij bij ministeriële regeling te bepalen gegevens opneemt die hij verzamelt
of bewerkt over:
- meetinrichtingen;
- metingen.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de frequentie waarmee en de termijn
waarbinnen een meetverantwoordelijke partij gegevens verzamelt, bewerkt en opneemt in het
register.
Artikel 4.8 aanleveren gegevens
86
- Een leverancier levert de bij ministeriële regeling te bepalen door hem verzamelde
gegevens aan bij een daarbij bepaalde registerbeheerder met betrekking tot:
leveringsovereenkomst inzake peer-to-peer-handel met een eindafnemer op een allocatiepunt.
- Een marktdeelnemer die door een actieve afnemer elektriciteit teruggeleverd krijgt of ten
behoeve van hem faciliteert in peer-to-peer-handel, levert de bij ministeriële regeling te
bepalen door hem verzamelde gegevens aan bij een daarbij bepaalde registerbeheerder met
betrekking tot:
afnemer
- de productie-installatie.
- Een marktdeelnemer die vraagresponsdiensten levert aan een actieve afnemer, levert de
bij ministeriële regeling te bepalen door hem verzamelde gegevens aan bij een daarbij
bepaalde registerbeheerder met betrekking tot:
afnemer;
- Een balanceringsverantwoordelijke levert de bij ministeriële regeling te bepalen door
hem verzamelde gegevens aan bij een daarbij bepaalde registerbeheerder met betrekking tot:
eindafnemer, actieve afnemer of invoeder op een allocatiepunt.
- Een aangeslotene met een grote aansluiting op een transmissiesysteem voor gas die
alleen gas invoedt of een gasopslagbeheerder is levert de bij ministeriële regeling te bepalen
door hem verzamelde gegevens aan bij een daarbij bepaalde registerbeheerder met betrekking
tot:
- meetinrichtingen;
- metingen.
- Een meetverantwoordelijke partij levert de bij ministeriële regeling te bepalen door hem
verzamelde gegevens aan bij een daarbij bepaalde registerbeheerder met betrekking tot:
- de aansluiting waarop hij actief is;
- meetinrichtingen;
- metingen.
- Indien op grond van artikel 2.46, tweede lid, een meetinrichting is vereist, levert de partij
die verantwoordelijk is voor het installeren en beheren van die meetinrichting en voor het
verzamelen van meetgegevens, de bij ministeriële regeling te bepalen door hem verzamelde
gegevens aan bij een daarbij bepaalde registerbeheerder met betrekking tot:
87
- Een partij levert de gegevens, bedoeld in eerste tot en met zevende lid, aan middels een
faciliteit die de gegevensuitwisselingsentiteit daarvoor beschikbaar stelt.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld:
- over de frequentie waarmee gegevens moeten worden aangeleverd;
- de termijn waarbinnen gegevens moeten worden aangeleverd;
- de voorwaarden waaronder gegevens moeten worden aangeleverd.
Artikel 4.9 gebruiken en verstrekken gegevens transmissie- of
distributiesysteembeheerder
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder gebruikt de bij ministeriële regeling te
bepalen gegevens die in zijn register zijn opgenomen voor de uitvoering van zijn wettelijke
taken of verplichtingen met betrekking tot het:
en in artikel 3.79.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder verstrekt aan een leverancier,
marktdeelnemer die aggregeert, balanceringsverantwoordelijke, meetverantwoordelijke partij,
een andere transmissie- of distributiesysteembeheerder, een beheerder van een gesloten
systeem en Onze Minister de bij ministeriële regeling te bepalen gegevens die in zijn register
zijn opgenomen ten behoeve van het:
verbruiksgegevens;
- innen van tarieven;
- uitvoeren van de balanceringsverantwoordelijkheid;
- uitvoeren van metingen;
- uitgeven van garanties van oorsprong;
- beheren en onderhouden van systemen;
- balanceren;
- treffen van voorzieningen en het informeren van aangeslotenen.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder verstrekt ter uitvoering van artikel 4.1,
tweede lid, onderdelen b, c, d en e, de bij ministeriële regeling te bepalen gegevens aan de
verzoekende partij of aan een ander zoals bepaald door de verzoekende partij.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder verstrekt de gegevens, bedoeld in het
tweede en derde lid, middels de faciliteit van de gegevensuitwisselingsentiteit en geeft de
gegevensuitwisselingsentiteit ter uitvoering van artikel 4.16 toegang tot zijn register.
Artikel 4.10 gebruiken en verstrekken gegevens beheerder gesloten systeem
- Een beheerder van een gesloten systeem gebruikt de bij ministeriële regeling te bepalen
gegevens die in zijn register zijn opgenomen voor de uitvoering van zijn wettelijke taken of
verplichtingen met betrekking tot het:
88
- beheren en onderhouden van zijn systeem;
- bepalen van tarieven;
- uitvoeren van aansluit- en transportovereenkomsten;
- transporteren;
- beheren en onderhouden van zijn meetinrichtingen;
- uitvoeren van artikel 3.79, onderdelen a tot en met c.
- In het geval een aangeslotene op een gesloten systeem niet behoort tot het bedrijf van de
beheerder van het gesloten systeem en die beheerder niet aan die aangeslotene elektriciteit of
gas levert, verstrekt een beheerder van een gesloten systeem aan leveranciers,
marktdeelnemers die aggregeren, balanceringsverantwoordelijken, meetverantwoordelijke
partijen, Onze Minister en andere systeembeheerders de bij ministeriële regeling te bepalen
gegevens die in zijn register zijn opgenomen ten behoeve van het:
verbruiksgegevens;
- uitvoeren van de balanceringsverantwoordelijkheid;
- uitvoeren van metingen;
- uitgeven van garanties van oorsprong.
- Indien het tweede lid van toepassing is, verstrekt een beheerder van een gesloten systeem
ter uitvoering van artikel 4.1, tweede lid, onderdelen b, c, d en e, de bij ministeriële regeling te
bepalen gegevens die hij in zijn register heeft opgenomen aan de verzoekende partij of aan een
ander zoals bepaald door de verzoekende partij.
- Een beheerder van een gesloten systeem verstrekt de gegevens, bedoeld in het eerste en
tweede lid, middels een faciliteit van de gegevensuitwisselingsentiteit en geeft de
gegevensuitwisselingsentiteit ter uitvoering van artikel 4.16 toegang tot zijn register.
Artikel 4.11 gebruiken en verstrekken gegevens meetverantwoordelijke partij
- Een meetverantwoordelijke partij verstrekt aan een marktdeelnemer,
balanceringsverantwoordelijke, systeembeheerder en Onze Minister de bij ministeriële
regeling te bepalen gegevens die in zijn register zijn opgenomen ten behoeve van het:
verbruiksgegevens;
- uitvoeren van de balanceringsverantwoordelijkheid;
- uitgeven van garanties van oorsprong;
- balanceren.
- Een meetverantwoordelijke partij verstrekt ter uitvoering van artikel 4.1, tweede lid,
onderdelen b, c, d en e, de bij ministeriële regeling te bepalen gegevens die in zijn register zijn
opgenomen aan de verzoekende partij of aan een ander zoals bepaald door de verzoekende
partij.
- Een meetverantwoordelijke partij verstrekt de gegevens, bedoeld in het eerste en tweede
lid, middels een faciliteit van de gegevensuitwisselingsentiteit en geeft de
gegevensuitwisselingsentiteit ter uitvoering van artikel 4.16 toegang tot zijn register.
Artikel 4.12 register andere partijen
- Bij algemene maatregel van bestuur kan:
89
register moeten bijhouden;
bewerkt.
- Bij toepassing van het eerste lid wordt bij ministeriële regeling bepaald welke gegevens
ten behoeve van welke doelen, bedoeld in het eerste lid, de aangewezen partij:
- in zijn register verzamelt of bewerkt;
- ontvangt en in zijn register opneemt;
- aan een andere registerbeheerder aanlevert;
- gebruikt;
- aan welke derde verstrekt.
- Een aangewezen partij verstrekt de gegevens, bedoeld in het tweede lid, middels de
faciliteit van de gegevensuitwisselingsentiteit en geeft de gegevensuitwisselingsentiteit ter
uitvoering van artikel 4.16 toegang tot zijn register.
Artikel 4.13 controle van gegevens door registerbeheerder
- Onverminderd artikel 4.2 gaat een registerbeheerder bij het ontvangen van gegevens de
betrouwbaarheid en volledigheid daarvan na en past hij redelijke procedures voor correctie
van gegevens door de partij van wie hij de gegevens heeft ontvangen toe.
- Bij het beheer van zijn register voert een registerbeheerder een steekproefsgewijze en
periodieke controle uit op betrouwbaarheid en volledigheid van de gegevens en past
procedures voor correctie van gegevens toe.
- Een procedure is redelijk, wanneer dit blijkt uit de aard, inhoud en wijze van
totstandkoming daarvan.
- Een registerbeheerder bewaart de gegevens die in een register zijn opgenomen gedurende
een bij ministeriële regeling gestelde termijn.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de uitvoering van het eerste,
tweede en derde lid.
Artikel 4.14 identificatie door registerbeheerder
- Een registerbeheerder neemt passende en evenredige technische en organisatorische
maatregelen ter identificatie, authenticatie en autorisatie van degene die op grond van artikel
4.8 gegevens aanlevert.
- De maatregelen zorgen, gezien de stand van de techniek, voor een niveau van
identificatie, authenticatie en autorisatie dat is afgestemd op de risico’s die zich voordoen.
AFDELING 4.3 TAKEN VAN DE GEGEVENSUITWISSELINGSENTITEIT
Artikel 4.15 gegevensuitwisselingsentiteit
- De transmissie- en distributiesysteembeheerders richten gezamenlijk een rechtspersoon
op die de taken van de gegevensuitwisselingsentiteit uitvoert en houden gezamenlijk de
zeggenschap over deze rechtspersoon.
- De transmissie- en distributiesysteembeheerders voorzien de
gegevensuitwisselingsentiteit van voldoende middelen ter uitvoering van de bij of krachtens de
artikelen 4.16 tot en met 4.24 opgedragen taken.
Artikel 4.16 toegang en uitwisseling
90
- De gegevensuitwisselingsentiteit geeft overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens de
artikelen 4.8 tot en met 4.11 toegang tot en faciliteert de uitwisseling van de gegevens,
bedoeld in de artikelen 4.8 tot en met 4.12.
- De gegevensuitwisselingsentiteit handelt redelijk, transparant en niet-discriminerend en
bevoordeelt een transmissie- of distributiesysteembeheerder niet boven andere partijen.
- De gegevensuitwisselingsentiteit biedt een of meerdere faciliteiten aan voor de toegang
tot en de uitwisseling van gegevens, met toepassing van een elektronisch
communicatiesysteem of een op basis van de afspraken, bedoeld in artikel 4.25, gekozen
systeem.
- De gegevensuitwisselingsentiteit houdt voor de uitvoering van de taak, bedoeld in het
eerste lid, een register bij.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de gegevens die worden
opgenomen in het register.
Artikel 4.17 procedures voor toegang en uitwisseling
- De gegevensuitwisselingsentiteit neemt passende en evenredige technische en
organisatorische maatregelen om te zorgen voor toegang tot en uitwisseling van gegevens ten
behoeve van de verschillende processen, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid.
- De gegevensuitwisselingsentiteit past, met inachtneming van de
interoperabiliteitsvoorschriften en procedures die zijn vastgesteld bij of krachtens artikel 24,
tweede lid, van richtlijn 2019/944 en met inachtneming van de afspraken, bedoeld in artikel
4.25, procedures en voorwaarden toe die redelijk, objectief, transparant en niet discriminerend
zijn en maakt deze openbaar.
- De gegevensuitwisselingsentiteit past in ieder geval procedures en voorwaarden toe ten
aanzien van toegang, gegevensuitwisseling, gegevensbescherming en gegevensbeveiliging.
- Een procedure of voorwaarde is redelijk, wanneer dit blijkt uit de aard, inhoud en wijze
van totstandkoming daarvan.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het tweede en
derde lid.
Artikel 4.18 weigeren toegang
De gegevensuitwisselingsentiteit kan een partij die om toegang verzoekt de toegang tot en
de uitwisseling van gegevens weigeren indien die partij de procedures, bedoeld in artikel 4.17,
niet naleeft.
Artikel 4.19 efficiënte en gemakkelijke toegang
- De gegevensuitwisselingsentiteit verleent binnen een redelijke termijn op een
gemakkelijke wijze toegang tot gegevens ten behoeve van de processen, bedoeld in artikel 4.1,
tweede lid.
- De gegevensuitwisselingsentiteit neemt passende en evenredige technische en
organisatorische maatregelen om meerdere partijen gelijktijdig toegang tot gegevens te
verlenen ten behoeve van de processen, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de termijn waarbinnen
toegang tot gegevens wordt verleend. Deze termijn kan verschillen voor toegang tot gegevens
ten behoeve van verschillende processen.
- De gegevensuitwisselingsentiteit brengt geen kosten in rekening voor de toegang tot en
uitwisseling van gegevens ten behoeve van de processen, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid.
91
Artikel 4.20 identificatie door gegevensuitwisselingsentiteit
- De gegevensuitwisselingsentiteit neemt bij het verlenen van toegang tot gegevens
passende en evenredige technische en organisatorische maatregelen ter identificatie,
authenticatie en autorisatie:
toegang tot gegevens aan een ander is gebaseerd op een verzoek van die aangeslotene,
eindafnemer, actieve afnemer of invoeder.
- De maatregelen zorgen, gezien de stand van de techniek, voor een niveau van
identificatie, authenticatie en autorisatie dat is afgestemd op de risico’s die zich voordoen.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de
maatregelen.
- De gegevensuitwisselingsentiteit verwerkt bij het verlenen van toegang tot gegevens het
burgerservicenummer voor zover dit noodzakelijk is voor de identificatie, authenticatie en
autorisatie van de betreffende aangeslotene, eindafnemer, actieve afnemer of invoeder, zijnde
een natuurlijk persoon.
5. De gegevensuitwisselingsentiteit is bij de toepassing van het vierde lid bevoegd de
registraties, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d, van de Wet algemene bepalingen
burgerservicenummer te raadplegen.
Artikel 4.21 gegevensbescherming en gegevensbeveiliging
- De gegevensuitwisselingsentiteit neemt passende en evenredige technische en
organisatorische maatregelen om de risico’s te beheersen:
lid, zijn opgenomen; en
behoeve van de processen, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid.
- De maatregelen zorgen, gezien de stand van de techniek, voor een niveau van beveiliging
dat is afgestemd op de risico’s die zich voordoen.
- De gegevensuitwisselingsentiteit neemt passende maatregelen om incidenten die de
beveiliging van gegevens bedreigen, te voorkomen en de gevolgen van dergelijke incidenten
zo veel mogelijk te beperken.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de
maatregelen, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.
Artikel 4.22 melden incidenten
- De gegevensuitwisselingsentiteit meldt onverwijld bij Onze Minister een inbreuk op de
beveiliging van gegevens met aanzienlijke gevolgen voor:
- de toegang tot en uitwisseling van gegevens;
- de aangeslotene wiens gegevens het betreft.
- De gegevensuitwisselingsentiteit verstrekt Onze Minister op zijn verzoek de informatie
die nodig is om een gemelde inbreuk op de beveiliging van gegevens te beoordelen.
- Indien openbaarmaking in het algemeen belang is, kan Onze Minister een
beveiligingsincident als bedoeld in het eerste lid, openbaar maken of de
gegevensuitwisselingsentiteit verplichten tot openbaarmaking.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over de melding, informatieverstrekking aan Onze Minister en openbaarmaking.
92
Artikel 4.23 rapportageverplichting
- De gegevensuitwisselingsentiteit rapporteert jaarlijks aan de Autoriteit Consument en
Markt over de uitvoering van zijn taken en maakt deze rapportage openbaar.
- De gegevensuitwisselingsentiteit rapporteert op verzoek van Onze Minister over de
toepassing van de uitvoeringshandelingen als bedoeld in artikel 24, tweede lid, van richtlijn
2019/944.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de eisen waaraan de
rapportages moeten voldoen.
Artikel 4.24 klachtenprocedure
- De gegevensuitwisselingsentiteit voorziet in een transparante en eenvoudige procedure
voor de behandeling van klachten van degene die gegevens aanlevert die in een register als
bedoeld in artikel 4.16, vierde lid, zijn opgenomen en degene die toegang vraagt tot gegevens
ten behoeve de processen, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over:
- de voorwaarden en inrichting waaraan de klachtenprocedure moet voldoen;
- de termijnen die gelden voor de klachtenprocedure.
AFDELING 4.4 OVERLEG EN AFSPRAKEN
Artikel 4.25 overleg en afspraken
- De gegevensuitwisselingsentiteit treedt in overleg met de overige partijen die voor de
processen, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens
deze wet gegevens dienen te verzamelen, aanleveren, ontvangen, bewerken, verstrekken of
uitwisselen, alsmede met anderen die een belang hebben bij de uitvoering van deze processen,
ten einde tot afspraken te komen die nodig zijn voor een effectieve, efficiënte en betrouwbare
elektronische uitwisseling van gegevens ten behoeve van voornoemde processen.
- De gegevensuitwisselingsentiteit draagt zorg voor een effectieve, transparante en nietdiscriminerende ondersteuning bij de totstandkoming en invoering van de afspraken.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste en
tweede lid.
HOOFDSTUK 5 UITVOERING, TOEZICHT EN HANDHAVING
AFDELING 5.1 UITVOERING DOOR AUTORITEIT CONSUMENT EN MARKT
Artikel 5.1 aanwijzen regulerende instantie en taken ACM
- De Autoriteit Consument en Markt is de nationale regulerende instantie, bedoeld in
artikel 39, eerste lid, van richtlijn 2009/73 en artikel 57, eerste lid, van richtlijn 2019/944 en
uit dien hoofde belast met de taken die aan de nationale regulerende instantie zijn opgedragen
bij of krachtens verordening 715/2009, verordening 1227/2011, verordening 2017/1938,
verordening 2019/941, verordening 2019/942, verordening 2019/943 en verordening
2022/869.
- De Autoriteit Consument en Markt is belast met de bij algemene maatregel van bestuur
gestelde taken:
93
- die betrekking hebben op de samenwerking met bevoegde instanties van derde landen.
- Bij ministeriële regeling:
- kan de Autoriteit Consument en Markt, ter uitvoering van bindende EUrechtshandelingen op het gebied van elektriciteit of gas, worden aangewezen als de nationale
regulerende instantie, bevoegde instantie of bevoegde autoriteit en worden belast met taken of
bevoegdheden;
bedoelde taken of bevoegdheden.
- De Autoriteit Consument en Markt houdt bij de uitoefening van de haar bij of krachtens
deze wet toegekende taken en bevoegdheden rekening met artikel 40 van richtlijn 2009/73 en
artikel 58 van richtlijn 2019/944.
Artikel 5.2 markttoezicht levering
- De Autoriteit Consument en Markt ziet er op toe dat huishoudelijk eindafnemers en
micro-ondernemingen verzekerd zijn van de levering van elektriciteit of gas tegen
concurrerende, eenvoudig en duidelijk vergelijkbare, transparante, redelijke en nietdiscriminerende prijzen.
- De Autoriteit Consument en Markt kan ter verzekering van de levering, bedoeld in het
eerste lid, een bindende gedragslijn opleggen.
- De op grond van artikel 12a, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en
Markt aangewezen ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving van deze wet,
zijn tevens belast met de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid.
- Bij ministeriële regeling worden met het oog op de uitvoering van de taak, bedoeld in het
eerste lid, regels gesteld over de verstrekking van gegevens door leveranciers aan de Autoriteit
Consument en Markt.
Artikel 5.3 jaarlijks verslag ACM
- De Autoriteit Consument en Markt stelt jaarlijks een verslag op over de uitvoering van
de haar bij of krachtens deze wet opgedragen taken. Het verslag bevat een overzicht van de
behaalde resultaten en genomen maatregelen.
- De Autoriteit Consument en Markt zendt het verslag toe aan Onze Minister, Acer en de
Europese Commissie.
Artikel 5.4 geschillenbeslechting partij-systeembeheerder door ACM
- Een partij die een geschil heeft met een systeembeheerder over de wijze waarop deze
beheerder zijn taken en bevoegdheden op grond van deze wet uitoefent, dan wel aan zijn
verplichtingen op grond van deze wet voldoet, kan een klacht bij de Autoriteit Consument en
Markt indienen. Een klacht omvat een aanvraag om een besluit.
- De Autoriteit Consument en Markt neemt binnen twee maanden na ontvangst van de
klacht een besluit. In afwijking van artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht kan deze
termijn met twee maanden worden verlengd als de Autoriteit Consument en Markt de indiener
van de klacht, of de betreffende systeembeheerder om aanvullende gegevens verzoekt. Indien
de indiener van de klacht daarmee instemt, kan de Autoriteit Consument en Markt een langere
termijn stellen.
- Het besluit van de Autoriteit Consument en Markt is bindend.
- Het indienen van een klacht als bedoeld in het eerste lid laat onverlet elke mogelijkheid
voor de desbetreffende partij een hem ter beschikking staand rechtsmiddel aan te wenden.
94
Artikel 5.5 geschillenbeslechting vraagrespons door ACM
- Als de balanceringsverantwoordelijken, bedoeld in artikel 2.41, tweede lid, een geschil
hebben over de financiële compensatie of de voorwaarden voor aanpassing van het
elektriciteitsprogramma als gevolg van de vraagrespons of de uitwisseling van relevante
gegevens, over de vergoeding van eventuele onbalanskosten die hierdoor ontstaan en de
uitwisseling van relevante gegevens kan elk van de balanceringsverantwoordelijken een klacht
bij de Autoriteit Consument en Markt indienen. Een klacht omvat een aanvraag om een
besluit.
- Het besluit van de Autoriteit Consument en Markt is bindend.
- Het indienen van een klacht als bedoeld in het eerste lid laat onverlet elke mogelijkheid
voor de desbetreffende partij een hem ter beschikking staand rechtsmiddel aan te wenden.
Artikel 5.6 grensoverschrijdende geschillen
In het geval van een landsgrensoverschrijdend geschil is de Autoriteit Consument en Markt
onbevoegd te beslissen op een klacht als bedoeld in de artikelen 5.4 respectievelijk 5.5, als de
systeembeheerder waartegen de klacht is gericht onder de rechtsmacht van een andere lidstaat
van de Europese Unie valt, dan wel, indien het een interconnectorsysteembeheerder voor gas
betreft, onder de rechtsmacht van een ander land valt.
AFDELING 5.2 UITVOERING DOOR ONZE MINISTER
Artikel 5.7 aanwijzen minister als bevoegde instantie
- Onze Minister is belast met de taken die bij algemene maatregel van bestuur kunnen
worden vastgesteld:
- ter uitvoering van richtlijn 2009/73 en richtlijn 2019/944;
- die betrekking hebben op samenwerking met derde landen.
- Bij ministeriële regeling:
- kan Onze Minister, ter uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen op het gebied van
elektriciteit of gas, worden aangewezen als bevoegde instantie of bevoegde autoriteit of
worden belast met taken of bevoegdheden;
bedoelde taken of bevoegdheden.
Artikel 5.8 voorzieningen capaciteit en kwaliteit
- Indien naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt blijkt dat een transmissieof distributiesysteembeheerder in onvoldoende mate of niet op een doelmatige wijze kan of zal
kunnen voorzien in het door hem te bereiken niveau van de kwaliteit van zijn transportdienst
of de totale behoefte aan capaciteit voor het transport van elektriciteit of gas over de door hem
beheerde systemen, meldt zij dat na overleg met de desbetreffende beheerder aan Onze
Minister.
- Nadat Onze Minister een melding heeft ontvangen, kan hij aan de desbetreffende
beheerder opdragen voorzieningen te treffen teneinde zeker te stellen dat het transport van
elektriciteit of gas in voldoende mate of op een doelmatige wijze plaatsvindt.
Artikel 5.9 maatregelen functioneren transmissie- of distributiesysteembeheerder
95
- Indien Onze Minister vaststelt dat een transmissie- of distributiesysteembeheerder niet
meer voldoet aan de eisen om te worden aangewezen, kan hij de desbetreffende beheerder
opdragen door hem noodzakelijk geachte voorzieningen te treffen.
- Indien een transmissie- of distributiesysteembeheerder niet voldoet aan een opdracht als
bedoeld in het eerste lid, indien Onze Minister vaststelt dat opdrachten, bedoeld in artikel 5.8,
tweede lid, niet worden uitgevoerd of indien naar zijn oordeel door de bedrijfsvoering van
deze beheerder de continuïteit of de betrouwbaarheid van de elektriciteits- of gasvoorziening
in gevaar komt en onverwijld ingrijpen noodzakelijk is, kan Onze Minister de aanwijzing van
de desbetreffende beheerder vervallen verklaren en uiterlijk op de dag waarop die aanwijzing
vervalt een andere rechtspersoon als transmissie- of distributiesysteembeheerder aanwijzen.
Artikel 5.10 aanwijzen stille curator
- Indien naar het oordeel van Onze Minister door de bedrijfsvoering van een transmissieof distributiesysteembeheerder de continuïteit of de betrouwbaarheid van de
leveringszekerheid of de voorzieningszekerheid in gevaar komt en onverwijld ingrijpen
noodzakelijk is, kan Onze Minister de desbetreffende beheerder aanzeggen dat hij vanaf een
bepaald tijdstip voor een bepaalde termijn de opdrachten dient op te volgen die aan hem
worden gegeven door een door Onze Minister aangewezen persoon.
- Bij de aanzegging geeft Onze Minister aan ter bescherming van welk belang de
aanzegging geschiedt. Bij de aanzegging kunnen voorschriften en beperkingen worden gesteld
aan de te geven opdrachten. De aangewezen persoon verstrekt uitsluitend opdrachten ter
bescherming van het aangegeven belang.
- De transmissie- of distributiesysteembeheerder verschaft de door Onze Minister
aangewezen persoon alle medewerking.
- Voor schade die is voorgekomen uit handelen dat is verricht in strijd met het belang,
bedoeld in het tweede lid, zijn bestuurders van de transmissie- of distributiesysteembeheerder
persoonlijk aansprakelijk.
Artikel 5.11 beschermingsmaatregelen energiemarkt
- Onze Minister kan een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas bij een
plotselinge crisis op de energiemarkt of wanneer de fysieke veiligheid van personen, de
veiligheid of betrouwbaarheid van apparatuur of installaties of de systeemintegriteit worden
bedreigd, opdragen maatregelen als bedoeld in artikel 46 van richtlijn 2009/73 te nemen. Aan
de opdracht kunnen voorwaarden, voorschriften en beperkingen worden verbonden.
- Een aangeslotene, balanceringsverantwoordelijke of marktdeelnemer verleent de
benodigde medewerking aan de uitvoering van de maatregelen.
- Bij ministeriële regeling kunnen met het oog op het tegengaan en beheersen van
elektriciteitscrises regels worden gesteld ter uitvoering van risicoparaatheidsplannen voor
elektriciteit als bedoeld in hoofdstuk III, van verordening 2019/941.
Artikel 5.12 strategische reserve
- Onze Minister kan de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit opdragen een
strategische reserve in te richten als bedoeld in artikel 21, derde lid, van verordening
2019/943.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over de strategische reserve, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 5.13 analyse leveringszekerheid en voorzieningszekerheid
96
- Onze Minister verzamelt en analyseert systematisch inlichtingen en geaggregeerde
gegevens met betrekking tot de leveringszekerheid en de voorzieningszekerheid.
- Onze Minister stelt periodiek een verslag op voor elektriciteit of gas waarin hij zijn
bevindingen en de getroffen of voorgenomen maatregelen vastlegt.
- Onze Minister kan een transmissiesysteembeheerder opdragen werkzaamheden te
verrichten ter uitvoering van het eerste en tweede lid.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld:
- over de gegevens, bedoeld in het eerste lid;
- over de inhoud van een verslag, het proces van opstellen van een verslag, de frequentie
van het opstellen en de datum waarvoor dit verslag wordt vastgesteld;
Artikel 5.14 subsidie transmissiesysteem voor elektriciteit op zee
- Onze Minister kan een subsidie verstrekken aan een transmissiesysteembeheerder voor
elektriciteit op zee ter dekking van de door de Autoriteit Consument en Markt op grond van
artikel 3.118 vastgestelde toegestane vergoeding voor de uitvoering van zijn wettelijke taken,
met uitzondering van de taken bedoeld in artikel 3.117.
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over het verstrekken van de subsidie.
Artikel 5.15 nadeelcompensatie
- Onze Minister kan een eindafnemer als bedoeld in artikel 2.63, eerste lid, een vergoeding
toekennen indien het verbod, bedoeld in dat artikel, voor die eindafnemer schade veroorzaakt
die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die de eindafnemer in vergelijking
met anderen onevenredig zwaar treft.
- Schade blijft in elk geval voor rekening van de eindafnemer voor zover:
- hij het risico van het ontstaan van de schade heeft aanvaard;
- hij de schade had kunnen beperken door binnen redelijke grenzen maatregelen te nemen,
die tot voorkoming of vermindering van de schade hadden kunnen leiden;
worden toegerekend; of
- de vergoeding van de schade anderszins is verzekerd.
- Indien het verbod, bedoeld in artikel 2.63, eerste lid, tevens voordeel voor de
eindafnemer heeft opgeleverd, wordt dit bij de vaststelling van de te vergoeden schade in
aanmerking genomen.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld die betrekking hebben op:
- het moment waarop de vergoeding kan worden aangevraagd;
- de gegevens die bij een aanvraag worden overgelegd;
- de termijn voor het geven van een beslissing op een aanvraag.
Artikel 5.16 aanwijzen rechtspersoon
Onze Minister wijst een rechtspersoon aan die verplicht is de transmissiesysteembeheerder
voor gas een aanbod met redelijke tarieven en voorwaarden te doen tot levering aan de door de
transmissiesysteembeheerder voor gas ter uitvoering van zijn wettelijke taken of
verplichtingen benodigde hoeveelheden gas in de door hem gevraagde hoeveelheden en op de
door hem gewenste tijdstippen.
97
AFDELING 5.3 TOEZICHT OP DE NALEVING
Artikel 5.17 toezicht op naleving door ACM
- De Autoriteit Consument en Markt is belast met het toezicht op de naleving van het
bepaalde:
lid, en 2.47, tweede lid, en de artikelen en onderwerpen, genoemd in artikel 5.18, eerste lid;
verordening 2019/941, verordening 2019/942, verordening 2019/943 en verordening
2022/869, met uitzondering van bij ministeriële regeling aan te wijzen voorschriften, gesteld
krachtens die verordeningen, voor zover deze handelen over of samenhangen met
cyberbeveiliging.
- Het eerste lid is niet van toepassing voor zover Onze Minister de geadresseerde is.
Artikel 5.18 toezicht op naleving door Onze Minister
- Onze Minister is belast met het toezicht op de naleving van:
- het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2.46, eerste en derde lid, voor zover het een
aangeslotene met een kleine aansluiting betreft, 2.47, eerste lid, 3.18, 3.48, 3.53, derde lid,
3.62, 3.67 tot en met 3.70, 3.79, onderdeel a, 4.3, 4.4, eerste en tweede lid, 4.14, 4.20, 4.21,
eerste en tweede lid, 4.22, 5.8, tweede lid, 5.9, 5.10, 5.11, 5.16, 6.3, eerste tot en met derde lid,
en 7.28, zesde lid;
onderwerpen betreffen die samenhangen met de veiligheid van gas en artikel 3.74, aanhef en
onderdeel b;
715/2009, verordening 1227/2011, verordening 2017/1938, verordening 2019/941,
verordening 2019/942 of verordening 2019/943 of verordening 2022/869, voor zover deze
voorschriften handelen over of samenhangen met cyberbeveiliging.
- Onze Minister wijst bij besluit de ambtenaren aan die toezicht houden op de naleving van
de artikelen bedoeld in het eerste lid.
AFDELING 5.4 HANDHAVING
Artikel 5.19 last onder dwangsom
- De Autoriteit Consument en Markt kan een last onder dwangsom opleggen in geval van
overtreding van de voorschriften waarvoor het toezicht op de naleving aan haar is opgedragen
krachtens artikel 5.17.
- Onze Minister kan een last onder dwangsom opleggen in geval van overtreding van de
voorschriften waarvoor het toezicht op de naleving aan hem is opgedragen krachtens artikel
5.18.
Artikel 5.20 bindende gedragslijn en bindende aanwijzing
- De Autoriteit Consument en Markt kan een bindende gedragslijn opleggen in verband
met de naleving van voorschriften waarvoor het toezicht op de naleving aan haar is
opgedragen krachtens artikel 5.17.
- Onze Minister kan een bindende aanwijzing geven of een bindende gedragslijn opleggen
in verband met:
98
opgedragen krachtens artikel 5.18;
transmissie- of distributiesysteem tegen invloeden van buitenaf.
Artikel 5.21 bestuurlijke boete
- De Autoriteit Consument en Markt of Onze Minister kan, indien deze belast is met het
toezicht op de naleving van deze artikelen, de overtreder per overtreding een bestuurlijke
boete opleggen in geval van overtreding van:
1
o
. 2.7, 2.8, 2.9, 2.14, 2.18, vijfde lid, onderdeel c, 2.21, eerste en tweede lid, 2.23, 2.27,
eerste, vierde en vijfde lid, 2.28, 2.29, 2.32, eerste en tweede lid, 2.35, 2.36, 2.40, 2.45, 2.49,
2.50, zesde lid, onderdeel c, 2.52, 2.59, 2.61, tweede lid, onderdelen a, c tot en met f, 2.62,
eerste en tweede lid, 2.63, eerste en tweede lid, 2.65, zesde lid en 2.67;
2
o
. 3.4, vierde lid, 3.9, tweede en derde lid, 3.16, 3.27, eerste, derde en vijfde lid,
onderdelen b en d, 3.45, 3.50, vierde lid, 3.52, 3.53, derde lid,, 3.61, 3.63, 3.66, eerste en derde
lid, 3.69, 3.72, derde en vijfde lid, 3.76, 3.79, 3.81, 3.90, vijfde lid, 3.100, vijfde lid, onderdeel
b, 3.111, derde lid, 3.112, vierde lid, 3.113, vijfde lid, 3.115, derde lid, 3.119, derde lid 3.122,
derde lid, voor zover het een overtreding van artikel 3.119, derde lid betreft, 3.123, vijfde lid,
3.126, aanhef en onderdeel b;
3
o
. 4.2, eerste en derde lid, 4.3, eerste, derde en vierde lid, 4.4, eerste, tweede en vierde lid,
4.13, 4.23;
4
o
. 5.22, eerste en tweede lid, 5.23, 5.26, tweede lid;
5
o
. 8, 9 en 15 van verordening 1227/2011;
voor zover de daar genoemde artikelen zijn opgenomen in onderdeel a;
1
o
. 2.3, eerste lid, 2.5, 2.6, 2.12, 2.13, 2.15, 2.16, 2.17, eerste lid, 2.18, eerste, tweede en
vijfde lid, onderdelen a en b, 2.21, vierde lid, 2.22, 2.24, 2.25, eerste, derde en vierde lid, 2.26,
2.31, eerste tot en met derde en vijfde lid, 2.34, 2.38, 2.39, 2.41, eerste tot en met vierde lid,
2.41, 2.43, 2.46, tweede lid, onderdelen b en c, en derde lid, 2.48, eerste en tweede lid, 2.50,
eerste tot en met vierde en zesde lid, 2.54, eerste en derde lid, 2.55, 2.56;
2
o
. 3.1, 3.10, eerste tot en met vierde en achtste lid, 3.11, 3.12, 3.13, 3.17, 3.18, 3.19, eerste
en tweede lid, 3.20, tweede lid, 3.21, eerste en tweede lid, 3.22, 3.23, 3.24, 3.25, eerste,
tweede en vierde lid, 3.26, 3.28, eerste lid, 3.29, eerste lid, 3.30, 3.31, 3.34, 3.35, eerste, derde,
vijfde en zesde lid, 3.36, eerste lid, 3.38, eerste tot en met derde lid, 3.39, eerste en derde lid,
3.40, eerste, tweede en vierde lid, 3.41, 3.43, 3.44, 3.46, eerste en tweede lid, 3.47, eerste,
tweede en vierde lid, 3.48, eerste tot en met vijfde lid, 3.49, 3.50, eerste, tweede en derde lid,
3.51, 3.53, eerste en tweede lid, 3.54, 3.55 3.56, eerste en derde lid, 3.57, 3.58, 3.59, 3.60,
3.62, 3.64, 3.65, 3.70, 3.73, eerste en derde lid, 3.74, 3.75, 3.77, 3.78, eerste, tweede en vijfde
lid, 3.83, derde lid, 3.84, 3.86, 3.88, 3.91, 3.92, 3.93, 3.94, eerste, tweede en derde lid, 3.95,
3.96, 3.97, 3.98, 3.198, 3.100, eerste lid tot en met vijfde lid, onderdeel a, 3.101, 3.102, 3.103,
3.105, tweede en derde lid, 3.106, eerste lid, 3.114, eerste lid, 3.115, eerste lid, 3.116, 3.117,
3.119, eerste lid, 3.122, eerste en tweede lid, 3.125, eerste lid en 3.126, aanhef en onderdeel a;
3
o
. 4.1, derde lid, 4.5, 4.6, 4.7, 4.8, 4.9, 4.10, 4.11, 4.12, 4.14, 4.15, 4.16, 4.17, 4.19, 4.20,
eerste tot en met derde lid, 4.21, 4.22, eerste, tweede en vierde lid, 4.24, 4.25;
4
o
. 6.3, eerste, tweede, vierde, vijfde en zevende lid, 6.13, eerste en tweede lid;
5
o
. 3, 4 en 5 van verordening 1227/2011;
voor zover de daar genoemde artikelen zijn opgenomen in onderdeel c;
99
cyberbeveiliging, bedoeld in artikel 5.18, eerste lid, onderdeel c.
3.3, tweede tot en met zesde lid, 3.8, vierde lid, onderdeel b, 3.124, derde lid en 6.3, derde lid.
- De op grond van het eerste lid, onderdelen a en b, vast te stellen bestuurlijke boete
bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie, bedoeld in artikel
23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht of, indien dat meer is, ten hoogste 1% van de
omzet van de overtreder.
- De op grond van het eerste lid, onderdelen c, d, e, f en g vast te stellen bestuurlijke boete
bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie, bedoeld in artikel
23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht of, indien dat meer is, ten hoogste 10% van de
omzet van de overtreder.
- De bestuurlijke boete die ingevolge het tweede en derde lid ten hoogste kan worden
opgelegd wordt verhoogd met 100%, indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan
de dagtekening van het van de overtreding opgemaakte rapport, bedoeld in artikel 5:48, eerste
lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een aan die overtreder voor een eerdere overtreding
van eenzelfde of een soortgelijk wettelijk voorschrift opgelegde bestuurlijke boete
onherroepelijk is geworden.
AFDELING 5.5 VERSTREKKEN EN GEBRUIKEN GEGEVENS EN INLICHTINGEN
Artikel 5.22 verstrekken gegevens en inlichtingen aan Onze Minister
- Eenieder verstrekt Onze Minister desgevraagd de gegevens, bescheiden of inlichtingen
en verschaft hem desgevraagd inzage in de gegevens of bescheiden die redelijkerwijs nodig
zijn voor de uitvoering van zijn taken.
- Onze Minister kan een redelijke termijn stellen waarbinnen de gegevens, inlichtingen of
bescheiden, bedoeld in het eerste lid, worden verstrekt.
- Zij die uit hoofde van ambt, beroep of enig wettelijk voorschrift verplicht zijn tot
geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun
geheimhoudingsplicht voortvloeit.
Artikel 5.23 delegatiegrondslag gegevens
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor een systeembeheerder met
betrekking tot zijn wettelijke taken of verplichtingen regels worden gesteld over:
en Markt of aan Onze Minister;
Artikel 5.24 gebruik gegevens en inlichtingen door Onze Minister
- Gegevens, bescheiden of inlichtingen die Onze Minister in verband met enige
werkzaamheid ten behoeve van de uitvoering van deze wet of van EU-verordeningen en EUbesluiten inzake elektriciteit of gas verkrijgt, mogen uitsluitend worden gebruikt voor de
toepassing van deze wet, die EU-verordeningen en EU-besluiten en van een andere wettelijke
regeling dan deze wet die de toepassing of mede de toepassing van bepalingen op het gebied
van elektriciteit of gas betreffen, voor zover die bescheiden, gegevens of inlichtingen
noodzakelijk zijn voor de uitoefening van zijn taak.
100
- In afwijking van het eerste lid is Onze Minister bevoegd bescheiden, gegevens of
inlichtingen, te verstrekken aan:
toepassing van de regels op het gebied van elektriciteit of gas, voor zover die bescheiden,
gegevens of inlichtingen van betekenis zijn of kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van
die instelling;
deze wet is belast met taken die de toepassing of mede de toepassing van bepalingen op het
gebied van elektriciteit of gas betreffen, voor zover die bescheiden, gegevens of inlichtingen
van noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de taak van dat bestuursorgaan;
voor de uitoefening van de taak van Acer.
- Op basis van het tweede lid kunnen uitsluitend bescheiden, gegevens of inlichtingen
worden verstrekt indien:
mate is gewaarborgd; en
worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden verstrekt.
- Indien Onze Minister op grond van artikel 5.13, derde lid, een
transmissiesysteembeheerder opdraagt werkzaamheden te verrichten, zijn het eerste tot en met
het derde lid van overeenkomstige toepassing op die systeembeheerder.
Artikel 5.25 verstrekken gegevens aan Acer
- In afwijking van artikel 7, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en
Markt en onverminderd artikel 7, derde lid, van die wet is de Autoriteit Consument en Markt
bevoegd gegevens of inlichtingen te verstrekken aan Acer, voor zover die gegevens of
inlichtingen van betekenis kunnen zijn voor de uitoefening van de taak van Acer.
- Artikel 7, vierde lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt is van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 5.26 verstrekken gegevens en inlichtingen aan Europese Commissie
- De Europese Commissie kan van een marktdeelnemer, een transmissiesysteembeheerder
of interconnectorsysteembeheerder de gegevens, bescheiden of inlichtingen verlangen die zij
nodig heeft voor de uitvoering van artikel 52 van richtlijn 2019/944 of artikel 10 van richtlijn
2009/73.
- Degene aan wie een verzoek is gedaan om gegevens, bescheiden of inlichtingen te
verstrekken als bedoeld in het eerste lid, is verplicht binnen de door de Europese Commissie
gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen
bij de uitoefening van haar bevoegdheden.
AFDELING 5.6 RETRIBUTIES
Artikel 5.27 retributies minister
- Overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels is een
door Onze Minister vast te stellen vergoeding verschuldigd voor kosten die samenhangen met
het behandelen van een aanvraag om of het geven van een beschikking inzake een bij of
krachtens deze wet door Onze Minister te verlenen instemming, aanwijzing, ontheffing of
vergunning.
101
- De vergoeding bedraagt ten hoogste de gemaakte kosten en wordt in rekening gebracht
bij de aanvrager of degene aan wie de beschikking is gericht.
- Bij gebreke van volledige betaling binnen de gestelde termijn kan Onze Minister een
verschuldigde vergoeding invorderen bij dwangbevel.
- Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde vergoedingen is, voor zover niet al van
toepassing, afdeling 4.4, met uitzondering van de artikelen 4:85 en 4:95, van de Algemene wet
bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 6 OVERIGE BEPALINGEN
AFDELING 6.1. PROJECTBESLUIT
Artikel 6.1 projectbesluit minister
- Werken met een nationaal belang waarvoor Onze Minister in ieder geval een
projectbesluit als bedoeld in afdeling 5.2 van de Omgevingswet vaststelt, zijn de volgende
projecten:
die installatie op een systeem, met een capaciteit van ten minste 100 MW, indien het betreft
een windpark op land;
van die installatie op een systeem, met een capaciteit van ten minste 100 MW, indien het
betreft een installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit met behulp van zonneenergie;
die installatie op een systeem, met een capaciteit van ten minste 50 MW, indien het betreft een
installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit anders dan met behulp van
windenergie of zonne-energie;
duurzame elektriciteit, met inbegrip van de aansluiting van die installatie op een systeem,
indien die productie-installatie een capaciteit heeft of zal krijgen van ten minste 500 MW;
verordening 2022/869 of van wederzijds belang, als bedoeld in artikel 2, onderdeel 6, van
verordening 2022/869;
van het systeem voor het transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 220 kilovolt of
hoger;
systeem deel uitmakende leidingen met een druk van ten minste 40 bar en een diameter van
ten minste 45,7 centimeter; en
van ten minste 4 miljard m3 gas, met inbegrip van de aansluiting van dat systeem op een
transmissie- of distributiesysteem voor gas.
een bij regeling van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties vast te stellen minimale capaciteit en voor de bij die regeling te
bepalen gevallen, met inbegrip van de aansluiting op leidingen en daarmee verbonden
102
hulpmiddelen ten behoeve van transport van waterstofgas of een transmissie- of
distributiesysteem voor elektriciteit.
- Artikel 16.7 van de Omgevingswet is van toepassing op de coördinatie van besluiten ter
uitvoering van projectbesluiten als bedoeld in het eerste lid.
- In afwijking van het eerste lid kan Onze Minister besluiten geen projectbesluit vast te
stellen als naar zijn oordeel besluitvorming door een bestuursorgaan van een gemeente of van
een provincie het project kan versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn
verbonden, en het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente
respectievelijk gedeputeerde staten van de betreffende provincie daarmee instemmen.
- Onze Minister geeft tegelijk met of zo snel mogelijk na de bekendmaking van een besluit
als bedoeld in het derde lid kennis van dat besluit op de in artikel 12 van de
Bekendmakingswet bepaalde wijze en doet mededeling van dat besluit door toezending
daarvan aan de initiatiefnemer.
- Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing als een besluit als bedoeld in het derde
lid wordt ingetrokken.
- Voor projecten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, stelt Onze Minister, in
overeenstemming met Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, een
handleiding vast als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de verordening, genoemd in dat
onderdeel.
Artikel 6.2 projectbesluit gedeputeerde staten
- Werken met een provinciaal belang waarvoor gedeputeerde staten in ieder geval een
projectbesluit als bedoeld in afdeling 5.2 van de Omgevingswet vaststellen, zijn de volgende
projecten:
maar minder dan 100 MW, met inbegrip van de aansluiting van dat windpark op een systeem;
en
elektriciteit met behulp van zonne-energie met een capaciteit van ten minste 50 MW maar
minder dan 100 MW, met inbegrip van de aansluiting van die installatie op een systeem.
- In afwijking van het eerste lid kunnen gedeputeerde staten besluiten geen projectbesluit
vast te stellen als naar hun oordeel besluitvorming door een bestuursorgaan van een gemeente
het project kan versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden, en
het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente daarmee
instemmen.
- Gedeputeerde staten geven tegelijk met of zo snel mogelijk na de bekendmaking van een
besluit als bedoeld in het tweede lid kennis van dat besluit op de in artikel 12 van de
Bekendmakingswet bepaalde wijze en doen mededeling van dat besluit door toezending
daarvan aan de initiatiefnemer.
- Het derde lid is van overeenkomstige toepassing als een besluit als bedoeld in het tweede
lid wordt ingetrokken.
AFDELING 6.2 INVESTERINGSTOETSEN
Artikel 6.3 wijziging zeggenschap LNG en productie elektriciteit
- Iedere wijziging van zeggenschap als bedoeld in artikel 26 van de Mededingingswet over
een LNG-systeem of in een onderneming die eigenaar is van een LNG-systeem wordt
voorafgaand aan de wijziging door één van de bij de wijziging betrokken partijen binnen een
bij ministeriële regeling te bepalen termijn gemeld aan Onze Minister.
103
- Iedere wijziging van zeggenschap als bedoeld in artikel 26 van de Mededingingswet in
een productie-installatie met een nominaal elektrisch vermogen van in totaal meer dan 100
MW of in een onderneming die een of meer productie-installaties met een nominaal elektrisch
vermogen van in totaal meer dan 100 MW beheert, wordt voorafgaand aan de wijziging door
één van de bij deze wijziging betrokken partijen binnen een bij ministeriële regeling te bepalen
termijn gemeld aan Onze Minister.
- Onze Minister kan binnen een bij ministeriële regeling te bepalen termijn op grond van
overwegingen van openbare veiligheid, de leveringszekerheid of de voorzieningszekerheid de
wijziging, bedoeld in het eerste lid, verbieden of opdragen maatregelen te treffen. De artikelen
19 en 20 van de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames zijn van
overeenkomstige toepassing.
- Onze Minister kan aan het verbod of de opdracht op grond van het derde lid beperkingen
of voorschriften verbinden. Het is verboden in strijd te handelen met een voorschrift of
beperking.
- De LNG-beheerder of producent neemt het verbod in acht of volgt de opdracht op.
- Rechtshandelingen die strekken tot een wijziging van zeggenschap als bedoeld in het
eerste of tweede lid, die niet overeenkomstig die leden zijn gemeld, of die in strijd zijn met het
verbod of de opdracht, bedoeld in het derde lid, zijn door een rechterlijke uitspraak
vernietigbaar.
- Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de melding, bedoeld in
het eerste en tweede lid.
AFDELING 6.3 BELEID EN ADVISERING ENERGIESYSTEEM
Paragraaf 6.3.1 Nationaal plan energiesysteem
Artikel 6.4 Nationaal plan energiesysteem
- Onze Minister stelt ten minste eens in de vijf jaar een Nationaal plan energiesysteem
vast.
- Het Nationaal plan energiesysteem bevat de hoofdlijnen van het rijksbeleid, gericht op:
- de transitie naar een klimaatneutraal, robuust, betaalbaar en betrouwbaar energiesysteem
in Nederland;
energie, van dragers van energie en van grondstoffen buiten Nederland.
- Het Nationaal plan energiesysteem bevat in ieder geval:
- de beschrijving van sectorale transitiepaden naar klimaatneutraliteit en van
ontwikkelpaden van de transitie van bronnen en dragers van energie met fossiele oorsprong
naar hernieuwbare bronnen en dragers van energie en naar kernenergie als bedoeld in artikel 1,
eerste lid, onderdeel a, van de Kernenergiewet;
klimaatneutraal energiesysteem of die daarbij meegewogen moeten worden;
de aard, omvang en inzet van eventuele opslag of reserves voor verschillende energiedragers
en de omzetting van energiedragers;
diversificatie van de import van energiedragers;
beleid ten aanzien van de beheersing daarvan; en
rijksbeleid en de wijzen waarop die resultaten zullen worden nagestreefd.
104
Artikel 6.5 procedure en verantwoording Nationaal plan energiesysteem
- Onze Minister legt een ontwerp van een Nationaal plan energiesysteem aan eenieder ter
consultatie voor.
- Onze Minister stelt het Nationaal plan energiesysteem vast in overeenstemming met het
gevoelen van de ministerraad.
- Onze Minister zendt het Nationaal plan energiesysteem aan de beide kamers der StatenGeneraal.
- Onze Minister zendt ten aanzien van de beleidsontwikkeling ter uitvoering van het
Nationaal plan energiesysteem jaarlijks uiterlijk op 1 november aan beide kamers der StatenGeneraal een energienota, met een beschrijving van in ieder geval:
ontwikkelingen in het energiebeleid.
Paragraaf 6.3.2 Raad voor energie
Artikel 6.6 instelling Raad voor energie
- Er is een Raad voor Energie.
- De Raad voor Energie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste acht andere leden.
- De voorzitter en de leden hebben aantoonbare expertise en ervaring ten aanzien van
energiebeleid en vraagstukken met betrekking tot leveringszekerheid en
energieonafhankelijkheid.
Artikel 6.7 taak Raad voor Energie
- De Raad voor Energie heeft tot taak de regering en beide kamers der Staten-Generaal te
adviseren over het te voeren beleid, gericht op:
in Nederland;
energie, van dragers van energie en van grondstoffen buiten Nederland.
- De Raad voor Energie brengt ten minste een advies uit ter voorbereiding van het
Nationaal plan energiesysteem, waarbij in het advies in ieder geval aandacht wordt besteed
aan:
beleid van ons omliggende landen en de overige onderdelen van het Nederlandse
energiebeleid, leiden tot voldoende energieonafhankelijkheid van de Nederlandse
energievoorziening; en
energiesysteem op de lange termijn.
AFDELING 6.4. PARLEMENTAIRE BETROKKENHEID BIJ GEDELEGEERDE
REGELGEVING
Artikel 6.8 voorhangprocedure
105
De voordracht voor een krachtens de artikelen 3.20, eerste en tweede lid, 3.27, vijfde lid,
3.36, eerste lid, en 3.87, vierde lid, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet
eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is
overgelegd.
AFDELING 6.5. VERHOUDINGEN ANDERE WETTEN
Artikel 6.9 verhouding tot Burgerlijk Wetboek
Voor de toepassing van artikel 20, tweede lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek
wordt een systeem beschouwd als een net.
Artikel 6.10 verhouding tot Mededingingswet
- De Mededingingswet is mede van toepassing op het continentaal plat ten aanzien van het
verrichten van transport van gas met behulp van een gasproductienet.
- Ten aanzien van het transport van gas, bedoeld in het eerste lid, wordt onder
gasproductienet niet verstaan de pijpleidingen die ter plaatse binnen een olie- of
gaswinningsproject worden gebruikt.
AFDELING 6.6. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 6.11 belanghebbende representatieve organisaties
Een representatieve organisatie van partijen op de elektriciteits- of gasmarkt wordt geacht
belanghebbende te zijn bij besluiten van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in
Afdeling 3.6.
Artikel 6.12 decentrale overheden
- Provinciale staten en de gemeenteraad zijn niet bevoegd het produceren, transporteren,
opslaan of leveren van elektriciteit of gas in het belang van de energievoorziening aan regels te
binden.
- Het eerste lid is niet van toepassing op het door provinciale staten of de gemeenteraad
stellen van regels in het belang van de energietransitie in bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur te bepalen gevallen en onder daarbij te bepalen voorwaarden.
- Provinciale staten en de gemeenteraad kunnen bij verordening bepalen dat een producent
bij de aanleg of uitbreiding van een installatie voor de productie van energie uit hernieuwbare
bronnen vanaf een bij die verordening te bepalen capaciteit, op een bij die verordening te
bepalen wijze motiveert:
voorgenomen installatie en de exploitatie daarvan door een bij die verordening te bepalen
kring van partijen, gevestigd in de nabije omgeving van de installatie, te bevorderen;
daarvan zijn en of er andere vormen van financiële participatie zijn overeengekomen.
Artikel 6.13 grondslag regels ter uitvoering EU-besluiten
106
- Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld voor de
uitvoering van EU-verordeningen krachtens artikel 194 van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de uitvoering van
onderdelen van bindende EU-rechtshandelingen, vastgesteld krachtens richtlijn 2009/73,
richtlijn 2019/944, verordening 715/2009 en verordening 2019/943.
- Hetgeen ingevolge deze wet bij algemene maatregel van bestuur kan worden geregeld,
kan in afwijking daarvan bij ministeriële regeling worden geregeld, indien de regels uitsluitend
strekken ter uitvoering van een bindende EU-rechtshandeling.
- Een wijziging van een bindende EU-rechtshandeling waarnaar in voorschriften, gesteld
bij of krachtens deze wet, wordt verwezen, gaat voor de toepassing van die voorschriften
gelden met ingang van de dag waarop aan die wijziging uitvoering moet zijn gegeven dan wel
bij gebreke daarvan, de dag waarop die wijziging is vastgesteld.
- Onze Minister kan besluiten dat een wijziging als bedoeld in het vierde lid in afwijking
van dat lid op een eerder tijdstip gaat gelden. Dit besluit wordt in de Staatscourant
bekendgemaakt.
- Indien een bindende EU-rechtshandeling waarnaar in deze wet of de daarop berustende
bepalingen wordt verwezen, in het kader van hercodificatie wordt ingetrokken en vervangen
door een nieuwe bindende EU-rechtshandeling, kunnen bij ministeriële regeling de
verwijzingen naar de ingetrokken bindende EU-rechtshandeling worden vervangen door
verwijzingen naar de nieuwe bindende EU-rechtshandeling.
Artikel 6.14 laadinfrastructuur elektrisch vervoer
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de
laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer ter uitvoering van bindende onderdelen van EUrechtshandelingen op het gebied van elektrisch vervoer.
HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
AFDELING 7.1 WIJZIGING ANDERE WETTEN
Artikel 7.1 wijziging Algemene Douanewet
De bijlage bij de artikelen 1:1 en 1:3 van de Algemene douanewet, onderdeel B. Nationale
regelgeving, wordt als volgt gewijzigd:
- “- Elektriciteitswet 1998” vervalt;
- “- Gaswet” vervalt;
- in de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:
- Energiewet.
Artikel 7.2 wijziging Algemene wet bestuursrecht
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
107
In Bijlage 1. Regeling rechtstreeks beroep (artikel 7:1, eerste lid, onderdeel g) vervallen de
zinsneden met betrekking tot de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet en wordt in de
alfabetische volgorde ingevoegd:
Energiewet: de artikelen 5.4 en 5.5.
B
Bijlage 2. Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (artikelen 8:5, 8:6, 8:7, 8:105 en
8:106) wordt als volgt gewijzigd:
- In artikel 1 vervallen de zinsneden met betrekking tot de Elektriciteitswet 1998 en de
Gaswet en wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:
Energiewet: de artikelen 6.1, derde lid, en 6.2, tweede lid;
- In artikel 4 vervallen de zinsneden met betrekking tot de Elektriciteitswet 1998 en de
Gaswet en wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:
Energiewet, met inbegrip van een besluit van de Autoriteit Consument en Markt genomen
op grond van artikel 3.37, 3.106, tweede lid, 3.108, 3.109, 3.110, 3.112 en 3.121, voor zover
het besluit kan worden aangemerkt als een algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in
artikel 8.3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, en met uitzondering van een besluit
op grond van de artikelen 3.33, tweede lid, onderdeel e, 3.47, vierde lid, 5.19, 5.21, 6.1, derde
lid, en 6.2, tweede lid.
- In de artikelen 7 en 11 vervallen de zinsneden met betrekking tot de Elektriciteitswet
1998, de Gaswet en de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van
de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en
gas) en wordt in de alfabetische rangschikking een onderdeel ingevoegd, luidende:
Energiewet: de artikelen 3.33, tweede lid, onderdeel e, 3.47, derde lid, 5.19, en 5.21.
Artikel 7.3 wijziging Elektriciteitswet 1998
De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 23, vierde lid, vervalt de tweede zin met inbegrip van de onderdelen a en b.
B
In artikel 29 vervallen het zevende tot en met elfde lid.
C
Na artikel 104 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 104a
Deze wet vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 7.4 wijziging Gaswet
108
Na artikel 88 van de Gaswet wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 88a
Deze wet vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende
artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 7.5
Artikel 228, tweede lid, van de Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
- Onderdeel b komt te luiden:
- een systeem dat wordt beheerd door een transmissie- of distributiesysteembeheerder als
bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet; of.
- Onderdeel c vervalt, onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c.
Artikel 7.6 wijziging Omgevingswet
De Omgevingswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan afdeling 10.2 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 10.10i (gedoogplichten waterstoftransportnet)
- Een rechthebbende gedoogt dat gasleidingen van een transmissie- of distributiesysteem
als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet, met inbegrip van bijbehorende hulpmiddelen en
installaties, die op grond van een overeenkomst of gedoogplichtbeschikking in, op, onder of
boven een onroerende zaak aanwezig zijn, ook worden gebruikt voor het transport van
waterstofgas door de door de Minister voor Klimaat en Energie aangewezen beheerder van het
landelijk transportnet voor waterstofgas als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet.
- De gedoogplicht, bedoeld in het eerste lid, laat de rechten en verplichtingen die zijn
verbonden aan een overeenkomst of gedoogplichtbeschikking als bedoeld in dat lid voor het
overige onverlet.
B
Artikel 10.14, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
- Onderdeel a komt te luiden:
- een systeem dat wordt beheerd door een transmissie- of distributiesysteembeheerder als
bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet;
- Onderdeel b komt te luiden:
- een windpark als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, onderdeel a, of 6.2, eerste lid,
onderdeel a, van de Energiewet;
- Onderdeel c komt te luiden:
109
- een gasproductienet als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet.
- Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een komma wordt een
onderdeel toegevoegd, luidende:
waarvoor door de Minister voor Klimaat en Energie een beheerder is aangewezen.
C
Artikel 13.3e, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
1°. een transmissie- of distributiesysteembeheerder als bedoeld in artikel 1.1 van de
Energiewet,
2°. een netbeheerder als bedoeld artikel 1, eerste lid, van de Warmtewet, of
3°. de door de Minister voor Klimaat en Energie aangewezen beheerder van het landelijk
transportnet voor waterstofgas als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet;.
D
Na artikel 18.25 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 18.25a (informatieverstrekking uitvoering en handhaving energiegebruik)
- Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met het oog op de verduurzaming van het
energiegebruik andere rechtspersonen of natuurlijke personen die handelen in de uitoefening
van beroep of bedrijf worden aangewezen die op verzoek gegevens over het energiegebruik
van eindafnemers verstrekken aan het bevoegd gezag, voor zover die gegevens noodzakelijk
zijn voor de uitoefening van de uitvoeringstaak en de handhavingstaak.
- Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de gevallen
waarin in ieder geval voldaan is aan de verplichting, bedoeld in het eerste lid, tot het
verstrekken van gegevens en de wijzen waarop gegevens als bedoeld in het eerste lid worden
verstrekt.
E
Artikel 23.3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- In onderdeel a wordt “Elektriciteitswet 1998” vervangen door “Energiewet”.
- Onderdeel c vervalt, onder verlettering van de onderdelen d tot en met g tot c tot en met
f.
Artikel 7.7
Artikel 222c, tweede lid, van de Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:
- Onderdeel b komt te luiden:
- een systeem dat wordt beheerd door een transmissie- of distributiesysteembeheerder als
bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet; of
110
- Onderdeel c vervalt, onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c.
Artikel 7.8 wijziging Telecommunicatiewet
Artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet wordt als volgt gewijzigd:
- In het vierde lid, aanhef, vervalt “en tweede”.
2.Het vijfde lid komt te luiden:
- In afwijking van het eerste en tweede lid, kan een ideële of charitatieve organisatie die
kan aantonen dat zij gebruik maakt van contactgegevens die zij heeft verkregen in het kader
van een schenking aan die ideële of charitatieve organisatie of, voor zover zij gebruik maakt
van andere dan de in het eerste lid bedoelde middelen, van contactgegevens die zij heeft
verkregen in het kader van vrijwilligerswerk bij die organisatie of het bijwonen van
manifestaties van die organisatie, deze contactgegevens gebruiken voor het overbrengen van
ongevraagde communicatie voor eigen ideële of charitatieve doeleinden, mits zij de
betreffende eindgebruiker duidelijk en expliciet de gelegenheid heeft geboden om kosteloos en
op gemakkelijke wijze verzet aan te tekenen tegen het gebruik van die contactgegevens:
verzet, bij iedere verzonden boodschap.
3.In het negende lid vervallen “vierde en” en “commerciële,”.
3a. Na het vijfde lid wordt, onder vernummering van het zesde tot en met tiende lid tot
zevende tot en met elfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
- In afwijking van het tweede lid, kan een uitgever van dagbladen, weekbladen,
tijdschriften en andere ten minste driemaal per jaar periodiek verschijnende uitgaven of een
vergunninghouder als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de kansspelen wiens
vergunning is verleend onder een voorwaarde inzake afdracht van de opbrengst als bedoeld in
artikel 5, derde lid, van die wet, gebruik maken van contactgegevens als bedoeld in het vierde
lid, onder de in dat lid bedoelde voorwaarden.
- In het negende lid (nieuw) wordt “en vijfde” vervangen door “, vijfde en zesde”.
- In het tiende lid (nieuw) wordt “vierde en vijfde lid” vervangen door “vijfde en
zesde lid”, vervalt “commerciële,” en wordt na “doeleinden” ingevoegd “of door een uitgever
of vergunninghouder als bedoeld in het zesde lid”.
- In het elfde lid (nieuw) wordt “negende” vervangen door “tiende”.
Artikel 7.9 wijziging Warmtewet
De Warmtewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 12d wordt als volgt gewijzigd:
- Het eerste lid komt te luiden:
111
- Onze Minister kan een transmissiesysteembeheerder voor gas als bedoeld in artikel 1.1
van de Energiewet of een distributiesysteembeheerder voor gas als bedoeld in artikel 1.1 van
de Energiewet, opdracht geven tot het aanleggen van een transmissie- of distributiesysteem
voor gas in het door hem aangewezen gebied. Verbruikers ontvangen een gehele of
gedeeltelijke tegemoetkoming in verband met de kosten van de aansluiting op het transmissieof distributiesysteem voor gas.
- In het derde lid, wordt “gastransportnet” vervangen door “transmissie- of
distributiesysteem voor gas”.
B
In artikel 13, eerste lid, vervalt “en voor het opstellen van het energierapport, bedoeld in
artikel 2 van de Elektriciteitswet 1998”.
C
Artikel 41 vervalt.
Artikel 7.10
Artikel 114, tweede lid, van de Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:
- Onderdeel b komt te luiden:
- een systeem dat wordt beheerd door een transmissie- of distributiesysteembeheerder als
bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet; of.
- Onderdeel c vervalt, onder verlettering van onderdeel d tot onderdeel c.
Artikel 7.11 wijziging Wet belastingen op milieugrondslag
De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:
- Het eerste lid, onderdelen b en c, vervallen.
- Het eerste lid, onderdeel v, komt te luiden:
- productie-installatie: installatie als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet, die bestemd
is voor de productie van elektriciteit.
- Het vierde lid komt te luiden:
- Met betrekking tot elektriciteit wordt onder distributienet verstaan een transmissie- of
distributiesysteem voor elektriciteit als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet, met
uitzondering van een distributiesysteem voor elektriciteit met een spanningsniveau van ten
hoogste 0,4 kilovolt en een verbruik van ten hoogste 0,1 GWh per jaar, indien een ander dan
een distributiesysteembeheerder voor elektriciteit als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet
een recht van gebruik heeft van dat systeem.
112
- In het zesde lid wordt ”gastransportnet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d,
van de Gaswet” vervangen door “een transmissie- of distributiesysteem voor gas als bedoeld
in artikel 1.1 van de Energiewet”.
B
Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:
- In het tweede lid wordt “artikel 31c, eerste en tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998”
vervangen door “artikel 2.31 van de Energiewet”.
- Het derde lid, onderdeel b, komt te luiden:
- het verbruik van aardgas of elektriciteit, indien dit product is verkregen door tussenkomst
van een energiehandelsmarkt als bedoeld in artikel 1.1 Energiewet en geen sprake is van een
levering via een aansluiting;
C
Aan artikel 53 wordt een lid toegevoegd, luidende:
- In afwijking van het eerste lid, wordt bij een levering van elektriciteit waarbij sprake is
van peer-to-peer handel als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet, de belasting geheven van
de marktdeelnemer die de automatische uitvoering en afwikkeling van de levering realiseert.
D
In artikel 55, onderdeel a, wordt “krachtens de Gaswet” vervangen door “bij of krachtens
de Energiewet”.
Artikel 7.12 wijziging Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie
De Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5 wordt “gas als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Gaswet” vervangen
door “gas als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet”.
B
Artikel 6 vervalt.
Artikel 7.13 wijziging Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten
en netwerken
In artikel 41a van de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en
netwerken wordt “een net als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de
Elektriciteitswet 1998” vervangen door “een transmissie- of distributiesysteem voor
elektriciteit als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet”.
Artikel 7.14 wijziging Wet normering topinkomens
113
Het onderdeel Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van Bijlage 1. bij artikel 1.3,
eerste lid, onderdeel d, van de Wet normering topinkomens, wordt als volgt gewijzigd:
- Het eerste lid komt te luiden:
- De distributiesysteembeheerders voor elektriciteit, bedoeld in artikel 1.1 van de
Energiewet.
- Het tweede lid komt te luiden:
- De distributiesysteembeheerders voor gas, bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet.
Artikel 7.15 wijziging Wet op de accijns
Artikel 69a van de Wet op de accijns wordt als volgt gewijzigd:
- Het tweede lid komt te luiden:
- Voor de toepassing van dit artikel wordt onder net verstaan een transmissie- of
distributiesysteem voor elektriciteit als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet.
Artikel 7.16 wijziging Wet windenergie op zee
In artikel 1 van de Wet windenergie op zee wordt de begripsomschrijving bij net vervangen
door: systeem als bedoeld in artikel 1.1 van de Energiewet, voor elektriciteit.
Artikel 7.17 wijziging Wet op de economische delicten
Artikel 1 van de Wet op de Economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
- Onder 1o wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: De Overgangswet
elektriciteitsproductiesector, de artikelen 8, tweede lid, en 12;.
- Onder 3o wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: de Energiewet, artikel 2.66.
- Onder 3o vervallen “de Elektriciteitswet 1998, artikel 86i, eerste lid;” en “de Gaswet,
artikel 66h, eerste lid;”.
Artikel 7.18 wijziging Wetboek van Strafvordering
In artikel 67, eerste lid, onderdeel c, van het Wetboek van Strafvordering wordt “artikel 86i,
eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998;” en “artikel 66h, eerste lid, van de Gaswet;”
vervangen door “artikel 2.66 van de Energiewet;”.
Artikel 7.19 wijziging overgangsrecht WON
Na artikel IV van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998
en de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer wordt een
artikel ingevoegd, luidende:
Artikel IVa
114
Waar in de artikelen V tot en met VII wordt verwezen naar artikelen van de
Elektriciteitswet 1998 of de Gaswet, wordt verwezen naar deze artikelen zoals deze luidden
onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Energiewet.
Artikel 7.20
De bijlage bij artikel 8.8 van de Wet open overheid wordt als volgt gewijzigd:
- ‘Elektriciteitswet 1998: de artikelen 7 en 78’ wordt vervangen door ‘Energiewet: de
artikelen 5.22, 5.24 en 5.25’.
- ‘Gaswet: artikel 1h’ vervalt.
AFDELING 7.2 OVERGANGSRECHT
Artikel 7.21 overgangsrecht leveringsvergunning
Als op grond van artikel 95d van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 45 van de Gaswet,
zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel
2.18, derde lid, een vergunning is verleend, wordt deze vergunning voor de duur van deze
vergunning aangemerkt als een vergunning als bedoeld in artikel 2.18, derde lid.
Artikel 7.22 overgangsrecht intrekken leveringsvergunning
Indien op grond van artikel 95f, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 47,
tweede lid, van de Gaswet, zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel 2.25, kleinverbruikers zijn toegedeeld aan een aangewezen
vergunninghouder, blijven de regels krachtens genoemde artikelen van de Elektriciteitswet
1998 en de Gaswet ten aanzien van de verbintenissen met kleinverbruikers van toepassing.
Artikel 7.23 overgangsrecht eisen meetinrichtingen grote aansluitingen elektriciteit (E3-
meetinrichtingen)
- Indien voor inwerkingtreding van artikel 2.46 een aangeslotene met grote aansluiting met
een gecontracteerd vermogen van minder dan 0,1 MW, met uitzondering van een aangeslotene
als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid, beschikt over een meetinrichting zonder
communicatiefunctionaliteit die voldoet aan de krachtens artikel 36 van de Elektriciteitswet
1998 gestelde voorwaarden zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel 2.46, mag
een aangeslotene deze meetinrichting tot en met 31 december 2025 gebruiken.
- Indien voor inwerkingtreding van artikel 3.55, eerste lid, bij een systeemkoppeling tussen
een distributiesysteem en een transmissiesysteem voor elektriciteit op grond van de krachtens
artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 gestelde voorwaarden zoals deze luidden voor de
inwerkingtreding van artikel 3.55, eerste lid, geen meetinrichting is vereist, beschikt deze
systeemkoppeling uiterlijk op 31 december 2029 over een geïnstalleerde meetinrichting.
Artikel 7.24 overgangsrecht meetinrichtingen en verzamelen meetgegevens
maatschappelijke multisites (A1-meetinrichtingen)
- Een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit waarover een aangeslotene als
bedoeld in artikel 1.3, tweede lid, voor inwerkingtreding van artikel 2.46 beschikt, wordt tot 1
115
januari 2028 aangemerkt als een meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 2.46,
derde lid, gestelde eisen.
- Zodra een aangeslotene als bedoeld in het eerste lid beschikt over een meetinrichting die
voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen:
januari 2028 de meetgegevens met de krachtens artikel 2.48, tweede lid, vastgestelde
frequentie.
Artikel 7.25 overgangsrecht eisen meetinrichtingen en verzamelen meetgegevens grote
aansluitingen gas (G2C-meetinrichtingen)
- Indien voor inwerkingtreding van artikel 2.46 een aangeslotene met grote aansluiting op
een systeem voor gas met een jaarlijks verbruik van ten hoogste 170.000 m3 gas beschikt over
een meetinrichting zonder communicatiefunctionaliteit die voldoet aan de krachtens artikel 12f
van de Gaswet gestelde voorwaarden zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel
2.46, mag een aangeslotene deze meetinrichting tot en met 31 december 2026 gebruiken.
- Een erkende meetverantwoordelijke partij verzamelt bij een aangeslotene als bedoeld in
het eerste lid, uiterlijk op 1 januari 2027 de meetgegevens met de krachtens artikel 2.48,
tweede lid, vastgestelde frequentie.
Artikel 7.26 overgangsrecht beheer meetinrichtingen
- Indien voor inwerkingtreding van deze wet door een systeembeheerder op verzoek een
meetinrichting ter beschikking is gesteld aan een aangeslotene met een grote aansluiting, blijft
de systeembeheerder deze meetinrichting op verzoek ter beschikking stellen en wordt deze
meetinrichting op verzoek van de aangeslotene beheerd door de systeembeheerder.
- Indien voor inwerkingtreding van deze wet een aangeslotene met een aansluiting op het
transmissiesysteem voor gas een meetinrichting beheert, kan de aangeslotene deze
meetinrichting blijven beheren tot de aangeslotene de transmissiesysteembeheerder voor gas
verzoekt om de situatie te beëindigen. De aangeslotene verleent daarbij de nodige
medewerking.
- Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
a. de installatie en het beheer van meetinrichtingen;
b. het verzamelen, valideren en vaststellen van meetgegevens;
c. de doorgifte van gegevens van de beheerde meetinrichtingen en meetgegevens aan een
bij die ministeriële regeling te bepalen registerbeheerder.
Artikel 7.27 overgangsrecht meetinrichtingen kleine aansluitingen
- Een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit die voor inwerkingtreding van deze
wet aan een aangeslotene met een kleine aansluiting ter beschikking is gesteld en die niet of
niet geheel voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 of de
krachtens artikel 42a, eerste lid, van de Gaswet gestelde eisen zoals deze luidden onmiddellijk
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt voor 15 jaren, te
rekenen vanaf de datum van terbeschikkingstelling aan die aangeslotene aangemerkt als een
meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen.
- Een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit die voor inwerkingtreding van deze
wet aan een aangeslotene met een kleine aansluiting ter beschikking is gesteld en die
tenminste voldoet aan de krachtens artikel 95la, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 of de
krachtens artikel 42a, eerste lid, van de Gaswet gestelde eisen zoals deze luidden onmiddellijk
116
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt aangemerkt als een
meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen.
Artikel 7.28 regels tijdens uitrol meetinrichtingen met communicatiefunctionaliteit
- Een distributiesysteembeheerder stelt in een bij algemene maatregel van bestuur te
bepalen periode op een door hem voorzien tijdstip aan aangeslotenen met een kleine
aansluiting een meetinrichting die voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde
eisen op of nabij het overdrachtspunt beschikbaar, tenzij hij redelijkerwijs niet in staat is die
meetinrichting te plaatsen en de oorzaak daarvan niet in de macht van de aangeslotene ligt.
- Een distributiesysteembeheerder stelt een aangeslotene met een kleine aansluiting op zijn
verzoek op een ander tijdstip dan het door de systeembeheerder op grond van het eerste lid
voorziene tijdstip binnen vier maanden een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit ter
beschikking tenzij dit ertoe leidt dat de planning die de distributiesysteembeheerder hanteert
om te voldoen aan de in het eerste lid bedoelde verplichting, niet wordt gehaald.
- Een distributiesysteembeheerder stelt aan een aangeslotene met een kleine aansluiting op
zijn verzoek een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit beschikbaar:
niet kostenefficiënt is in verhouding tot de geraamde potentiële energiebesparingen op lange
termijn;
- indien een nieuwe aansluiting wordt aangelegd in een gebouw;
- indien een gebouw ingrijpend wordt gerenoveerd.
- Indien een systeembeheerder redelijkerwijs niet in staat is een meetinrichting die voldoet
aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen te plaatsen en de oorzaak daarvan niet
in de macht van de aangeslotene ligt, mag een aangeslotene met een kleine aansluiting de
geïnstalleerde meetinrichting die niet voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde
eisen blijven gebruiken.
- Indien een meetinrichting met communicatiefunctionaliteit door een
distributiesysteembeheerder ter beschikking is gesteld ingevolge het tweede of derde lid, is de
desbetreffende aangeslotene aan de desbetreffende distributiesysteembeheerder een
vergoeding verschuldigd in verband met de meerkosten.
- Een distributiesysteembeheerder zendt Onze Minister de persoonsgegevens van een
aangeslotene met een kleine aansluiting indien hij deze aangeslotene een meetinrichting die
voldoet aan de krachtens artikel 2.46, derde lid, gestelde eisen ter beschikking heeft gesteld
maar dit niet heeft geleid tot installatie van die meetinrichting.
Artikel 7.29 overgangsrecht erkenning meetverantwoordelijke partij
- Indien een meetverantwoordelijke partij die de krachtens artikel 36 van de
Elektriciteitswet 1998 onderscheidenlijk artikel 12f van de Gaswet gestelde voorwaarden zoals
deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel 2.50, is erkend, wordt deze erkenning tot
het tijdstip waarop de Autoriteit Consument en Markt heeft besloten op een aanvraag om een
erkenning als bedoeld in artikel 2.50 aangemerkt als een erkenning als bedoeld in artikel 2.50.
- Een meetverantwoordelijke partij als bedoeld in het eerste lid vraagt binnen twee jaar na
inwerkingtreding van artikel 2.50 een erkenning aan bij de Autoriteit Consument en Markt.
Artikel 7.30 overgangsrecht garanties van oorsprong
- Een rekening die is geopend op grond van artikel 73 van de Elektriciteitswet 1998 zoals
dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.58,
tweede lid, wordt aangemerkt als rekening geopend op grond van artikel 2.58, tweede lid.
117
- Een rekening die is geopend op grond van artikel 66i van de Gaswet zoals dit luidde
onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.58, tweede lid,
wordt aangemerkt als rekening geopend op grond van artikel 2.58, tweede lid.
- Een garantie van oorsprong voor duurzame elektriciteit die is uitgegeven op grond van
artikel 73 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het
tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.57, eerste lid, wordt aangemerkt als garantie van
oorsprong voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen uitgegeven op grond van artikel 2.57,
eerste lid.
- Een garantie van oorsprong voor elektriciteit geproduceerd in een installatie voor
hoogrenderende warmtekrachtkoppeling die is uitgegeven op grond van artikel 73 van de
Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel 2.57, tweede lid, wordt aangemerkt als garantie van oorsprong
voor elektriciteit geproduceerd in een installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling
uitgegeven op grond van artikel 2.57, tweede lid.
- Een certificaat van oorsprong voor elektriciteit die is uitgegeven op grond van artikel 73
van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel 2.57, vierde lid, wordt aangemerkt als garantie van oorsprong
voor elektriciteit uit niet-hernieuwbare bronnen uitgegeven op grond van artikel 2.57, vierde
lid.
- Een garantie van oorsprong voor hernieuwbare energiebronnen die is uitgegeven op
grond van artikel 66i van de Gaswet zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip
van inwerkingtreding van artikel 2.57, derde lid, wordt aangemerkt als garantie van oorsprong
voor gas uit hernieuwbare bronnen uitgegeven op grond van artikel 2.57, derde lid.
Artikel 7.31 overgangsrecht aanwijzing en certificering
- Als op grond van artikel 10, tweede lid, of artikel 10Aa, eerste lid, van de
Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel 3.2 een netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet of
interconnectorbeheerder is aangewezen, wordt deze aanwijzing voor de duur daarvan
aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onderdeel a of onderdeel b.
- Als op grond van de artikelen 10, negende lid, en 12, tweede lid, van de Elektriciteitswet
1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel 3.2 een netbeheerder is aangewezen en Onze Minister met die aanwijzing heeft
ingestemd, wordt deze aanwijzing en die instemming voor de duur daarvan aangemerkt als een
aanwijzing als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onderdeel e, en worden de aldus aangewezen
netbeheerder voor de duur van die aanwijzing geacht te zijn gecertificeerd als bedoeld in
artikel 3.4.
- Als op grond van artikel 2, eerste lid, of artikel 2b, eerste lid, van de Gaswet, zoals dat
luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.2 een
netbeheerder van het landelijk gastransportnet of interconnectorbeheerder is aangewezen,
wordt deze aanwijzing voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in
artikel 3.2 eerste lid, onderdeel c of onderdeel d.
- Als op grond van de artikelen 2, achtste lid, en 4, tweede lid, van de Gaswet, zoals dat
luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.2 een
netbeheerder is aangewezen en Onze Minister met die aanwijzing heeft ingestemd, wordt deze
aanwijzing en die instemming voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als
bedoeld in artikel 3.2 eerste lid, onderdeel f, en worden de aldus aangewezen netbeheerder
geacht voor de duur van die aanwijzing gecertificeerd te zijn als bedoeld in artikel 3.4.
- Als op grond van artikel 15a, tweede lid, in combinatie met artikel 10, tweede lid, van de
Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van
118
inwerkingtreding van artikel 3.2 een netbeheerder voor het net op zee is aangewezen, wordt
deze aanwijzing voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel
3.2, eerste lid, onderdeel g, en worden de aldus aangewezen netbeheerder voor de duur van die
aanwijzing geacht te zijn gecertificeerd als bedoeld in artikel 3.4.
- Als op grond van artikel 9a van de Gaswet zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan
het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.2 een beheerder van een LNG-installatie of een
gasopslaginstallatie is aangewezen en Onze Minister met die aanwijzing heeft ingestemd,
wordt deze aanwijzing en die instemming voor de duur daarvan aangemerkt als een aanwijzing
als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, onderdelen h respectievelijk i.
- Als op grond van artikel 10, derde lid, of artikel 10Aa, eerste lid, van de Elektriciteitswet
1998, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel 3.4 een netbeheerder of interconnectorbeheerder is gecertificeerd, wordt deze
certificering aangemerkt als een certificering als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid.
- Als op grond van artikel 15a, tweede lid, in combinatie met artikel 10, derde lid, van de
Elektriciteitswet 1998, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel 3.4 een netbeheerder voor het net op zee is gecertificeerd, wordt
deze certificering aangemerkt als een certificering als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid.
- Als op grond van artikel 2, derde lid, of 2b, eerste lid, van de Gaswet, zoals deze luidden
onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.4 een
netbeheerder of interconnectorbeheerder is gecertificeerd, wordt deze certificering aangemerkt
als een certificering als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid.
Artikel 7.32 overgangsrecht gesloten distributiesysteem
- Als op grond van artikel 15 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde onmiddellijk
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.6 en artikel 3.7, aan een
eigenaar van een gesloten distributiesysteem ontheffing is verleend van het gebod van artikel
10, negende lid, van de Elektriciteitswet 1998 wordt de eigenaar van een gesloten systeem
gedurende de tijd waarvoor hij over deze ontheffing beschikt, geacht te beschikken over een
erkenning als bedoeld in artikel 3.7 en een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.6, onderdeel a.
- Als op grond van artikel 2a van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand
aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.6 en artikel 3.7, aan een eigenaar van een
gesloten distributiesysteem ontheffing is verleend van het gebod van artikel 2, achtste lid, van
de Gaswet, wordt de eigenaar van een gesloten systeem gedurende de tijd waarvoor hij over
deze ontheffing beschikt, geacht te beschikken over een erkenning als bedoeld in artikel 3.7 en
een aanwijzing als bedoeld in artikel 3.6, onderdeel b.
Artikel 7.33 overgangsrecht directe lijn
Als op grond van artikel 9h van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.9 of op basis van artikel 39h
van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel 3.9 een melding is gedaan, wordt deze melding aangemerkt als
een melding als bedoeld in artikel 3.9, tweede lid.
Artikel 7.34 overgangsrecht eigendom systemen
- Het beheer van een systeem met een spanningsniveau van 110 kilovolt of van 150
kilovolt door een transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit geschiedt voor zover dat, en
op een wijze die, in overeenstemming is met de rechten van derden die voortvloeien uit een
overeenkomst als bedoeld in artikel V, eerste lid, van de Wet van 23 november 2006 tot
119
wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels
omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 2006, 614) met betrekking tot dat systeem.
- Als ingevolge een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, een ander dan een
systeembeheerder voor elektriciteit over de eigendom van een systeem beschikt, behoeft, in
afwijking van artikel 3.14, de systeembeheerder voor elektriciteit niet over de eigendom van
dat systeem te beschikken.
- Indien sprake is van een aansluitpunt als bedoeld in de Gaswet zoals die luidde voor 1
januari 2019 behoeft, in afwijking van artikel 3.14, de transmissie- of
distributiesysteembeheerder voor gas niet over de eigendom te beschikken van de
aansluitleiding achter het aansluitpunt.
- De transmissiesysteembeheerder voor gas behoeft, in afwijking van artikel 3.14, niet
over de eigendom te beschikken van een aansluitleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen
die een buiten Nederland gelegen gasopslagsysteem verbindt met het transmissiesysteem voor
gas indien hij onmiddellijk voorafgaand aan inwerkingtreding van artikel 3.14 niet over de
eigendom van deze aansluitleiding en daarmee verbonden hulpmiddelen beschikte.
Artikel 7.35 overgangsrecht leidingen op zee
Voor de toepassing van deze wet worden leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen
ten behoeve van transport van elektriciteit die één of meer windparken op zee verbinden met
een transmissiesysteem voor elektriciteit en waarvoor voor de datum waarop deze wet in
werking treedt een vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of op
grond van artikel 6.5 van de Waterwet is verleend, geacht geen onderdeel uit te maken van het
transmissiesysteem voor elektriciteit op zee.
Artikel 7.36 werkzaamheden transmissie- of distributiesysteembeheerders
- Als op grond van artikel 17, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 10Aa,
eerste lid, van de Gaswet, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel 3.17, eerste lid, werkzaamheden werden uitgevoerd of uitbesteed,
die op grond van artikel 3.17, eerste lid, niet langer zijn toegestaan, mogen deze gedurende vijf
jaar worden voortgezet.
- Indien voor inwerkingtreding van artikel 3.17, eerste lid, een transformator en de daaraan
verbonden installaties ter beschikking is gesteld aan een eindafnemer, blijft de
systeembeheerder deze transformator en de daaraan verbonden installaties ter beschikking
stellen en wordt deze transformator beheerd door de systeembeheerder.
Artikel 7.37 overgangsbepaling investeringsplan
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor elektriciteit stelt voor de eerste
maal een investeringsplan als bedoeld in artikel 3.34 op, twee jaar nadat zij voor de laatste
maal een investeringsplan heeft opgesteld op grond van artikel 21 van de Elektriciteitswet
1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel 3.34. Tot dat tijdstip wordt het laatste investeringsplan dat is opgesteld op grond van
artikel 21 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het
tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.35, vijfde lid, beschouwd als investeringsplan als
bedoeld in dat voorschrift.
- Een transmissie- of distributiesysteembeheerder voor gas stelt voor de eerste maal een
investeringsplan als bedoeld in artikel 3.34 op, twee jaar nadat zij voor de laatste maal een
investeringsplan heeft opgesteld op grond van artikel 7a van de Gaswet zoals dat luidde
onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.34. Tot dat
120
tijdstip wordt het laatste investeringsplan dat ze op grond van artikel 7a van de Gaswet zoals
dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.35,
vijfde lid, beschouwd als investeringsplan als bedoeld in dat voorschrift.
Artikel 7.38 overgangsbepaling gebiedsindeling
- Het besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 21 april 2016 inzake de
Gebiedsindeling elektriciteit, als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel d, van de
Elektriciteitswet 1998, zoals dat is gepubliceerd op de website van de Autoriteit Consument en
Markt, en zoals dat nadien is gewijzigd, wordt geacht te zijn een besluit genomen krachtens
artikel 3.37, eerste lid. De Autoriteit Consument en Markt publiceert dit besluit in de
Staatscourant.
- Het besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 21 april 2016 inzake de
Gebiedsindeling gas, onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet,
zoals dat is gepubliceerd op de website van de Autoriteit Consument en Markt, en zoals dat
nadien is gewijzigd, wordt geacht te zijn een besluit genomen krachtens artikel 3.37, eerste lid.
Artikel 7.39 overgangsbepaling aanwijzen gebieden waar verbod aansluiten nieuwbouw
niet geldt of waar een alternatieve infrastructuur voor warmte aanwezig is
- Een besluit van een college van burgemeester en wethouders dat voorafgaand aan
inwerkingtreding van deze wet is genomen krachtens artikel 10, zevende lid, onderdeel a, van
de Gaswet, wordt geacht te zijn een besluit genomen krachtens artikel 3.40, derde lid,
onderdeel a.
- Een besluit van een college van burgemeester en wethouders dat voorafgaand aan
inwerkingtreding van deze wet is genomen krachtens artikel 10, zevende lid, onderdeel b, van
de Gaswet, wordt geacht te zijn een besluit genomen krachtens artikel 3.42, eerste lid.
Artikel 7.40 overgangsbepaling methodebesluiten en tarievenbesluiten
- Indien op basis van artikel 41, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, zoals dat luidde
onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.108, of op basis
van artikel 81, eerste lid, of 82, tweede lid, van de Gaswet, zoals dat luidde onmiddellijk
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.108, een methodebesluit is
vastgesteld waarvan de geldigheidsperiode nog niet is verstreken, wordt dit methodebesluit
geacht te zijn vastgesteld op basis van artikel 3.108, eerste lid.
- Indien op basis van artikel 41a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, zoals dat luidde
onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.109, of op basis
van artikel 81a, eerste lid, of 82, vierde lid, van de Gaswet, zoals dat luidde onmiddellijk
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.108, een besluit is vastgesteld
waarvan de geldigheidsperiode nog niet is verstreken, wordt dit besluit geacht te zijn
vastgesteld op basis van artikel 3.109, eerste lid.
- In de situaties, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt het tarievenbesluit, in afwijking
van artikel 3.110, tweede lid, vastgesteld met inachtneming van artikel 41c van de
Elektriciteitswet 1998, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel 3.110, respectievelijk artikel 81c of 82, vijfde lid, van de Gaswet,
zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan inwerkingtreding van artikel 3.110.
- Indien op basis van artikel 42b, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde
onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.118, een
methodebesluit is vastgesteld, wordt dit methodebesluit geacht te zijn vastgesteld op basis van
artikel 3.118, tweede lid.
121
- In de situatie, bedoeld in het vierde lid, wordt het besluit dat wordt vastgesteld met
overeenkomstige toepassing van artikel 3.110, in afwijking van dat artikel 3.118, tweede lid,
vastgesteld met inachtneming van de relevante bepalingen bij of krachtens de Elektriciteitswet
1998, zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan inwerkingtreding van artikel 3.118,
voor het vaststellen van de totale toegestane of beoogde inkomsten voor een betreffend jaar.
Artikel 7.41 overgangsbepaling meettarieven
- De tarieven voor het in gebruik geven en beheren van een meetinrichting, als bedoeld in
artikel 3.51, worden vastgesteld op basis van artikel 40a van de Elektriciteitswet 1998
respectievelijk artikel 81e, tweede lid, van de Gaswet en de krachtens deze artikelen
vastgestelde Regeling meettarieven, zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het
tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, tot het moment waarop voor de eerste maal na
inwerkingtreding van deze wet de op grond van artikel 3.110 vastgestelde tarieven in werking
treden.
- Voor het vaststellen van de tarieven voor het in gebruik geven en beheren van een
meetinrichting, als bedoeld in artikel 3.51, betrekt de Autoriteit Consument en Markt bij de
toepassing van artikel 3.110, tweede lid, de verschillen die de Autoriteit Consument en Markt
vanaf 2011 jaarlijks heeft vastgesteld op basis van artikel 4a van de Regeling meettarieven
zoals die luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
- De cumulatieve verschillen, bedoeld in het tweede lid, worden over een door de
Autoriteit Consument en Markt te bepalen periode gebruikt om de totale toegestane of
beoogde inkomsten en de tarieven voor het in gebruik geven en beheren van een
meetinrichting, als bedoeld in artikel 3.51, te corrigeren.
Artikel 7.42 overgangsbepaling tariefstructuren en voorwaarden
- Tariefstructuren of voorwaarden die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel 3.121 overeenkomstig hoofdstuk 3, paragraaf 5, van de
Elektriciteitswet 1998 en paragraaf 2.2 van de Gaswet van kracht waren, worden, voor zover
vallend binnen de reikwijdte van artikel 3.119, eerste lid, beschouwd als op grond van artikel
3.121 goedgekeurde methoden of voorwaarden.
- Als onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 3.120 en 3.121
een voorstel, dan wel een vaststellingsbesluit in voorbereiding is overeenkomstig hoofdstuk 3,
paragraaf 5, van de Elektriciteitswet 1998 of paragraaf 2.2 van de Gaswet, blijven
laatstgenoemde paragrafen van toepassing op de verdere voorbereiding en totstandkoming van
het voorstel en het vaststellingsbesluit.
- Methoden of voorwaarden die overeenkomstig het tweede lid worden vastgesteld,
worden beschouwd als methoden of voorwaarden goedgekeurd op grond van artikel 3.121.
- Op een overeenkomst tussen een transmissie- of distributiesysteembeheerder of de
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee en een aangeslotene, netgebruiker,
marktdeelnemer of balanceringsverantwoordelijke die onmiddellijk voor het tijdstip van
inwerkingtreding van paragraaf 3.6.5 van kracht was, zijn de methoden of voorwaarden,
bedoeld in artikel 3.121, van toepassing.
Artikel 7.43 overgangsbepaling ontheffing methoden en voorwaarden
- Een ontheffing die onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.124,
overeenkomstig artikel 37a van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 12h van de Gaswet van
kracht is, wordt voor de duur van deze ontheffing gelijkgesteld met een ontheffing als bedoeld
in artikel 3.124.
122
- Het recht zoals dat gold onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel
3.124 blijft van toepassing ten aanzien van de voorbereiding en vaststelling van een besluit op
een voor die inwerkingtreding gedane aanvraag om een ontheffing.
- Een ontheffing die overeenkomstig het tweede lid wordt verleend wordt, zodra deze
onherroepelijk is geworden, gelijkgesteld met een ontheffing als bedoeld in artikel 3.124.
Artikel 7.44 overgangsbepaling methoden en voorwaarden met Europese grondslag
- Methoden of voorwaarden die zijn vastgesteld op grond van een krachtens artikel 39 van
de Elektriciteitswet 1998 of artikel 35a van de Gaswet vastgestelde algemene maatregel van
bestuur worden gelijkgesteld met methoden of voorwaarden als bedoeld in artikel 3.121, eerste
lid.
- Methoden of voorwaarden die zijn goedgekeurd op grond van een krachtens artikel
10Aa, achtste lid, of 39 van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 2b, zevende lid, of 35a van de
Gaswet vastgestelde algemene maatregel van bestuur worden in geval van een
transmissiesysteembeheerder en in geval van een krachtens artikel 4 van verordening
2015/1222 door de Autoriteit Consument en Markt aangewezen benoemde
elektriciteitsmarktbeheerder gelijkgesteld met methoden of voorwaarden als bedoeld in artikel
3.121, tweede lid, en in geval van een interconnectorsysteembeheerder met methoden of
voorwaarden als bedoeld in artikel 3.123.
- Op een overeenkomst tussen een transmissiesysteembeheerder of de
transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee en een aangeslotene, netgebruiker,
marktdeelnemer, of balanceringsverantwoordelijke die onmiddellijk voor het tijdstip van
inwerkingtreding van paragraaf 3.6.5 van kracht was, zijn de methoden of voorwaarden van de
transmissiesysteembeheerder, bedoeld het eerste en tweede lid, van toepassing.
Artikel 7.45 overgangsrecht ontheffingen
- Als op grond van artikel 16, vierde lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998 zoals
dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.26,
eerste lid, onderdeel c, een ontheffing is verleend, wordt deze ontheffing voor de duur daarvan
aangemerkt als een ontheffing als bedoeld in artikel 3.26, eerste lid, onderdeel c.
- Als op grond van artikel 18h van de Gaswet zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand
aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.128 en 3.129 een ontheffing is verleend,
wordt deze ontheffing:
aangemerkt als een ontheffing als bedoeld in artikel 3.128 met inbegrip van ontheffing van
artikel 3.116;
daarvan aangemerkt als een ontheffing als bedoeld in artikel 3.129.
Artikel 7.46 overgangsbepaling omschakelen
- Als op grond van artikel 10g, tweede lid, van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.63, tweede lid, een melding is
gedaan, wordt deze melding aangemerkt als een melding als bedoeld in artikel 2.63, tweede
lid.
- Als op grond van artikel 10j, eerste lid, van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.64, eerste lid, een planning
voor de buitenwerkingstelling is ingediend, wordt deze planning aangemerkt als een planning
als bedoeld in artikel 2.64, eerste lid.
123
- Als op grond van artikel 10k, derde lid, van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 3.71, derde lid, een bindende
gedragslijn is opgelegd, wordt deze bindende gedragslijn aangemerkt als een bindende
gedragslijn als bedoeld in artikel 3.71, derde lid.
- Als op grond van artikel 10l, eerste, tweede of derde lid, van de Gaswet, zoals dit luidde
onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.65 een ontheffing
is opgelegd, worden deze ontheffingen aangemerkt als ontheffingen als bedoeld in artikel 2.65,
eerste, tweede respectievelijk derde lid.
- Als op grond van artikel 10m, eerste lid, van de Gaswet, zoals dit luidde onmiddellijk
voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 5.14, eerste lid, een vergoeding
is toegekend, worden deze vergoeding aangemerkt als vergoeding als bedoeld in artikel 5.14,
eerste lid.
Artikel 7.47 overgangsrecht bestaande experimenten
- Als op grond van de artikelen 7a van de Elektriciteitswet 1998 en 1i van de Gaswet zoals
deze artikelen luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van
deze wet, een ontheffing is verleend, blijft deze ontheffing van kracht voor de duur van die
ontheffing.
- Onze Minister zendt de Tweede Kamer der Staten-Generaal uiterlijk drie maanden na de
beëindiging van een experiment een verslag over de doeltreffendheid en de effecten ervan,
alsmede een standpunt inzake de wenselijkheid van wijziging van wet- of regelgeving.
Artikel 7.48 overgangsrecht kleine velden
Artikel 66d, vierde lid, van de Gaswet zoals dat luidde voor inwerkingtreding van het bij
koninklijke boodschap van 19 mei 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de
Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek)
(Kamerstukken 35 462) blijft van toepassing op reeds aangegane verplichtingen ter uitvoering
van de taak, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel b, van de Gaswet zoals dat luidde voor
inwerkingtreding van dat voorstel van wet.
Artikel 7.49 overgangsrecht aansluiting voor gas
- Onder een aansluiting voor gas wordt mede verstaan een aansluitpunt, dat bestaat uit een
deel van de aansluiting van het transmissiesysteem of distributiesysteem tot en met de eerste
afsluiter die is aangelegd voor 1 januari 2019.
- Indien sprake is van een aansluitpunt als bedoeld in de Gaswet zoals die luidde voor 1
januari 2019, beperkt de taak, bedoeld in artikel 3.41, eerste lid, zich tot het in gebruik geven,
beheren en onderhouden van dat aansluitpunt.
Artikel 7.50 overgangsrecht raffinaderijgas
De gaskwaliteitseisen in bijlage 3 bij de Regeling gaskwaliteit, zoals die luidde voor het
tijdstip van inwerkingtreding van artikel 1 en artikel 3.38, eerste lid, blijven van toepassing het
raffinaderijgas-systeem, bedoeld in bijlage 8 bij die regeling.
Artikel 7.51 overgangsrecht aanhangige procedures
- De op het tijdstip van inwerkingtreding van de desbetreffende bepaling van deze wet
aanhangige aanvragen tot en verzoeken om het nemen van besluiten op grond van de
124
Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet en bezwaren tegen besluiten op grond van de
Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet worden, met uitzondering van de besluiten en bezwaren
tegen besluiten, bedoeld in artikel 7.42, tweede lid, geacht met ingang van dat tijdstip van
rechtswege aanvragen, verzoeken en bezwaren te zijn op grond van deze wet.
- Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet
worden afgehandeld overeenkomstig de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet, zoals deze
wetten luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van afdeling
5.4.
Artikel 7.52 overgangsregime meten
- De artikelen 4, 5, 6, eerste en tweede lid, en 9 van het Besluit op afstand uitleesbare
meetinrichtingen, zoals die luidden onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel 2.46, blijven na inwerkingtreding van artikel 2.46 van toepassing, totdat de bij
ministeriële regeling te stellen regels, bedoeld in dat artikel, zijn vastgesteld en in werking
getreden.
- De door de Autoriteit Consument en Markt op grond van hoofdstuk 3, paragraaf 5, van
de Elektriciteitswet 1998 vastgestelde voorwaarden ten aanzien van het meten van gegevens,
zoals die luidden onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 2.46,
2.48, 2.61, 3.52, 3.55, 3.56, 3.57, 3.58, 3.60, 4.2, 4.5 tot en met 4.7 en 4.13, blijven na
inwerkingtreding van die artikelen van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen
regels, bedoeld in die artikelen, zijn vastgesteld en in werking getreden.
- De door de Autoriteit Consument en Markt op grond van hoofdstuk 2, paragraaf 2.2, van
de Gaswet vastgestelde voorwaarden ten aanzien van het meten van gegevens, zoals die
luidden onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 2.46, 2.48, 2.55,
3.52, 3.55, 3.56 tot en met 3.58, 3.60, 4.2, 4.5 tot en met 4.7 en 4.13, blijven na
inwerkingtreding van die artikelen van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen
regels, bedoeld in die artikelen, zijn vastgesteld en in werking getreden.
- Voor zover de in het tweede en derde lid bedoelde voorwaarden betrekking hebben op de
uitwisseling van gegevens, blijven deze voorwaarden na inwerkingtreding van hoofdstuk 4
van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen regels, bedoeld in hoofdstuk 4, zijn
vastgesteld en in werking getreden.
- Voor zover een voorwaarde strijdig is met het bij of krachtens deze wet bepaalde, gaat de
voorwaarde voor.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing,
bedoeld in het tweede tot en met vierde lid, en kunnen voorwaarden worden uitgezonderd van
deze toepassing.
Artikel 7.53 overgangsregime gegevensuitwisseling
- Artikel 13 van het Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie, zoals
dat luidde onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 4.9, blijft na
inwerkingtreding van artikel 4.9 van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen
regels, bedoeld in artikel 4.9, derde lid, zijn vastgesteld en in werking getreden.
- De door de Autoriteit Consument en Markt op grond van hoofdstuk 4 van de
Elektriciteitswet 1998 en hoofdstuk 3 van de Gaswet vastgestelde voorwaarden, zoals deze
luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk 4,
blijven na inwerkingtreding van hoofdstuk 4 van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling
te stellen regels, bedoeld in die artikelen, zijn vastgesteld en in werking getreden.
- Voor zover de in het tweede lid bedoelde voorwaarden betrekking hebben op het meten
van gegevens, blijven deze voorwaarden na inwerkingtreding van de artikelen 2.48, 2.54, 2.55,
125
3.57 tot en met 3.60 van toepassing, totdat de bij ministeriële regeling te stellen regels,
bedoeld in die artikelen, zijn vastgesteld en in werking getreden.
- Voor zover een voorwaarde strijdig is met het bij of krachtens deze wet bepaalde, gaat de
voorwaarde voor.
- Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de toepassing,
bedoeld in het tweede en derde lid, en kunnen voorwaarden worden uitgezonderd van deze
toepassing.
AFDELING 7.3 SLOTBEPALINGEN
Artikel 7.54 intrekken wetten
De volgende wetten worden ingetrokken:
stellen van nadere regels ten aanzien van het netbeheer en de levering van elektriciteit aan
beschermde afnemers;
stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie;
van de bevordering van de opwekking van duurzame elektriciteit;
uitvoering van richtlijn 2003/54/EG (PbEG L 176), verordening 1228/2003 (PbEG L 176) en
richtlijn 2003/55/EG (PbEG L 176), alsmede in verband met de aanscherping van het toezicht
op het netbeheer (wijziging Elektriciteitswet 1998 en Gaswet in verband met implementatie en
aanscherping toezicht netbeheer);
enkele aanpassingen van de wijze van stimulering van de milieukwaliteit van de
elektriciteitsvoorziening;
van de taak van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet tot verstrekking van
subsidie ten behoeve van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie alsmede ter
bevordering van een doelmatig gebruik van warmte;
tot versterking van de werking van de gasmarkt, verbetering van de voorzieningszekerheid en
houdende regels met betrekking tot de voorrang voor duurzame elektriciteit, alsmede enkele
andere wijzigingen van deze wetten;
verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt;
(implementatie richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas);
(volumecorrectie nettarieven energie-intensieve industrie);
doelstellingen Energieakkoord);
(voortgang energietransitie);
vraag naar laagcalorisch gas van grote afnemers.
Artikel 7.55 vervallen artikelen of onderdelen
126
Verschillende artikelen van afdeling 7.2, of onderdelen daarvan, komen te vervallen op een
bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen
daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 7.56 inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de
verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 7.57 citeertitel
Deze wet wordt aangehaald als: Energiewet.
127
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand
zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Klimaat en Energie,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
128
Transponeringstabel 36 378
Oud Nieuw
Artikelen 1.1 t/m 1.6 Ongewijzigd
Artikel 1.7 (am. 29) Ongewijzigd
Artikelen 2.1 t/m 2.24 Ongewijzigd
Artikel 2.24a (1e NvW) Artikel 2.25
Artikelen 2.25 t/m 2.28 Artikelen 2.26 t/m 2.29
Artikel 2.28a (am. 56) Artikel 2.30
Artikel 2.29 t/m 2.66 Artikelen 2.31 t/m 2.68
Artikelen 3.1 t/m 3.88 Ongewijzigd
Artikel 3.88a (1e NvW) Artikel 3.89
Artikelen 3.89 t/m 3.129 Artikelen 3.90 t/m 3.130
Artikelen 4.1 t/m 4.25 Ongewijzigd
Artikelen 5.1 t/m 5.27 Ongewijzigd
Artikelen 6.1 t/m 6.3 Ongewijzigd
Artikelen 6.3a en 6.3b (4e NvW) Artikelen 6.4 en 6.5
Artikelen 6.3c en 6.3d (am. 53) Artikelen 6.6 en 6.7
Artikelen 6.4 t/m 6.10 Artikelen 6.8 t/m 6.14
Artikelen 7.1 t/m 7.7 Ongewijzigd
Artikel 7.7a (am. 85) Artikel 7.8
Artikel 7.8 t/m 7.18 Artikelen 7.9 t/m 7.19
Artikel 7.18a (1e NvW) Artikel 7.20
Artikel 7.19 Artikel 7.21
Artikel 7.19a (1e NvW) Artikel 7.22
Artikelen 7.20 t/m 7.32 Artikelen 7.23 t/m 7.35
Artikel 7.33 (am. 60) Vervallen
Artikelen 7.34 t/m 7.49 Artikelen 7.36 t/m 7.51
Artikelen 7.49a en 7.49b (2e NvW) Artikelen 7.52 en 7.53
Artikel 7.50 (2e NvW) Vervallen
Artikel 7.51 Artikel 7.54
Artikel 7.51a (2e NvW) Artikel 7.55
Artikelen 7.52 en 7.53 Artikel 7.56 en 7.57